an Soerabaiaasch Kamerorkest, 16 april 1937. Derde van links, zittend: Jan Bom. Toen de oorlog met Nederland uitbrak in 1940 werd Jan in Berlijn gevangen geno men. Alle aanwezige Nederlanders wer den in de gevangenis ondergebracht. 'Van al die Hollanders was er één die eruit mocht en dat was ik!' Hij had immers een Duitse beurs van de Von Humboldt Stichting, dus hij was goed. Bovendien, tijdens die kortstondige detentie werd hem naar zijn geboorteland gevraagd. 'Nederlands-lndië. Hij was dus Indo-Germaan...' Ik had pikzwarte haren en kwam er als eerste uit.' Tot dusver leefde men nog vrij normaal in Duitsland. Alles deed het nog, het land was op de incidentele bombardementen na nog relatief veilig. Jan vertelt dat hij nog een foto van het oude Dresden bezit, waar hij moest optreden met de beroem de 'Jalousie Tango' van Gade, onder diens leiding. Hij bleef in Berlijn tot december 1944 en vluchtte toen naar Oostenrijk. Het werd Jan te heet onder de voeten. 'En wat je toen zag - tja - wanneer je je dat kan voorstellen, ik zie dat tafereel nog voor me. Dat bombardement, die stad in vuur en vlam en er was één man die daar vluchtte met een viool en een klein koffertje. Dat was ik. De soldaten werden woedend op me. "Weg, weg! Sind Sie verrückt!" Ik dook even weg, maar zodra ik de kans had, ging ik verder. Ik moest en zou naar het station gaan. Ik moest d'r uit, weg van Berlijn! Met alleen mijn viool en het koffertje waar al mijn foto's van het ouderlijk huis in zaten, dat zou nie mand mij kunnen vergoeden! Een nieuwe viool kan men weliswaar altijd nog kopen, maar ik had hem nodig, daar kon ik mijn brood mee verdienen. Eindelijk op het station, zag ik een trein, Leipzig/Wien. Daar ging ik inzitten. Na twee uur, pfeiefefeü en ik reed richting Leipzig/ Wien!' Gmunden am Traunsee, daar woonde zijn vriend en begeleider pianist Hans Bohnenstingl. Jan had met Hans gestudeerd op de Hochschüle der Musik in Berlijn. Zijn muziek-optredens met Hans waren klas sieker gericht, Mozart, Brahms enz. In Holland vindt men operette minderwaar dig, in Duitsland niet. Daar zongen Elisabeth Schwarzkopf en Irmgard Seefries Traviata en Figaro's Hochzeit zo goed als Die Fledermaus. In Duitsland kreeg je een algemene opleiding, viool concerten, kamermuziek en salonmuziek. Jan werd door Hans Bohnenstingl afge haald om naar Gmunden am Traunsee te gaan in 1944. Een jaar heeft Jan bij hem gewoond in Oostenrijk, samen gestu deerd en opgetreden, succesvol. Geld was geen probleem, na de bevrijding verdienden ze genoeg. Na augustus 1945 kreeg Jan eindelijk sporadisch berichten uit Indië. Hij wist nog niets, behalve dat zijn jongste broer voor de oorlog was vermoord omstreeks 1938. Rudy werkte bij de goudmijn bij Pengalengan. 'Hij kreeg een duwtje en viel 600 meter de diepte in, dat weet ik nog.' Sinds 1940 had hij niets meer van zijn familie vernomen. Na de oorlog bleef hij met Hans in Wenen en andere plaatsen optreden. 'Mijn paspoort was niet geldig meer. In Wenen was geen Nederlands consulaat. De stad was door geallieerden en het Russische leger bezet. Ik had een kamer in de Russische sector en er werd gere geld gecontroleerd. De zaak-gelastigde van Nederland was Zweden, en een Zweed raadde mij aan naar Bern te gaan, omdat daar wel een Nederlandse consul was. Ik weet nog hoe hij heet, Baron van Karnebeek. Ik ging naar hem toe. Dat was een geweldige man, hele maal gek op klassieke muziek. Dus, meteen hadden wij een gesprek. Nou ja, kort en goed, we spraken alleen daar over.' Van Karnebeek zei na afloop: 'Nu moe ten we terzake komen. Uw paspoort is verlopen.' Hij riep een ambtenaar en overlegde even. Toen de man wegging, ging het gesprek over muziek weer ver der. Na een poos kwam de ambtenaar terug en legde wat papieren voor de con sul neer. 'Nou moeten wij weer terzake komen. Kijk eens hier. Ik heb twee pas poorten. U was Nederlands onderdaan, u mag nu kiezen of Warga Negara of Nederlander.' Ik zei: 'Nederlander.' Hij zei: 'Dat is goed.' 'Stel dat ik Warga Negara had gezegd, dan had ik weer rotzooi gekregen en was weer niet erkend!' Hoewel zijn vader een echte totok was zou Jan ongetwijfeld een spijtoptant geworden zijn... Van Karnebeek zei toen: 'Dan bent u nu Nederlander.' 1946, Jan vond het best! Op den duur wilde hij wel iets anders dan dat eeuwige heen en weer gereis. 'Het boterde niet meer zo met Hans, een geldkwestie. We deelden alles gelijk op, terwijl Hans een vrouw had waarmee hij zijn geld weer moest delen. Gedonder dus!' Een concert in Wenen in 1949, Die Frühlings Sonate van Josef Marx in de Brahmszaal. 'Daar werd schande over gesproken, een Oostenrijks componist die niet door Oostenrijkers werd vertolkt, maar door een Nederlands duo. Alle bui tenlanders moesten weg, terug naar hun vaderland, zeker de buitenlanders die de oorlog hadden gewonnen, dus ook ik moch niet langer in Wenen blijven. Bij zijn vertrek uit Wenen confisceerden de Russen zijn viool. 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 14