Bericht uit de Molukken
Een weekje veldwerk
door Kees Heij
Het zeer schuwe Moluks grootpoothoen
leeft in het regenwoud en wordt zelden
gezien of gevangen. Daarentegen vliegt
deze vogel als zij een rijp ei heeft naar
legvelden op zonovergoten stranden om
daar een gat van zestig tot honderd centi-
meter te graven en er één ei in te leggen.
Het gat wordt gedeeltelijk dichtgegooid
en de vogel vliegt weg. Na verloop van
tijd komt er een jong uit, dat zich naar
boven werkt en weg vliegt. Een ei weegt
ongeveer honderd a honderdtwintig
gram. Het volwassen vrouwtje weegt rond
de vijfhonderd gram. Dat wil zeggen;
meer dan twintig procent van het
lichaamsgewicht verlaat als ei het
lichaam. Zo'n ei bestaat hoofdzakelijk uit
dooier. Dit is in het kort zo'n beetje alles
wat we van deze vogel weten. Het leggen
gebeurt 's nachts. Het jong is eigenlijk al
begraven voor het geboren wordt.
Bij mijn onderzoek beperk ik mij niet
alleen tot het legveld van Kailolo, maar
ga ik ook de diverse beschreven legplaat
sen na. Om deze legvelden te achterha
len heb ik alle literatuur vanaf Wallace,
die in 1859 de vogel ontdekte, bestu
deerd. Tussen de bedrijven door werk ik
alle beschreven legvelden af. Dit is een
zeer arbeidsintensief werk, daar het rei
zen tussen de 999 eilanden waaruit de
Molukken bestaan, dikwijls met kleine
scheepjes, prauwtjes en speedboten
gebeurt. De grotere eilanden zijn vanuit
Ambon wel met vliegtuigen of grotere
schepen te bereiken. Voor de kleinere
ben je op lokaal transport en vissers aan
gewezen. Dat wil zeggen: primitief, soms
met ladingen stinkend kopra en veel kak
kerlakken. Ook moet je soms dagen
wachten in streken waar letterlijk honder
den mensen je de hele dag aan staan te
gapen. Je krijgt het er benauwd van.
In januari kwam Lydi, mijn vrouw, voor
enkele maanden op bezoek. Voor die
periode hadden we een aantal tochten
gepland. Naast het gewone werk, waarbij
we op het strand overnachten, wilde ze
alles zelf mee maken. Geheel onervaren
is ze niet, want voorheen hebben we vier
jaar op Ambon gewoond. Het was voor
haar genoeg, want nog een jaar zag ze
niet zitten. Ze wilde wel af en toe op
vakantie komen, maar dan moest er wel
wat gedaan worden.
Een van haar eerste tochten was naar
Zuid-Buru. Voordat je weet welk bootje je
moet hebben, ben je een dag verder. Je
kunt er zelfs heen vliegen, maar dat laat
het budget niet toe. Laat in de avond ver
trok een overvol vrachtscheepje met pas
sagiersaccommodatie naar Leksula in
Zuid-Buru. We sliepen op matrassen die
op planken gelegd waren. De tocht duur
de vrij lang omdat er in de nacht allerlei
mensen met bagage in en uit stapten.
Mensen uit de desa's langs de kust, die
mee willen, zwaaien met lantaarns of
maken een vuur langs het strand. Het
schip richt dan een schijnwerper richting
strand, gooit het anker uit en stuurt een
prauw om de mensen op te halen. Als je
echter van het schip af wil, ga je naar de
kapitein en zegt het hem. Met golven is
dit een hele toer. Na veertien uur kwamen
we in desa Leksula aan. Een naam die
staat voor een miniem dorpje langs de
kust. Het enige logement (losmen) een
triplex huisje met drie kamers. Hier kon-
Hitu
Foto: Theo Janssen
23