Rijst Vrouwen in Indië in de literatuur Rijst is het hoofdbestanddeel van de voe ding in grote delen van de wereld. In ongeslepen rijst (zilvervliesrijst) zitten vitamine B, eiwitten, mineralen, vezels en zemelen. Het is dus geen mythe datje van rijst en een gedroogd visje kunt leven, bij wijze van spreken. Over mythe gesproken, er bestaan vele mythen over de oorsprong van rijst. Eén van de oudste versies vindt zijn oorsprong in de wajang kulit. Deze hebben een agrarische inslag en worden voor de oogst gespeeld. Meer dan honderd miljoen jaren geleden bestonden er al wilde grasachtige soorten rijst op het oercontinent Gondwana. Toen dit continent uiteenbrak, dreven de stuk ken naar alle windstreken. En de rijst paste zich aan de omgeving aan. Er zijn dus rijstsoorten die wél koude kunnen verdragen, veel water of juist heel weinig water nodig hebben (in Indonesië sawah en ladangbouw). De boeren veranderden de omgeving zodanig dat de rijstsoort die zij er wilden laten groeien ook inderdaad kon gedijen, bijvoorbeeld door dijken rondom hun akkers aan te leggen. Op Bali kent men de subak. Dit is een club van watergebruikers. De leden ervan 'betalen' door middel van diensten en met geld. Of men ging water opslaan om zo meerdere keren per jaar te kunnen oog sten. Hierdoor groeide de bevolking. Dit leverde weer meer werkkrachten op om de rijstvelden te bewerken. Java is, on danks de enorme bevolkingsgroei, prak tisch onafhankelijk van andere gebieden wanneer het om de rijstvoorziening gaat. In vroegere tijden verbouwden rondtrek kende legers hun eigen rijst en haalden minstens één oogst binnen. Toch is niet rijst, maar tarwe en gierst lang het hoofd- voedsel van de islamieten geweest. Pas toen men ontdekte hoe goed het rijst gewas zich aanpaste aan zijn omgeving en bovendien een hoge voedingswaarde had, begonnen de Arabieren meer rijst te verbouwen. In Europa werd rijst lang als een - luxe - artikel beschouwd. Pas in de tweede helft van de veertiende eeuw, toen het aantal landarbeiders drastisch was verminderd door de zogeheten Zwarte Dood (builen pest) begon men meer rijst te verbouwen, ondermeer in Italië. Rijst werd niet gege ten zoals men tegenwoordig doet. Er werd meestal pudding (soms met aman delen voor de smaak) of pap van gemaakt. Velen hebben in de loop van de eeuwen geprobeerd sommige rijstsoorten te cultiveren en te verbeteren. Sri Owen heeft het receptengedeelte in zes hoofdstukken verdeeld. Het eerste gaat over het koken van rijst op allerlei manieren. Het tweede hoofdstuk gaat over rijst als bijgerecht. Het derde hoofdstuk is het langst en gaat over rijst als voorgerecht en als hapje tussendoor. Het vierde bevat hoofdgerechten met vlees, vis, gevogelte. Maar ook - Sri Owens favoriete - vege tarische en veganistische recepten. Veganistisch wil zeggen dat niet alleen vlees en vis ontbreken, maar ook zuivelprodukten. Het vijfde hoofdstuk bevat zoete rijstgerechten en het laatste hoofdstuk is gewijd aan basisgerechten en sauzen. Als laatste is er nog een hoofdstuk gewijd aan: ingrediënten, keukenuitrusting en technieken. Natuurlijk is niet alles nieuw wat u daar leest. Verder vindt u er een lijst met boeken in over rijst, landbouw en voeding en een lijst met kookboeken. Het is duidelijk dat Sri Owen en haar echtgenoot Roger heel veel tijd en aan dacht hebben besteed om dit boek over rijst zo volledig mogelijk te maken. Ik mag wel stellen dat hen dat is gelukt. Inge Dümpel Sri Owen Rijst. Rijkdom in recepten Schuyt Co Uitgevers/Novib: 400 pag (gebonden) prijs 69,50 Aanpassing en ongenoegen, dat was vol gens Tineke Hellwig het lot van vrouwen in Indië rond de eeuwwisseling en het is tevens de titel van haar boek. In het boek onderzoekt zij de manier waarop vrouwen worden weergegeven in de literatuur over de Nederlands-Indische koloniale samen leving in de late negentiende en vroege twintigste eeuw. De romans die in het boek geanalyseerd worden spelen zich af in een broeierige koloniale sfeer die wordt gekenmerkt door rassenonderscheid en groeiende conflicten tussen de verschillende bevol kingsgroepen. Voor het onderzoek zijn de werken van vijf Nederlandsschrijvende en zes Maleis- schrijvende auteurs gebruikt, met daaron der bekende romans zoals De stille kracht van Louis Couperus en Tjerita Njai Dasima van G. Francis. Door de verschil lende achtergronden van de auteurs wordt de koloniale samenleving vanuit verschillende invalshoeken gezien en krijgt men een beeld van de zaken die de diverse bevolkingsgroepen het meest bezighielden. Zo zijn de hoofdpersonen in de Nederlandse romans over het alge meen Europeanen (totoks en Indo's) en spelen inheemsen en Chinezen letterlijk en figuurlijk een ondergeschikte rol. Veel voorkomende thema's zijn de span ningen tussen volbloed Europeanen en Indo-Europeanen, het mysterie van de Oosterse wereld en de dubbele sexuele moraal met zijn njai's en voorkinderen. In de Nederlandse romans wordt de njai als de oorzaak van veel problemen gezien, en de taal waarmee men haar beschrijft liegt er niet om. In de Maleise teksten staan gemengde relaties centraal, maar verder loopt de thematiek uiteen. Vrouwen zijn te vinden in de rol van echtgenote of njai. De njai wordt hier niet als een probleem ervaren, omdat zij van uit een inheems perspectief wordt be schreven. Nadat alle vrouwelijke personages uit de romans onder de loep genomen zijn, komt Hellwig tot de slotsom dat de kolo niale verhoudingen voor zowel Europese als inheemse vrouwen aanpassing en ongenoegen betekende, omdat koloniale macht nu eenmaal een zaak van blanke mannen was. Door de literatuur en de geschiedschrij ving is men alleen bekend met het per spectief van blanke mannen en volgens de schrijfster is het tijd hier verandering in te brengen door een ander perspectief te kiezen, bijvoorbeeld dat van vrouwen. Adjustment and discontent is een overzichtelijk boek met mooie foto's uit tempo doeloe. Jammer dat, hoewel Hellwig zich in haar boek beklaagt over de marginalisering van vrouwen en schrijfsters in die tijd, zij zelf in haar onderzoek ook maar drie schrijfsters heeft opgenomen. De bekende schrijf sters Augusta de Wit en Marie van Zeggelen ontbreken bijvoorbeeld in het onderzoek. Wel is het interessant om de koloniale samenleving nu eens vanuit de positie van de vrouw belicht te zien, zij het dat rassenonderscheid de hoeksteen van de koloniale samenleving was en mijns inziens het Indonesische volk (mannen én vrouwen) de meest onderbelichte groep in de koloniale literatuur is. Het is inderdaad hoogste tijd voor een ander perspectief. Angela de Fretes Tineke Hellwig Adjustment and discon tent. Representations of women in the Dutch East Indies Netherlandic Press: 101 pag (paperback) prijs 20,50 75

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 75