Ervaringen met WUBO Stichting Adinda Respect voor herinnering Kees Ingelse Nederlanders waren bevoorrecht (ook ik), niettemin heb ik er nimmer slapeloze nachten van over gehouden. Het was toen allemaal zo gewoon en het ging onbewust over je heen. We zijn nu vijftig jaar verder, als wij er van geleerd hebben dan heeft het terugblikken naar de tijd van toen toch zin gehad! Theo Kappers, Amstelveen Op de mededeling over de Wetswijziging WUBO in Moesson (15 oktober 1995, pagina 6) wil ik alsvolgt reageren. Voor diegenen, die nooit een aanvraag hebben ingediend, probeer ik de procedure van de behandeling van de aanvraag beknopt uit te leggen. Ik meen de betrokkenen het best te kunnen informeren door te vertel len over de procedure van mijn aanvraag. Mijn aanvraag houdt verband met de publicatie van de WUBO in het blad van de Indische Pensioenbond van oktober 1994. De mededeling houdt in dat voor mensen die wel een medische verklaring hebben doch, met een NIHIL-WUV uitke ring, de WUBO een alternatief heeft met de invoering van de zogeheten art. 19 toelage. Deze toelage bedraagt minimaal 130,- en maximaal ongeveer 280,- bruto per maand. Wanneer u denkt dat het een simpele afdoening betreft, heeft u het mis. Mijn aanvraag is gedateerd 19 december 1994 en tot op heden moet ik nog op een uitspraak wachten. Vanaf de indiening van de aanvraag begint de lijdensweg, want de procedure is alsvolgt. Je moet een instantie aanwijzen die jou kan bemiddelen en die verklaringen kan afge ven en ondertekenen, waarbij jij de WUBO machtigt om inlichtingen in te win nen, zoals stamboeknummer, huisarts, eventueel internist, et cetera. Voor een bemiddeling heb ik de stichting Pelita aangewezen, die een lijvig sociaal-rap port opstelt in opdracht van de WUBO. Daarin is opgenomen: a. dat ik getuige was van een executie van de hoornblazers Peetoom en Braam in juni of juli 1942 in het zesde Depot bataljon te Tjimahi; b. dat ik met mijn dienstonderdeel, de bergartillerie te Tjimahi, de bombar dementen van de Japanse luchtmacht heb meegemaakt nabij Kalidjati op 2 maart 1942 (zie: Moesson 15 maart 1993, pagina 16); c. wat mijn belevenissen zijn als krijgsge vangene in Changi Prison in Singapore (zie: Moesson 15 augustus 1993, pagina 20). Dan vragen zij mij om personen aan te wijzen (te noemen), die van deze gebeur tenissen kunnen getuigen. Na meer dan vijftig jaar is het ondoenlijk om aan getui gen te komen. Daarom leest men vaak in Moesson een verzoek om getuigen. De raadskamer stuurt het dossier ter behan deling aan de medisch adviseur, die op zijn beurt het dossier doorstuurt naar het Medisch Bureau PUR te Leiden. Middels een brief word je in Leiden ontboden voor een onderhoud doch in mijn geval kwam de arts (misschien is hij wel een psychia ter?) bij mij aan huis om over mijn proble matiek te praten. Tot slot wil ik iedereen adviseren om voor zijn rechten te blijven vechten en nimmer de moed op te geven, zoals mevrouw I. Rijken uit Amstelveen (zie: Moesson 15 mei 1995, pagina 51). C.J. Jansen, Badhoevedorp De stichting Adinda (Moesson 15 oktober 1995) beijvert zich het culturele erfgoed door te geven. Doorgeven! Dat hebben Frits en ik eigenlijk ook altijd gedaan. Misschien hebben onze kinderen wel eens gedacht: 'Alwéér die verhalen.' Maar tenslotte wilden ze, bij ons aan de hand, staan voor het huis waar ik gebo ren ben, waar Frits gewoond heeft, waar opa schoolhoofd was. En zo ging Flip met ons op reis, met zijn kinderen en zijn Meis. En ja, wat er toen gebeurde... Helemaal in de ban van dat land, die cul tuur wil hij nu doorgeven. Hij maakt tijd en energie vrij; veel tijd en veel energie om een Pasar Malam Kecil op te bouwen, die zondag 26 november in ons dorp Over- asselt werd gehouden. In het Verenigingsgebouw. Met wayang, dans, gamelan en wat nog meer op een Pasar Malam thuishoort. Zelfs een optreden van Tante Lien. Flip zelfs als Boeng met de angklungs volgens het systeem van Pak Ujo uit Bandung. Edie Brodie van de stichting Adinda en Flip Stoltenborgh met zijn (éénmalige?) Pasar Malam Kecil: vertegenwoordigers van de jongere generatie Indische Nederlanders. Adoeh! Baik betoel! Ineke Stoltenborgh, Overasselt Het begraven en gedenken van de overledene heeft vandaag de dag weer een volwaardige plaats in het bestaan. Nabestaanden hechten waarde aan het gedenkteken of graf monument. De zorg daarvoor kan echter niet iedereen zelf bieden. Persoonlijke omstandigheden of de afstand kunnen belemmeringen zijn. Om hierin een helpende hand te bie den is onlangs De Waerde Advies Uitvoering van start gegaan. Deze nieuwe landelijk werkende onderne ming biedt met persoonlijke aandacht en vol respect diensten aan. Die bestaan, zoals de naam al zegt, uit advies en uitvoering. Advies bijvoor beeld over verzorging van het gedenkteken en beplanting. In de uit voerende activiteiten biedt men basis- onderhoud of eenmalig onderhoud. Het pakket basisonderhoud omvat driemaal per jaar een bezoek aan het gedenkteken of grafmonument, met onder andere het schoonhouden van de steen, het verzorgen van nader te selecteren beplanting, het opmaken van een verslag met daarin de bijzon derheden en gegevens over de staat van onderhoud en het verzorgen van een foto van het gedenkteken. Omdat de diensten duidelijk verder gaan dan die van een hoveniersbedrijf, typeert De Waerde zich als 'graveniersbe- drijf'. De werkzaamheden worden uit gevoerd op basis van respect voor herinnering en zorgzaam onderne men. 6 december 1916 5 november 1995 Tot ons groot verdriet ging van ons heen onze dierbare die na veertig jaar Nieuw-Zeeland pas weer anderhalfjaar terug in Nederland was. De laatste weken waren heel zwaar. Tom en Margareta Ingelse Nellie Coster-Ingelse Henny Ingelse-Korthals Hetty de Bruijn Neven en nichten Correspondentieadressen: Mevrouw H. de Bruijn De heer T. Ingelse Marelaan 28 Smedjegatan 16 2341 LD Oegstgeest 62155 Visby Gotland Zweden De crematie heeft inmiddels plaatsgevonden. 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 5