DEINDO
Onze kabar
koening
'De INDO'
still going strong
in 1995
O
so&
Oproep
K.R.O. 'Spoorloos'
weet ik niet. In elk geval moesten we
Gudrun natuurlijk uitnodigen, als ze zo
alleen in Berlijn zit, maar het was duidelijk
dat het spannend zou worden.
We reden eerst naar het bejaardenhuis
waar mijn man mij vast afzette zodat ik
Oma bij het aankleden kon helpen, hij
reed door naar Gudrun's hotel. Gudrun
mocht niet naar boven komen in haar flat,
had Oma beslist, wat ik nog kan begrij
pen, want het ziet er daar meestal zo uit
alsof er een bom is gevallen!
In het restaurant zorgden we ervoor dat
ze niet naast elkaar kwamen te zitten.
Intussen waren de kinderen die met de
S-bahn waren gekomen gearriveerd.
Oma had me al een paar keer gevraagd
wat voor een buitenlandse inslag de
dochter Babeth kon hebben. Ik wist het
niet en het kon me ook niet echt schelen,
zei ik. Bij een gezamenlijke gang naar de
WC begon ze er weer over, ze wist niet
wat ze met het meisje moest spreken, als
ze over haar afkomst niets wist, 'strak zeg
ik iets verkeerds en is ze beledigd', zei
ze. Ik antwoordde dat ik daar geen moei
te mee had, dat ik het een schatje vond
en me heel goed met haar kon onderhou
den.
We hadden een typisch Duits Kerstmenu
besteld, een bouillon vooraf, Ganse-
braten met Kartoffelklössen en Grünkohl
als hoofdgerecht en Bratapfel als toetje,
we hadden heerlijke wijn erbij. Het was
gezellig, er werd veel verteld en gelachen
en plotseling toen het hoofdgerecht werd
opgediend, zei Oma tegen Babeth - en
beslist had ze heel lang over deze zin
nagedacht, ze is erg nieuwsgierig maar
probeert altijd 'von hinten durch die
Brust', zoals mijn man dat uitdrukt haar
nieuwsgierigheid te bevredigen - 'Sowas
kennst Du doch bestimmt nicht, so ein
deutsches Essen mit Gansebraten und
Klossen und Grünkohl'. Ik dacht dat ik
van mijn stoel viel, waarschijnlijk was ik
op dat moment de enige die de volgende
zin al wist vóór hij geformuleerd was:
'was gibt es denn bei Euch in der Heimat
zu Weihnachten'. Gelukkig barstte ieder
een in lachen uit en zei mijn man, 'aber
Mutti, sie kommen aus Penzlauerberg,
das ist das Zentrum Berlins', waardoor
deze klip gelukkig omzeild was.
Nu weten we nog steeds niet wat voor
vreemd bloed door Babeth's aderen
vloeit! Maar ik blijf erbij, ze is een beeldje
om te zien en een schatje!
Onze tweede Kerstdag verliep rustig, we
hebben met zijn tweeën een lange wan
deling gemaakt om de Lipnitzsee, in het
voormalig DDR-gebied noordoostelijk van
Berlijn. We hebben sinds de muur weg is
wel een prachtige omgeving erbij gekre
gen! Nu ben ik er alleen heel nieuwsgie
rig naar hoe het volgende Kerstfeest zal
zijn.
'Wij blijven groeien' verkondigen wij vol
blijdschap elke maand weer bij het
begroeten van onze nieuwe abonnees en
eerlijk gezegd zijn wij ook een beetje ver
baasd. Verbaasd, omdat wij niet wisten
dat de Indo's zo wijd en zijd verspreid
zijn. En... dat er zovelen buiten Nederland
vtunlfld 30 JAREN volhTd«nd
C «•ll»l«ndlg J
vertoeven. Ons blad wordt nu in 18 lan
den buiten de USA gelezen; wie had dat
ooit durven dromen? Wij niet. Onze Tjalie
Robinson wel, want vanaf het begin van
onze oprichting in 1963 heeft hij ons voor
gehouden, dat wij Indo's, hoe verschillend
in allerlei opzichten ook, toch één waren
door onze gemeenschappelijke achter
grond. En... Tjalie heeft gelijk gekregen,
zoals het meestal gebeurt bij iemand met
een visie.
Uiteraard zijn wij ook bijzonder dankbaar,
dat wij kennelijk in een behoefte voorzien,
waardoor wij met blijvend plezier elke
maand weer de duizenden pagina's
samenvoegen, nieten en vouwen tot ons
eindproduct; waarna wij het samenbunde
len plus registreren zodat het in grote
postzakken naar het postkantoor kan
worden gebracht. Zelfs het gemopper en
geklaag over de late ontvangst (soms
helemaal niet) beschouwen wij als een
goed teken, want men mist ons blad! Dus
blijven wij positief denken.
Maar aan de andere kant brengt dit alles
ook de grote vraag met zich mee: 'Voor
hoe lang nog?' In tegenstelling tot
Moesson, die qua spreektaal verzekerd
blijft van een zichzelf aanvullend lezers
bestand, zal onze lezerskring langzaam
maar zeker verdwijnen. Onze nakomelin
gen zullen nu eenmaal nooit de binding
met ons verleden voelen omdat zij die
niet hebben meegemaakt. Wij kunnen
hen daarover vertellen, zelfs brengen
naar ons land van herkomst, het zal niet
baten. Hun interesse gaat uit naar het
land waarin zij nu leven en zij denken vol
gens de taal die zij nu bezigen.
Dit is geen klaaglied onzerzijds, noch een
poging om dramatisch te doen, maar
slechts het constateren van een voldon
gen feit. En doordrongen van dit feit, zien
wij vol berusting de toekomst tegemoet.
Want intussen blijven wij dankbaar, dat
wij tenminste vele jaren deze vreugde
van eenheid hebben mogen beleven. En
wij blijven de leuze 'Poekoel Teroes' van
onze grote leermeester getrouw.
Wij wensen directie en medewerkers plus
alle lezers van Moesson een lang en
gezond leven toe.
René Creutzburg,
Redacteur Uitgever 'De INDO'
De KRO vraagt uw hulp bij de zoek
actie naar een plusminus 57-jarige
vrouw, die vermoedelijk sinds 1950
in Nederland woont. Ze is geboren in
Sarulangun (Sumatra), en werd door
haar ouders Norma genoemd. Haar
moeder vluchtte in 1942 voor de
Japanners. Norma bleef achter bij
haar grootouders Peneta in Kam-
pung Nias (Pariaman). Na de oorlog
keerde de moeder van Norma terug,
maar haar dochter bleek te zijn ver
dwenen. Norma is waarschijnlijk op
7-jarige leeftijd terechtgekomen in
Bogor waar zij tot plusminus 1950
gewoond zou hebben in Kebun-Jahe
(kindertehuis?). Op 12-jarige leeftijd
zou Norma zijn meegenomen naar
Nederland, door een man die werk
zaam was voor de Dienst Sociale
Zaken te Bogor en Pariaman. Norma
heeft een grote moedervlek aan de
binnenkant van haar linkerarm.
Tips zijn welkom bij KRO Spoorloos,
tel. 035 - 677 49 37 of Postbus
23300, 2102 EG Hilversum.
42