Geraadpleegde bronnen: The complete handbook of gardenplants; Plantas e flores Madeira; Plantkunde voor het voortgezet onder wijs in Indonesië. O De Katholieke Padvinders 'De Blauwe Troep' te Buitenzorg. De foto is genomen vóór de huishoudschool aan de Museumweg omstreeks 1938-1939. Bij de vlag links Vaandrig Guus Geenen, rechts onbekend. Achterste rij staand van links naar rechts: Eddy Saié, Jules Zimberlin, Hillebrand of Hildebrand, Hopman De Groot, Richard Saié, Henk Lapré, Arie van der Heijden, Jopie Naumann, Zittend (hurkend): de Welpen. Hun namen zijn mij niet bekend. De derde van links is Aloysius. Helaas zijn vele namen mij ontschoten. Reacties naar R. Saié, Erasmusweg 1703, 2542 PG Den Haag, 070-3673116. trek waarin de temperatuur vier tot tien graden Celcius moet zijn. Niet lager en niet hoger. Spaarzaam water geven, de plant niet laten uitdrogen en niet bemes ten. De planten hebben nu rust nodig. In de winter kan ze zonder bezwaar wat blad verliezen. In maart kunnen de planten verpot wor den, jonge planten om de twee jaar, oudere om de vijf a zes jaar. Ofschoon de Callistemon geen harde groeier is kan ze op den duur veel plaats gaan inne men. Het wortelgestel is vrij groot en ze eisen daarom een grote pot of kuip. Na de bloei worden kale en uitstekende tak ken gesnoeid om bossige planten te krij gen. De maand augustus is de beste tijd om te stekken. Stekken van vijf tot tien centimeter worden geplant in een meng sel van turf en scherp zand bij een tem peratuur van plusminus twintig graden Celcius. Wanneer de stekken gaan wortelen (dat is ongeveer na vijf weken), kunnen ze voorzichtig verplant worden in een mengsel van turf, naaldbosgrond en potgrond. De bewortelde stekken blijven nog enige weken onder glas of plastic bij een temperatuur van 12 tot 15 graden Celcius. Het volgende jaar kunnen ze naar buiten, regelmatig toppen is nodig. Als de bloemknoppen doorbreken moe ten ze iedere dag besproeid worden, anders komen ze niet tot ontwikkeling, omdat de kans bestaat dat ze verdrogen. 47

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 47