INDONESIË
PRIVATE TOURS
Boengsoeweg, nabij hoek Oosteindeweg.
In september '45 werden zij overvallen
door pemoeda's, zij stond toen juist kle
ren te strijken. De broer en zijn vrouw
plus hun baby werden vermoord, zij werd
zwaar verwond en voor dood achtergela
ten. Zij is ondanks haar zware verwondin
gen hersteld, de rechterarm heeft zij ech
ter nooit meer goed kunnen gebruiken.
Meerdere malen heb ik reeds de naam
genoemd van kapitein Vrijburg. Ik heb
altijd respect gehad voor zijn kalmte. Hij
was de man, die met de Engelse majoor
Gray naar Zuid-Bandoeng reed voor
onderhandelingen over vrijlating van ont
voerde personen en voor allerlei andere
gedachten aan deze twee flegmatieke
mensen. Beiden waren immers de een
voud zelve en ik heb veel van hen
geleerd.
Tijdens de eerder genoemde actie in
Tjitjadas sneuvelde de Engelse major
Mallin. Alle mannelijke bewoners, die in
de kampongs werden aangetroffen wer
den opgepakt en - helaas - samen met in
de strijd ontwapende pemoeda's afge
voerd naar het K M A.-gebouw, het waren
er zeker wel tweehonderd in totaal. De
volgende dag moest ik samen met enige
andere tolken proberen de echte pemoe
da's, die bewapend waren geweest, uit
de groep te halen en dat lukte maar zeer
zaken. Dat hij bij deze tochten de nodige
risico's liep, behoeft geen betoog. Zo
heeft hij tientallen Europeanen het leven
gered door hen uit de handen van de
pemoeda's te bevrijden. Ik heb hem ook
meegemaakt bij de Britse zuiveringsactie
van Tjitjadas, het was voor mij het eerste
vuurgevecht en ik herinner mij, dat ik
tamelijk nerveus was. Maar zijn kalme
rustige houding sloeg toen op mij over.
Net zo rustig in zijn optreden als kapitein
Vrijburg was zijn naaste medewerker de
commissaris van politie Chris van den
Berg. Toen ik later in mijn loopbaan,
vooral in de periode, dat ik na de eerste
politionele actie een politiecorps moest
opbouwen in het roerige gebied van
Garoet, Tasikmalaya en Tjiamis, in
gevaarlijke situaties de moed dreigde te
verliezen, heb ik vaak kracht geput uit de
gedeeltelijk, iedereen begon natuurlijk
glashard te ontkennen. Wij hadden tot
taak de gevangenen te verdelen in drie
groepen: black, white en grey. White
mocht direct worden vrijgelaten, grey na
een paar dagen en black zou worden
vastgehouden voor nader verhoor. Er
bleef tenslotte maar een klein groepje
black over. Wat er van hen geworden is,
weet ik niet, want nadat na een dag inten
sief werken alle gevangenen waren ver
hoord, moest ik de volgende dag weer
terug naar het D L.O. Vermoedelijk zijn zij
later gebruikt voor de uitwisseling tegen
ontvoerde Europeanen.
In november 1945 werd de Flying Squad
opgericht door de Britten. Zij bestond
uitsluitend uit inspecteurs van hoofdagen
ten van politie en stond onder leiding van
de commissaris van politie Dick van
Ravenswaay Claasse. Ik heb mij toen
ook willen aanmelden bij deze groep,
doch de heren Vrijburg en Van den Berg
wisten mij er van te overtuigen, dat ik nut
tiger werk kon doen bij het D.L.O. De
Flying Squad trad meestal gezamenlijk
op met Britse eenheden op plaatsen,
waar Europeanen door pemoeda's wer
den bedreigd. Bij één van deze acties, op
Kebon Kawoeng, is de hoofdagent
Hoefnagels gesneuveld.
Dit waren zo de zaken, welke ik mij nog
heb kunnen herinneren uit de bersiaptijd.
Ik houd mij aanbevolen voor aanmerkin
gen op eventuele onjuistheden, na vijftig
jaar valt het niet mee om je al die oude
gebeurtenissen weer voor de geest te
halen.
Al deze belevenissen uit de bersiaptijd in
Bandoeng heb ik opgetekend op verzoek
van de heer S.A. Lapré, majoor b.d.
RMWO. Zonder zijn verzoek zou ik zeker
nooit tot deze rapportage zijn gekomen.
Noten:
1) In november 1946 heb ik - toen al weer
in dienst bij het Bandoengse politie
korps - op aanwijzing van de bevolking
van de kampong achter de woning van
de familie Van Dort de lijken opge
graven van mevrouw Le Clercq de
Courcells en van de heer Reep. Over
de heer Van Dort en zijn zoon is nim
mer meer iets vernomen, zoals zo veel
andere gekidnapte personen zullen zij
naar alle waarschijnlijkheid zijn ver
moord.
2) De hoofdcommissaris van politie
B.J.C. Damen vond later - in 1946 - de
Bronbeekzaak zo belangrijk, dat speci
aal twee hoofdinspecteurs, de heren
Niemeyer en Peeters, met het uitzoe
ken van deze zaak werden belast. Ik
herinner mij nog, dat de meeste ver
dachten afkomstig waren uit de achter
Bronbeek gelegen kampong
Soekadjadi.
3) Om nazaten in Indonesië niet in ver
legenheid te brengen zijn initialen
gebruikt.
MET
REIZEN OP INDIVIDUELE BASIS
Voor inlichtingen:
02526-72146
39