Op de koff ie bij Jack Jersey en Shinta Rick Vdtul Een wonderlijke ontmoeting na 50 jaar SHINTA RICK 'Jack is back' leek mij een goede kop voor dit mini-interview, maar daar kwam ik na het eerste kopje koffie al van terug. Jack Jersey, de sympatieke zanger die in de zeventiger jaren bekendheid kreeg door hits als Papa was a poor man en Rub it in, is nooit weggeweest. Al zo'n vijfentwintig jaar is Jack Jersey bezig in de muziekwereld, is het niet op de bühne, dan wel op zoek naar nieuw talent, of in de studio, aan het produceren. Eén van zijn nieuwe bezigheden is het duo Shinta Rick, waarmee hij onlangs een Kerst- CD maakte. In Moesson berichtten wij al eerder over Shinta Rick, een zeer ener giek en actief muzikaal koppel uit Limburg, die ook in Duitsland en Oostenrijk tot de publieksfavorieten beho ren. Bovendien heeft Shinta een weke lijks 'Indisch uurtje' op de lokale radio- omroep in Venlo. Zo'n anderhalf jaar geleden begon de samenwerking tussen Jack Jersey en Shinta Rick, waarmee het muzikaal meteen klikte. Na verloop van tijd besloten ze om samen een CD op te nemen, waarmee Jack Jersey voor het eerst iets van zijn Indische achtergrond laat horen. Jack (de Nijs) werd geboren in Tjimahi, waar zijn vader militair was. Al op vijfjari ge leeftijd kreeg hij van zijn pa een yuke- lele, waarop hij zijn eerste liedje maakte, Ratapau. Van zijn moeder moest hij pianolessen nemen, muziek leren lezen, wat hij overigens met tegenzin deed. Niettemin zijn deze lessen hem later wel van pas gekomen. Toen Jack twaalf jaar was kwam het gezin De Nijs naar Nederland, waar thuis muziek maken, zoals het met zoveel Indische gezinnen ging, de gewoonste zaak van de wereld was. Jack kwam in de jaren zestig in con tact met de Indische muziekwereld, in de tijd van de Tielman Brothers en de Javalins, waar hij veel bewondering voor had. Ook deze bands wisten de weg naar Duitsland te vinden, waar het publiek niet alleen harder klapt, maar waar ze je ook niet meteen laten vallen, zoals in Nederland helaas wel het geval is. 'Als je hier niet aan de top staat, ben je nergens meer'. Jack gaf echter steeds de voorkeur aan Nederlandse bands. 'Indische bands zijn moeilijk om mee te werken, om het min ste geringste ruzietje vallen ze uit elkaar en er zijn veel te veel wisselingen. Als je ruzie hebt met een van de bandleden, moet je nog gewoon kunnen doorspelen. Dat gaat met Indische jongens niet. Als ze kwaad zijn komen ze gewoon niet opdagen voor een optreden!' Jack is meerdere malen teruggeweest naar Indonesië, in 1975 ook voor een tv- special waarin hij voor zijn ouderlijk huis het nummer In my father's house opnam. 'De omstanders deden allemaal mee, het was niet om aan te horen, maar het enthousiasme was geweldig!' Op de onlangs verschenen CD Selamat Natal zijn bekende en minder bekende Kerstliedjes in het Engels en in het Indonesisch te horen. Opgenomen met Hollandse musici, maar dat er een Indo achter de knoppen zit, is duidelijk te horen. Over de uitspraak van de door Peter Kops in het Indonesisch vertaalde nummers valt overigens wel wat te twis ten, je kunt horen dat het niet hun eigen taal is. Desondanks wordt hiermee op uit gekiende wijze ingespeeld op de Indische trend van nu. Een aanrader, vooral voor die mensen, die gek zijn op alles wat Indonesisch is. De CD is te bestellen bij Pentagram Records, tel. 077 - 382 01 37 en 0165 - 55 61 63 en kost/27,50. Vivian Boon Q door Mies Stein-Ruyg Een paar weken geleden werd ik door een vriendin meegeno men naar een Albert Hein-filiaal, waar ik eigenlijk nooit kom. Nadat we onze boodschappen hadden gedaan liepen we naar de kassa. Ik hoorde de caissière tegen een andere caissière zeggen: 'Ik ga vanavond lekker naar de Pasar Malam'. Waarop ik zei: 'Zo wat gaat u daar doen?' 'Lekker Indisch eten' was haar ant woord. Op mijn vraag of ze in Indië had gewoond zei ze dat ze daar als klein kind was met haar ouders en zelfs in het kamp had gezeten. 'Welke was dat dan?' 'Nou, Tjihapit-kamp en Struiswijk.'Verbaasd zei ik: 'Daar heb ik ook gezeten, wat toe vallig!' Aangezien ze toen klein was wist ze niet welke barak. Terwijl ik mijn boodschappen aan het inpakken was vertelde ze nog dat haar vader, dr. v.d. Velde, na de oorlog een bin- tang had gehad voor al het werk wat hij had gedaan. 'U zei dr. v.d. Velde? Nu, dan zijn we samen het kamp uitgevlucht'. Terwijl we allebei kippevel hadden kon ik haar vertellen hoe het gegaan was. Gelukkig was het niet zo druk, ongelofelijk dat we elkaar na vijftig jaar in een willekeurige winkel terug zagen. Daar zij natuurlijk niets meer wist, omdat ze te jong was, toen we het kamp uit waren gegaan, deed ik mijn verhaal. Na de zogenaamde bevrijding en we nog niet het kamp uit mochten, stond ik op het middenveld van de gevangenis Struiswijk, toen er een heer naar me toe kwam. Hij vroeg mij of ik wist in welke barak mevrouw v.d. Velde zat, want hij moest haar en de kinderen namens haar man, die in Bandoeng zat om het Rode Kruis op poten te zetten, veilig naar Bandoeng brengen. Hij zei ook, dat er o.a. administratie ve krachten gezocht werden. Ik zei, dat ik mijn diploma daar voor had en mijn zuster ook. Om kort te gaan, mevrouw v.d. Velde, haar kinderen, mijn zuster en ik gingen met die mijn heer, natuurlijk op eigen risico neem ik aan, het kamp uit. Wij kwamen op het station aan, waar het zwart zag van de Indonesiërs. Als enige belanda's stapten we om vier in een overladen trein, ook weer zwart van de Indonesiërs. We heb ben van vier tot twaalf uur 's nachts op het balkon gestaan, alwaar we tot grote verbazing van de hulppost van het Rode Kruis in Bandoeng aankwamen. Ook mijn ouders die al lagen te slapen, kregen de schrik van hun leven toen ze ons ineens voor zich zagen staan. Mijn zuster en ik hebben een fijne tijd gehad bij het Rode Kruis, waar we bij het hoofdbestuur heb ben gewerkt. Mevrouw v.d. Velde is met haar kinderen vrij gauw naar Nederland gegaan. Aan boord kreeg ze het tragi sche bericht te horen, dat haar man plotseling was overleden. Ja, na het kampleven hebben zich nog heel wat tragische din gen afgespeeld. Maar deze ontmoeting na vijftig jaar heeft ons nog lang bezig gehouden. Hoe klein kan de wereld zijn. 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 8