Victor Ju door W.G.F. Bekink Aanval van Nederlandse B-25 Mitchell bommenwerpers op een Japanse kruiser. Collectie: Militaire Luchtvaartmuseum, Soesterberg. Een van de eigenschappen die de zogenaamde 'Indische jongen' sieren is bescheidenheid. Dit is misschien een reden geweest dat Victor Julien Trip in de Nederlandse artistieke wereld nooit zo prominent naar voren is gekomen. Hoewel hij dat eigenlijk wel verdiende. Hij was een beetje een eenling, hetgeen echter niet betekent dat hij niet van gezelligheid hield. Integendeel, maar dan wel onder vrienden, onder de mensen die hem eigen waren. Victor Trip werd op 2 maart 1913 gebo ren in Yogyakarta. Zijn vader was een stuurman op de wilde vaart, van origine een Fransman en heette Julien. Zijn moeder was een Indische, dus van gemengd Indonesisch-Nederlands bloed en moet een bijzonder mooie vrouw zijn geweest. Kort nadat Victor was geboren, overleed zijn vader en zijn moeder her trouwde enkele jaren later met Jhr. Sibelius Trip. De naam van zijn stiefvader werd later toegevoegd aan Victors eigen naam en werd dus Victor Julien Trip. Aangezien hij niet het echte kind was van Sibelius Trip erfde hij dus niet diens adel lijke titel. Na zijn lagere school ging hij naar een kostschool bij de paters in Buitenzorg en volgde de opleiding Bouwkunde op de Middelbare Technische School aldaar. Hier ontwikkelde hij zijn vaardigheid in het technisch tekenen, die hem later van pas zou komen in zijn artistieke loop baan. Hij begon zijn werkzaam leven als lay-out man en illustrator bij de Koninklijke Drukkerij De Unie te Batavia, uitgever van het grootste dagblad in Indië De Java Bode en van het weekblad Wereldkroniek, waar hij de grafische technieken leerde. Hij was belast met de opmaak en het ontwerpen van ad vertenties. Bij De Unie werd ook het blad Geeft Acht!, een uitgave van de Leger- voorlichtingsdienst, gedrukt. Aan hem en zijn collega Korver werd de artistieke inhoud van de publikatie opgedragen, die aan het blad een speciaal cachet gaf dat velen van zijn nog in leven zijnde tijdge noten zich zullen kunnen herinneren. Zijn carrière werd onderbroken door de inval van de Japanners en de daarop vol gende bezetting van Nederlands-lndië. Zoals met nagenoeg de gehele Nederlandse samenleving gebeurde, werd ook hij geïnterneerd. In mei 1942 werd hij in Malang opgepakt en naar het Kesilir kamp gezonden, dat in het meest zuidoostelijk deel van Oost-Java lag. Het was nog in het begin van de bezet tingsjaren en de behandeling was nog niet zo slecht als later het geval zou zijn. In oppervlak was het een groot concentratiekamp (ongeveer vier vierkan te km), aan drie zijden ingesloten door jungle waar geen doorkomen aan was en aan een kant door de Stille Zuidzee. Het was hier dat ik Victor voor het eerst ont moette. Ik tekende zelf zo'n beetje en om iets bij te verdienen maakte ik een serie- tje prentbriefkaarten over de omstandig heden waaronder wij daar leefden. Ik had er groot succes mee want er waren velen die een dergelijk souvenir mee naar huis wilden nemen. Wij waren nog optimis tisch in die begintijd en dachten hoog stens enkele maanden gevangen te zit ten. Bij mijn bezoek aan een van de lood sen zag ik hem zitten met een schets boek op zijn schoot en uiteraard nieuws gierig sprak ik hem aan. Hij keek me aan met die scherpe taxerende blik van hem en schoof mij zijn schetsboek toe. Ik was verrast! Een schetsboek vol met prachtige teke ningen van zeeslagen, luchtgevechten afgewisseld door illustraties van Wild West scènes in een stijl zoals die in die tijd veelal verschenen in de Saturday Evening Post en op de omslagen van pocketboeken, vol actie en kruitdamp. Hij verdiende, net als ik, ook wat bij door voor lotgenoten hun barak of slaapplaats op papier te zetten. Het verschil was dat hij een vakman was en ik een amateur. Ik had iets wat hij niet had, namelijk waterverf en ik deelde die graag met hem. In plaats van potloodschetsen wer den nu de lucht- en zeeslagen in kleur op papier gezet. Het was prachtig om te zien! In mijn herinnering, nu meer dan vijftig jaar geleden, kan ik ze nog gede tailleerd, voor de geest halen. Hij was niet alleen een groot tekenaar maar ook een boeiend verteller. Terwijl hij tekende of schilderde vertelde hij ver halen uit het Wilde Westen en de geschiedenis van de ontwikkeling van de wapens, die het Wilde Westen beroemd maakten. Smeuïg kwamen de cowboy helden tot leven, Billy the Kid, Wild Bill Hickok, Wyatt Earp enz. Hij kende ook de historie van elk belangrijk schip en wist die in detail weer te geven, zoals hij ook de kwaliteiten en bijzonderheden van vliegtuigen kende. Hij had een absoluut fotografisch geheugen voor technische details. Later, toen ik hem beter leerde kennen, ontdekte ik de ambivalentie in zijn persoonlijkheid. Op papier en op can vas was hij een romanticus, een avontu rier en een held. In werkelijkheid had hij vliegangst, kon geen auto besturen en kon zelfs niet fietsen. Maar op zijn benen, op vaste grond toonde hij een grote door tastendheid en vasthoudendheid, die bij voorbeeld tot uiting kwamen in de jacht, zijn tweede grote liefde na de schilder kunst. Vanaf onze eerste kennismaking trokken we samen op. Ik zette het tekenen op een laag pitje en ging voor hem op pad 25

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 25