n^aULn !2^&ara (jodzMad) O door M.M.J. van Balgooy Rijksherbarium Leiden plaats aan te duiden, waar de pop gezocht moest worden. Heel gewichtig liep Pak Bandjir, gevolgd door de koning en de hele hofhouding de tuin in. Bij elke put bleef hij even staan en raadpleegde zijn primbon, maar schudde telkens zijn hoofd, totdat ze buiten de kraton kwamen en ze de zevende put bereikten. 'Hier moet het zijn', zei Pak Bandjir toen beslist. 'Sire, laat iemand komen, die goed duiken kan en hij zal op de bodem van deze put de golèk kentjana van de prinses vinden. Onmiddellijk werd een duiker ontboden, die in de put afdaalde en ja, het duurde niet lang of hij kwam tevoorschijn met het zo geliefde speelgoed van de prinses. Luid werd Pak Bandjir toegejuicht, want hiermee had hij bewezen, inderdaad de grootste doekoen te zijn in het rijk. Onmiddellijk werd hij in de adelstand ver heven en kreeg hij de beloofde pangéran titel voor hem en al zijn nakomelingen. Zijn huis liet de koning in brand steken, waarvoor hij in de plaats een klein paleis kreeg. Zijn primbon evenwel gooide Pak Bandjir in de vlammen, die hoog oplaai den. Daar wilde hij nooit meer inkijken, omdat hij geen doekoen meer wilde zijn. Hij vertelde de koning, dat zijn laatste vasten en bidden hem zodanig vermoeid had, dat een volgende vasten zijn dood zou zijn. Voortaan had hij zijn bezigheden in de kraton waar hij de trouwe raadsman en rechterhand van de koning werd. De laatste tijd heb ik herhaalde malen, ook van Moesson-lezers, vragen gekre gen over Daun of Pohon Dewa. De plant zou een pas ontdekt middel zijn tegen alle mogelijke kwalen. Enkele vragen stellers zonden een blaadje of takje mee, zodat ik - met moeite - achter de identiteit van de plant kon komen. Het is Gynura procumbus van de Composieten familie. Kortgeleden was ik op terugreis van Nieuw-Caledonië en Australië enige tijd in Indonesië; een goede gelegenheid iets meer over Daun Dewa te weten te komen. Het blijkt dat er twee soorten zijn die in Indonesië met deze naam worden aangeduid. Behalve bovengenoemde soort die wijd verspreid is in Indonesië is er nog een tweede soort die, voor zover bekend, alleen in West-Java gevonden is: Gynura pseudochina. Foto 1 Foto (1) toont G. procumbens, een tot twee meter lang half kruipend, half-lig- gend kruid, met enkelvoudige, getande, verspreide, enigszins vlezige bladeren. Het oorspronkelijke woongebied is India tot Zuid-China, maar de soort kan men buiten dit gebied vaak verwilderd aantref fen. Foto (2) toont de tweede soort, G. pseu dochina, die behalve als Daun Dewa, ook met zijn Chinese naam Samsit wordt aangeduid. Het is een laagblijvend kruid Foto 2 met een ondergrondse wortelstok, waar aan korte takjes ontspruiten met enkel voudige, gekartelde aan de voet diep ingesneden bladeren die erg vlezig en sterk behaard zijn. De soort is inheems in China maar is elders ingevoerd, o.a. op Java. Voor uitvoerige beschrijvingen van beide soorten verwijs ik naar Backer Bakhuizen v.d. Brink (1962). Dat het om 'nieuw ontdekte' medicinale planten gaat, zoals sommige kranten suggereren, is onjuist. Heyne (1927, 1950) maakte er reeds melding van, evenals Burkill (1935). Hoewel G. procumbens oorspronkelijk als groente schijnt te zijn ingevoerd, staat hij vooral bekend om zijn medicinale eigen schappen, vooral bij de bestrijding van nierklachten. Gynura pseudochina wordt vanouds gebruikt tegen storingen van de bloeds omloop, bloeduitstortingen en voor het behandelen van steenpuisten. In een recent artikel meldden Sumarsi en Slamet P. (1992) dat de plant helpt bij het genezen van tumoren. In Indonesië sprak ik mensen die ervan overtuigd zijn dat beide soorten kanker kunnen genezen. Zelf heb ik de vermoedelijke heilzame werking vanSamsit ondervonden. Tijdens mijn verblijf in Bogor had ik last van een hardnekkige hoest. Van mijn gastvrouw, Ibu Indromojo, kreeg ik het uitgeperste sap van de plant te drinken. Het kan toe val zijn maar na het derde glas was ik vrijwel geheel genezen. Toch zou ik wil len waarschuwen voor een al te groot optimisme. Er zijn in het verleden al heel wat planten als panacee tegen alle mogelijke kwalen aangeprezen, die ach teraf helemaal niet zo effectief bleken te zijn. Denk maar aan de Smeerwortelrage (Symphytum officinale) van enkele jaren geleden. Ik heb stekjes van de twee Cynura soor ten en enkele andere planten, zoals Kumis Kucing (Orthosiphon Aristatus) in mijn koffer meegenomen en overhandigd aan ir. G. Jansen van Xotus zodat u daar t.z.t. terecht kunt voor uw eigen Daun Dewa plantje. Literatuur C.A. Backer R.C. Bakhuizen v.d. Brink Flora of Java 2 (1962) 424-425. I.H. Burkill Dictionary of the economie Products of the Malay Peninsula 1 (1935) 1122. K. Heyne De nuttige planten van Indonesië e.d. 31 (1950) 1444-1445 (eer ste uitgave, 1927). Sumarsi Slamet P. 'Samsit dari Cina dan pemanfaatannya dalam peyembuhan tumor', in R.E. Nasution et al. Prosiding Seminar dan Lokakarya Nasional Etnobotani (1992) 86-89. 32

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 32