Vebos-
Reünie
Op zaterdag 16 september 1995 vond de
jaarlijkse reünie van Bandungse oud-stu
denten plaats in Motel Bijhorst in
Wassenaar.
Bij binnenkomst moet men elkaar eerst
uitvoerig begroeten. Dan volgt de leden
vergadering. De agendapunten worden
vlot afgewerkt.
Om 12 uur opent de voorzitter de Reünie
en verwelkomt de leden en belangstellen
den en hun partners. Hieronder bevinden
zich ir. Kelder, uit Canada, en ir. O'Herne,
beiden uit het jaar 1928. Verder de
Indonesiërs ir. Soehoed (1939) en ir. Amir
Pamuntjak (1940). Uit Californië is er Ben
Willemszgeeroms (1952). Ook de
Batavianen zijn aanwezig, o.a. mr. R.
Peter (1941), lid van de Stichting Indische
Academici en bestuurslid van het Comité
Japanse Ereschulden.
Dan volgt het lo Vivat en een toast wordt
uitgebracht. De vrienden die ons ontval
len zijn, worden herdacht. In het bijzonder
wordt Jason Jansen genoemd, die samen
met anderen, vele jaren een voortrekkers
rol in VEBOS vervuld heeft. In stilte her
denken wij hen. Zij blijven altijd in onze
gedachten.
We vieren nu het 15de lustrum sinds de
stichting van de TH-Bandung en de
oprichting van het BSC.
Ir. Hans Smit zal de lustrumrede uitspre
ken. Hij heeft nog in 1940 het oude Corps
meegemaakt. Na onderzoek, waarbij hij
de steun had van collega's en uit de lite
ratuur, schetst hij de geschiedenis van de
TH Bandung en het BSC, vanaf de eer
ste aanzet daartoe in het begin van deze
eeuw tot dertig jaar later.
In 1908 werd in Delft een buitengewoon
hoogleraar in de Waterbouwkunde
benoemd om aspirant-ingenieurs voor de
Indische dienst op hun taak voor te berei
den. Kort daarop ontstonden de plannen
om in Indië een Technische Hoge School
op te richten en in Indië zelf werd de
Indische Universiteitsvereniging opge
richt. In Nederland bracht het bedrijfsle
ven kapitaal bijeen om Indië een instelling
van hoger onderwijs te schenken. Op
aandringen vanuit Indië zou dit een parti
culiere TH worden. De G.G. Van Limburg
Stirum aanvaardde deze schenking in
1919. Dit werd de grondslag voor de TH.
De stad Bandung werd als vestiging
gekozen. De Indische architect Henri
MacLaine Pont maakte het ontwerp. Op
zaterdag 3 juli 1920 kon de plechtige
opening van de TH in Bandung door de
G.G. plaats vinden. Vrijwel de hele Indi-
ve bo s
sche elite was hiervoor uitgenodigd.
Even later zijn de colleges aangevangen.
Het begon met 28 studenten, waarvan er
vier jaar later twaalf afstudeerden. Deze,
en ook de latere 'nieuwkomers', moesten
zich een plaats verwerven in de gevestig
de orde. Daarin zijn ze geslaagd. In we
tenschappelijke geschriften traden zij
naar voren. Velen hebben zich ook later
in Nederland en ook elders aan de top
kunnen vestigen.
De heren Kelderen O'Herne die in 1928hun
studie begonnen.
Naast studeren willen studenten ook als
zodanig leven. Twee maanden na de
opening van de TH werd het Bandoengsch
Studentencorps (BSC) opgericht. G.G.
Hardenberg was een van de gangma
kers. Hem stond voor ogen dat 'een har
monisch samengaan van wetenschappe
lijke- en karaktervorming onontbeerlijk is
voor de opvoeding tot een volwaardig lid
van de maatschappij'.
'En voor wederzijds begrijpen en waarde
ren is onderling vertrouwen tussen de
bevolkingsgroepen nodig om eendrachtig
samen te kunnen werken'. In de jaren
dertig bloeide het corpsleven met zijn
vele onderverenigingen. Men werd zich er
steeds meer van bewust dat naast alle
verschillen tussen de studenten, het
behoren tot de studentenmaatschappij
hen onverbrekelijk verbindt (prof. Zeyl-
maker, 1935).
Door de oprichting van het Bataviaasch
Studenten Corps in 1924 stond Bandung
niet meer alleen. De banden tussen beide
corpora waren nauw, hetgeen bijzonder
tot uiting kwam bij de jaarlijkse interaca
demiale wedstrijden.
Na het uitbreken van de oorlog ging het
contact met Nederland verloren en nam
het aantal studenten en corpsleden sterk
toe. Dit heeft de band tussen de beide
corpora extra gestimuleerd. De oorlog
heeft het corpsleven tijdelijk stilgelegd.
Maar in 1946 kon er weer begonnen wor
den, zij het met nog maar een klein aantal
studenten. Al spoedig groeide het corps
weer. Maar het corpsleven moest, in de
heel nieuwe omstandigheden waarin men
verkeerde, bijna opnieuw opgebouwd
worden doordat ook de traditie van voor
de oorlog voor een deel ontbrak. Een
stimulans was de oprichting, op 29 febru
ari 1948, van de subvereniging 'De
Dochters van Ganega' door de vrouwelij
ke leden van het corps. Zij ontplooiden
eigen activiteiten en deden in heel het
corps haar invloed gelden. Door de
Indonesiëring van de samenleving werd
de naam BSC veranderd in Corpus
Studiosorum Bandungensis, CSB. De
oud-Bandoengers hebben in Nederland
steeds bijeenkomsten gehouden en
VEBOS ontstond, met zijn reünies en
diës/lustrumvieringen.
Aan het slot kwam de suggestie om infor
matie te verzamelen over het vooroorlog
se BSC en het leven daaromheen, tot
een verzameling van onze herinneringen.
Met de woorden: 'Keep going that spirit,
which kept us going!' werd deze lustrum
rede afgesloten.
Dit boeiende verhaal, voor velen groten
deels nieuw, werd met intense belang
stelling aangehoord. De voorzitter dankte
Hans Smit bijzonder voor zijn werk en zijn
boeiende voordracht. Het ligt in de
bedoeling deze lustrumrede te versprei
den.
Daarna is er koffie en een licht hapje en
is er echt gelegenheid om uitgebreid met
elkaar te praten en van gedachten te wis
selen, zodat het een heel geanimeerd en
gezellig samenzijn wordt. Ondertussen is
er de loterij, met leuke prijzen, waarvan
de opbrengst bestemd is voor het CSB in
Bandung. Om half drie kan ieder genieten
van de rijsttafel welke gereed staat. En
ondertussen weer met anderen contact
leggen. Op het eind hoor je dan: 'We
hebben eigenlijk te weinig tijd gehad om
alle bekenden te spreken', een opmer
king die voor iedere reünie geldt.
Intussen heeft ieder die bijgedragen heeft
aan het welslagen van de reünie een
woord van dank en een blijk van waarde
ring ontvangen. Om vijf uur zijn allen
weer op weg haar huis, voldaan over
deze dag en in afwachting van het vol
gende samenzijn in 1996. Q
22