O
Het heeft niet zo mogen zijn. Ze zouden hun
Carpe-Diem nooit meer terugzien. Hun
droomhuis en alles wat daar in stond en ook
het daarnaast gelegen Vita-Bravis werden
het slachtoffer van oorlogsgeweld. Mijn
vader was 46 jaar toen ze Java voor de laat
ste keer verlieten. Ik was twee. Wij kwamen
begin 1940 in Europa aan. Holland was
inmiddels door de Duitsers onder de voet
gelopen. De oorlogsjaren werden doorge
bracht in het dorp Santpoort bij Haarlem. Na
de bevrijding vestigde mijn vader zich als
advocaat en procureur te Assen; waar hij
plotseling op 57-jarige leeftijd is overleden.
Als kind wist ik altijd al dat ik op een dag
terug zou gaan naar Sarangan. Die dag
kwam in september 1982, ik was toen 46
jaar oud. Ik wilde Sarangan zien door mijn
deze betrekkelijk kleine wagentjes kunnen
zo'n acht tot tien mensen. Wij gingen naar
boven en... er zaten zestien mensen in dit
1200 cc vervoermiddel. Ik zat op een klein
houten kistje. Als je aankomt in Sarangan
sta je vrij plotseling voor het prachtige meer
tje. En zo gebeurde het dat ik op die dag in
september 1982 ietwat onzeker uitkeek over
het meertje Pasir. Zo'n drieënveertig jaar
nadat ik hier voor het laatst als klein jochie
was.
Het werd mij direct al duidelijk dat de twee
huizen Carpe-Diem en Vita-Bravis er niet
meer stonden. Ik vond onderdak in het wat
ven/allen hotelletje Rahuyu, dat iets hoger
aan de westelijke kant van het meer lag. Het
had een terras met een prachtig uitzicht
over het meer. Daar tegenover mij, aan de
andere kant van het meer, lag een verloren
ogen op dezelfde leeftijd als toen mijn vader
46 jaar was. Dat was belangrijk voor mij,
omdat ik zelf wilde begrijpen wat voor para
dijs dit was. Ik wist helemaal niet wat mij te
wachten stond. Ik had geen herinneringen
aan Sarangan, ik was immers twee jaar
toen ik daar voor het laatst was. Ik had ver
schillende foto's bij me van die tijd en
natuurlijk alle verhalen van mijn moeder die
zo prachtig kon vertellen van haar tijd in dit
prachtige Sarangan.
Met de bus van Surabaya naar Magetan
duurt zo'n vijf uur. Zo'n bustocht kan trou
wens levensgevaarlijk zijn. Vanuit Magetan
in een bemo de berg op naar Sarangan. In
paradijs... Wat ik niet had kunnen weten
was, dat mijn aankomst in Sarangan niet
onopgemerkt ging. Verschillende mensen
van 'vroegere tijden' zagen een bekend
gezicht. Nu lijk ik veel op mijn vader en ik
had toen dezelfde leeftijd als mijn vader,
toen die Sarangan verliet in 1939. Zo kreeg
ik onverwachts bezoek, één van deze men
sen begroette mij met groot respect en zei:
'ayah Alting'. Het was één van onze
baboe's, Mas-Mikun. Ze dachten dat ayah
Alting terug was gekomen naar Sarangan.
Het tijdsverschil van drieënveertig jaar drong
niet goed tot hen door. Ze beseften niet dat
ik de zoon was van ayah Alting. Het ver
baasde mij dat deze rustige en beschaafde
mensen mij bij mijn naam aanspraken. Ik
had even tijd nodig om dat te verwerken.
Op een tocht door de oude en armoedige
kampong Sarangan, die iets achter het dorp
Sarangan ligt, werd ik begeleid door een
groep mensen en kinderen die natuurlijk niet
goed wisten wat er gaande was. Daar, in de
kampong, in een armzalig hutje zonder
vloer, ontmoette ik baboe Mangam Menit,
die mij vroeger 's morgens moest baden
toen ik drie maanden oud was.
Van Carpe-Diem staan nog een paar muur
tjes overeind, de muziek- en danszaal met
de grote open haard was een grote puin
hoop. Het zwembad was er nog wel, maar
het lag vol zand en was helemaal over
groeid. Het kleine kinderbadje was nog hele
maal intact!
Vlak voordat mijn ouders met ons naar
Holland gingen, in 1939 dus, heeft mijn
moeder een bougainvillea geplant aan de
rand van het meer, tegenover het Carpe-
Diem. Vaak heeft ze mij verteld: 'Als we
terugkomen op Sarangan, zullen we worden
begroet door een zee van bloemen.' Ze
heeft het nooit mogen zien. En nu stond
daar, aan de rand van het meer beneden
het vergane Carpe-Diem een prachtige
grote bougainvillea in volle bloei! Is het
mogelijk dat deze prachtige bougainvillea
dezelfde is die mijn moeder daar plantte,
drieënveertig jaar geleden? Het moet haast
wel! Ik werd begroet door een zee van bloe
men!
Ik ben zo'n vijf dagen in Sarangan gebleven.
Een paar tegels van het vergane Carpe-
Diem zijn mee teruggegaan naar ons
Carpe-Diem, hier op Tasmanië, dat wij in
1976 gebouwd hebben in de heuvels van
het rustige Underwood. Ook heb ik in de
puinhoop een oud verroest scharnier gevon
den; dat is weer helemaal schoongemaakt
en bij ons in de voordeur gezet en het draait
weer prachtig mee als de deur hier open en
dicht gaat... een symbolische handeling.
Op mijn laatste dag heb ik twee zakdoekjes
met aarde gevuld, daar waar het oude
Carpe-Diem heeft gestaan. Die zijn meege
gaan naar Holland. Eén zakdoekje met
aarde is uitgestrooid over het graf van mijn
vader, die in Assen begraven ligt, het ande
re heb ik aan mijn moeder gegeven. Ik heb
haar toen ook verteld wat er allemaal in
Sarangan gebeurd is, in al die lange jaren.
Een traan viel langs haar wat verouderde
wangetje op het zakdoekje met Javaanse
aarde... Ze heeft het zakdoekje nooit losge
knoopt. Ik heb altijd gevoeld dat mijn moe
ders hart is achtergebleven in Sarangan in
1939. Een paar maanden na mijn laatste
bezoek aan Holland in 1993 is dat hart tot
rust gekomen, ze was 87.
27