Kerstspel 1938
O
Op de foto een Kerstspel dat in 1938 werd opgevoerd in de
Nederlands Hervormde Kerk Talang Semoet in Palembang. De
engelen zijn: Jenny van Streyen, Troeli Poortman, Fientje Jo
de Winter, Hetty Simon, Jo Corry Borghardt, Willie
Borghardt, Ina Siegers, Elly Coulet, Hetty Schaffer en Olma
Meisjes van heden (geknield): Annie (Anneke) Stibbe, Willie
van Helden. Klokken (meisjes): Gusta Keyser, Sjaan de Winter.
Herders: Joop van Helden, Gerard Jongens van heden: Dicky
van Eggelen, Arie Warout, Erik Frangenheim. Wijzen uit 't
Oosten: Jan Poortman, Maria: Nellie van Eggelen (12 jr.),
Jozef: Flores Sitanella, Kerstboom: Elly Sitanella, Kaars: Els
Reacties naar: Mw. P.E. van Veen-van Eggelen (Nel),
Borgerspark 95, 9642 LM Veendam, tel. 0598 - 62 28 06.
Fred nam z'n vader mee om hem aan de
familie voor te stellen. Pa kon het met
opa en oma en de verschillende tante's
van Doris goed vinden. Voor opa haalde
hij uit z'n plunjezak een nieuw paar zwar
te schoenen tevoorschijn en voor oma
een stel beddelakens. Hij kon geen
kwaad meer doen bij deze mensen. Fred
vroeg een paar dagen vrijaf van de MTD
om wat meer tijd met z'n vader door te
kunnen brengen. Daarna begon de
schoolvakantie en gedurende de werktij
den van Fred ging z'n vader met Doris en
nog een paar meisjes zwemmen in
Tjiamplas. Fred zorgde dan wel voor ver
voer. Hoewel Admiraal sr. niet zo goed
kon zwemmen bleek hij bij de meisjes
zeer in de smaak te vallen. En bij de
Habichts. Fred was lichtelijk opgelucht op
de dag dat de legerwagen z'n vader weer
kwam ophalen.
Zodra het kon gaf hij zich weer op om
auto's te halen in Tandjong Priok. Deze
keer gingen ze over de weg, Gurkha's
reden voor en achter de colonne. In
Batavia zocht hij zijn vader op die in de
Marinemess woonde in een zijstraatje
van Noordwijk, Laan Holle genaamd. Het
was daar een vrolijke boel met veel jonge
marinemensen. Z'n vader vertelde hem
dat-ie bericht had ontvangen dat de rest
van het gezin spoedig uit Malang zou
worden weggehaald. Ze zaten nu nog in
'de wijk'.
De terugtocht met de nieuwe trucks naar
Bandoeng verliep voorspoedig. Ze haal
den het deze keer in één ruk. Onderweg
zagen ze de eerste Nederlandse oorlogs
vrijwilligers die het gebied van de Britten
overnamen. Ook in de stad maakten
Gurkha's en Pathans en Mahrata's aan
stalten om op te stappen. Kleurrijke
afscheidsparade's volgden waarbij vooral
de Schotten een onvergetelijke indruk
nalieten met hun doedelzakken en gebro
ken harten bij de meisjes.
Niet lang daarna besloten de Hollanders
dat het gekkenwerk was om een halve
stad te bezetten. Ze trokken over de
spoorlijn om hun gebied uit te breiden.
Die nacht ging Zuid-Bandoeng in vlam
men op. Zware knallen klonken omdat
veel grote gebouwen ondermijnd waren
geweest. In een luid protest brachten de
republikeinen ze nu tot ontploffing. De
nachtelijke hemel was rood gekleurd van
de vele branden die er woedden. De
schade was wel groot maar niet onher
stelbaar. En de OVW-ers waren daarna
de baas in de stad en het hele gebied, ze
konden zonder al te veel zorgen veilig
van Bandoeng naar Tjimahi en Andir rij
den. Dank zij de jongens van 1-5-Rl, van
bataljon Friesland en het bataljon
Brabant, de AAT (Aan- en Afvoer
Troepen) en hoe de eenheden allemaal
ook heetten.
Christien en de twee kinderen kwamen
half 1946 in Batavia. Uit Malang waren ze
per trein naar Solo gebracht, van daar
met een vliegtuig naar Semarang overge
vlogen en daar ingescheept op de
Klipfontein die hen naar Tandjong Priok
had vervoerd. Fred zag weer kans om
met een konvooi naar Batavia te komen.
Het werd een merkwaardig weerzien.
Greetje herkende haar grote broer niet en
liep verlegen weg toen hij haar van verre
al toeriep dat-ie Fred was.
'Mama, daar is een meneer die zegt dat
hij Fred is!' Pa kon nog niet weg vanwege
een of ander belangrijke nieuwe afdeling
waar ze hem hard nodig hadden. Fred
bleef in Bandoeng wonen, werken en stu
deren. Met Kerstmis 1946 ging hij blij en
trots over naar de vierde klas. Eind febru
ari werd Admiraal sr. eindelijk met groot
verlof gestuurd en konden naar ze
Holland.
Fred wilde in Bandoeng blijven om daar
de HBS af te maken. Christien weigerde
beslist om zonder hem naar Holland te
gaan. Met tegenzin gaf hij toe, ook al
omdat de verstandhouding met Doris de
laatste tijd te wensen overliet. Tot grote
spijt van oma Habicht. Als afscheid had
Janus, die dienst had genomen bij de
luchtmacht, voor hem geregeld dat-ie met
een B-25 bommenwerper naar Batavia
kon vliegen. Vol weemoed zag Fred Andir
en de stad onder zich verdwijnen. Hij
vroeg zich af wat er in Holland voor hem
te doen was. Dat verre land van mist en
mest en wat ook weer?
10