Anak anak yang kecil BIJ DE VOORPLAAT Wat zijn ze lief die kleine Indonesische kindjes. Het meisje van de voorplaat was bang voor mij, vanwege mijn grote bos kroeshaar. Ze woonde met haar hele familie in een piepklein huisje van bam boe op Bali. De meeste kinderen in Indonesië waren bang voor mij, ook al verschil ik uiterlijk en in kleur niet veel met hen. Er waren zelfs kinderen die spontaan gingen huilen als ik maar naar ze keek of dicht bij ze ging staan. Ik was voor hen een soort van rambut setan. Zo'n vreemde ibu hadden ze nog nooit gezien. De ouders schaamden zich voor hun kinderen als ze zich zo gedroegen. Maar na een paar maanden in het land van mijn ouders was ik het gewend om aangestaard te worden. Ik ben vier en een halve maand in Indonesië geweest voor mijn studie. Drie en een halve maand in de stad Jakarta en een maand gereisd door Java en Bali. Wat een overweldigende, vies ruikende, maar toch ook om verliefd op te worden, stad is Jakarta. Ik was er nog nooit geweest terwijl mijn ouders er vandaan komen. Ik voelde me daar eigenlijk meteen thuis. Ouders, tantes, ooms en oma's waarschuwden mij hoe gevaarlijk Jakarta wel niet was. Jakarta is gevaarlijk als je overal bang voor bent. Wanneer je dat niet bent, is het heerlijk toeven in deze wereldstad, die niet te vergelijken is met de rest van Java. Als je niet bang bent, is zelfs het nemen van taxi's 's nachts niet eng. Deze stad slaapt niet op gezette tijden; er worden dutjes gedaan over de hele dag. Oerip, de kokki van het huis waar ik woonde, had een nieuwe tv gekocht voor haar dochter van vijf die bij de oma in Tegal woonde. Zij zag haar dochter niet veel. Tegal is meer dan negen uur van Jakarta en veel vrije tijd hebben ze niet. Oma voedt het kind op en zorgt dat haar dochtertje naar school gaat. Oerip en haar man proberen haar wel alles te geven. Sparen kunnen ze als de besten. Hij ver diende zijn geld door passagiers te ver voeren op zijn ojek en zij als kokki. De enige periode dat Oerip langer dan een weekend met haar dochter samen zijn kan, zijn de twee feestweken na een maand vasten. Ik vroeg mij vaak af wie nou de echte moeder was, de oma of Oerip die veel te ver woonde van haar kind en veel van de ontwikkeling van haar dochter mist. Naar mijn gevoel zat ze daar niet erg mee, want als haar doch ter tien jaar zou zijn wilde ze een tweede kind. 'Heee misterrrr' wordt er vaak geroepen als je langs een groepje kinderen loopt. Nadat ik hen had uitgelegd dat ik een 'misses' was, proberen ze van alles aan je te slijten. 'Do you want shoe polish', 'uang makan' en 'do you want buy' wat ze ook maar bij zich hebben, als je maar iets van hen koopt, of gewoon ze geld geeft. En elke keer dacht ik: moeten zij niet op school zitten? Wat deed mijn hart pijn als ik weer een kindje zag bedelen op die vele loopbruggen naar een of andere grote shoppingmall in Jakarta. Een jongetje van een jaar of vier, zonder beentjes, die elke keer op dezelfde loop brug zat en waar ik en velen met mij weer een paar honderd rupiah in zijn bakje gooiden. Het is altijd te weinig wat je er ook ingooit. En elke keer bedacht ik mij: dat jongetje weet niet eens hoe hard de wereld kan zijn, en toch liep ik even later mijn boodschapjes te doen in Sarinah of blok M. Vaak liep er een jong meisje met haar zusje of broertje in haar slendang 's avonds langs een warung waar ik net mijn tiende stokje saté kambing naar bin nen werkte en daarna nog een tjendol nam als toetje. Bij de meeste tafeltjes werd ze weggejaagd, bij mij bleef ze wat langer staan. Ik ben een buitenlandse en ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om maar 500 rupiah te geven en gaf haar 3000 rupiah, waarop andere mensen mij toch te kennen gaven dat dat toch echt te veel was. Maar wat was nou 2,10 voor mij. Dit keer dan maar geen tjendol als toetje; voor haar kon het een aantal dagen eten betekenen. In de tijd dat ik in Indonesië zat, was ook de regentijd aangebroken. Wat kan het dan hard regenen. Het begint in Jakarta zo rond een uur of vijf en stopt soms niet eerder dan zeven uur. Maar in Depok, een buitenwijk van Jakarta, waar ik moest zijn voor mijn studie, begon de regen al vroeg in de middag. Meestal heb je op zulke momenten je paraplu niet bij je en ben je al doornat, voor je een bana nenblad hebt gevonden die als paraplu kan dienen. Dan is het eigenlijk een over bodige luxe dat kinderen, op blote voe ten, bij de bushaltes staan met een para plu. Voor een paar rupiahs brengen ze jou naar de plaats waar je moet zijn. Zelf blijf je dan droog maar zij worden door en door nat. Wil je dat ze ook onder de paraplu komen lopen, doen ze dat niet, ze voelen zich dan malu. En wat geef je ze als je op de plaats van bestemming bent? Altijd bang dat je of te veel of te weinig hebt gegeven. Teveel is niet goed omdat ze dan bij een volgende klant niet meer tevreden zijn met het vaste tarief, maar te weinig ook niet. Dus vraag je aan Indonesische vrienden wat goed is of niet. Op de boot van Java naar Bali werd je omringd door schoenpoetsertjes die voor een paar stuivers heel graag je schoenen wilden poetsen. Een jongetje van een jaar of tien bleef bij ons zitten. Constant vroeg hij of hij onze bergschoenen mocht poetsen. Telkens moest ik hem teleurstel len, tidak bisa: hij had niet de juiste kleu ren. Het kon misschien wel met een kleurloze smeer, maar die had hij niet. Hij bleef maar proberen en wij vonden het wel zielig. We waren geneigd om hem gewoon maar het geld te geven dat hij vroeg voor het schoenenpoetsen, zon der dat hij een schoen had aangeraakt. Maar we deden het niet. Wanneer elke toerist dit zou doen zal hij zijn schoen poetsspulletjes weggooien. Met bedelen verdien je dus ook en de toeristen hebben zat geld zal hij denken. Hij heeft ons wel met een onbestemd gevoel laten zitten, hadden we nou wel of niet... Claudia van den Broek ïïfföamgQ© Ïï©ooff8 (tei./fax 073 - 53215 60) Lid S.G.R. scr Molenberg 115386 DA Geffen De Bonte Avond Club, 'n Ind. getinte amateur cabaretgroep, vertrekt op 6 mei (terug 21 mei) naar Singapore en Bandung. De leeftijden der 34 deelnemers ligt tussen 20 en 75 jaar. Nog enkele plaatsen vrij. Aansluitend individuele reis moge lijk! Vliegreis met Singapore Airlines. Snel aanmelden gewenst. Foto: Claudia van den Broek 2

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 2