Gelezen
Inleiding tot de Indische literatuur
Onlangs schreef Peter van Zonneveld
Album van Insulinde. Beknopte geschie
denis van de Indisch-Nederlandse litera
tuur. Van Zonneveld is docent aan de
universiteit van Leiden, redacteur van het
tijdschrift Indische Letteren en publiceert
regelmatig over Indische literatuur, onder
andere in Vrij Nederland.
Het is inmiddels zeventien jaar geleden
dat de laatste druk verscheen van de
Oost-Indische Spiegel, het standaard
werk over Indische literatuur van Rob
Nieuwenhuys. In de tussentijd is er veel
geschreven. Tussen de Oost-Indische
Spiegel en Album van Insulinde zijn er
niet alleen veel romans, verhalen, dag
boeken, memoires, enzovoorts, ver
schenen; er is ook veel óver Indische
bellettrie geschreven.
Het tijdschrift Indische Letteren, bijvoor
beeld, bestaat inmiddels bijna tien jaar,
en aan de universiteiten van Leiden en
Amsterdam bestaat ruime belangstelling
voor het onderwerp, ook onder studen
ten. Daarnaast heeft de Amerikaanse
hoogleraar E.M. Beekman in de jaren
tachtig zijn twaalfdelige Library of the
Indies uitgegeven. Ook van hem zal ove
rigens binnenkort een overzichtswerk
verschijnen, dat echter van geheel ande
re aard zal zijn dan het nu te bespreken
boek.
Album van Insulinde bestaat uit vijf
hoofdstukken. Eik hoofdstuk behandelt
een periode en daarin worden vervol
gens de verschillende genres besproken.
Welke genres zijn in welke periode popu
lair? Allerlei soorten teksten komen aan
de orde: reisteksten, romans, verhalen,
brieven, liedjes, gedichten, jeugdboeken,
tijdschriften, almanakken, enzovoorts.
In de zeventiende eeuw overheersen na
tuurlijk de reisteksten. Het scheepsjour
naal van Bontekoe, bijvoorbeeld, is vóór
1800 meer dan zeventig keer herdrukt.
Vanaf 1870 komt de roman sterk op,
maar poëzie is nooit echt populair
geweest en toneel al helemaal niet. Voor
de oorlog neemt de jeugdliteratuur een
enorme vlucht en daarna zijn reisteksten
en kampboeken het sterkst vertegen
woordigd. Van Zonneveld vermeldt overi
gens niet dat op Java de meeste Indo's
tijdens de oorlog juist buiten het kamp
leefden.
Het is ongebruikelijk om genres als uit
gangspunt te nemen, maar het heeft dui
delijke voordelen. Op deze manier krijg
je namelijk een helder overzicht, meer
dan bij een opsomming van afzonderlijke
auteurs. De schrijvers worden in een gro
ter geheel geplaatst, tegen een achter
grond. Zo is het eenvoudiger om details
te onthouden.
Peter van Zonneveld is geïnteresseerd in
de literatuur zelf, maar hij gaat ook in op
de maatschappelijke achtergrond van
boeken. Hij wil aan de hand van literaire
teksten een verdwenen wereld weer tot
leven brengen.
Dat zie je aan de opzet. De hoofdstukken
zijn afgebakend op historische, niet op
literaire gebeurtenissen. Het eerste
hoofdstuk gaat bijvoorbeeld over de lite
ratuur uit de VOC-tijd. Bovendien opent
elk hoofdstuk met een historisch over
zicht.
De beeldvorming van Indië en Indonesië
in de letterkunde staat centraal. Welke
visie wordt in een roman gegeven op de
verschillende bevolkingsgroepen? Welke
visie op het kolonialisme in het alge
meen? Op de confrontatie tussen Oost
en West? Daarbij heeft het weinig zin,
zegt hij, 'om alle getuigenissen uit het
verleden te gaan meten met heden
daagse, postkoloniale maatstaven. Ook
literaire teksten dienen in de contekst
van hun tijd te worden gezien.'
Een derde punt waaruit Van Zonnevelds
belangstelling voor geschiedenis blijkt, is
zijn aandacht voor minder 'literaire' wer
ken, voor boeken die verouderd zijn. Die
kunnen de moeite waard zijn als ze infor
matie geven over de maatschappij waar
in ze ontstaan zijn. Om die reden wordt
bijvoorbeeld De Paupers een roman van
Victor Ido uit 1912 die nauwelijks meer
gelezen wordt, besproken. De Paupers is
bijzonder, omdat het de wereld van de
Indo-Europeanen beschrijft. Dat doen
helaas weinig andere literaire werken.
Ja, Tjalie RobinsonA/incent Mahieu
natuurlijk. Over hem is Van Zonneveld
vanzelfsprekend zeer lovend. Niet alleen
omdat hij de Indo-Europese gemeen
schap een gezicht gaf, maar ook omdat
hij erg goed kon schrijven. Tjalie roept
'op een onnavolgbare manier' het leven
van een anak Betawi op in de Piekerans
van een straatslijper. Bovendien heeft hij
het Petjoh voor het nageslacht bewaard,
zoals in een psalm over het hijgend hert
der jacht ontkomen:
Hijnenhèr dérjah onkooom'n
Srééwnietsterker naarhenot
Farderfrisse watterstroom'n
Danmijnsiel ferlangnaarhot
Jamijnsiel dorsnaardenheer
Hotdesleefens ah wanneer
Salliknaadrn fooru oohen
In uhuis unaam ferhooohen
Ook uit een ander soort boeken kun je
veel te weten komen over de normen en
waarden van Nederlands-lndië. De popu
laire Indische literatuur zou daarom ook
eens bestudeerd moeten worden, merkt
Van Zonneveld op: liefdesromans,
spionageromans, detectives en
avonturenverhalen. Dat is tot nu toe nog
niet gebeurd.
Album van Insulinde is niet dik (ruim
tachtig pagina's), maar overzichtelijk en
goed geschreven. Van Zonneveld kan
boeiend vertellen, weet auteurs en hun
werk in weinig woorden te typeren en
geeft daarbij treffende citaten. Een goed
en helder overzicht van vierhonderd jaar
Indische literatuur. Ideaal voor mensen
die weinig of niets van het onderwerp
afweten. Met veel illustraties en
aanwijzingen voor verdere literatuur.
Geert Onno Prins
Peter van Zonneveld: Album van
Insulinde. Beknopte geschiedenis van de
Indisch-Nederlandse literatuur
Amsterdam University Press:
86 pag. (paperback) prijs 29,50
43