Gam bar Hidoep GIRO 6685 ï0tRP*Ci ï«RBITï 29 hem met zijn vuisten en met een stok heeft geslagen en toen hij nog niet wilde 'bekennen' dompelden ze hem onder in de vijver, telkens tot stikkens toe. Ook dreigden ze hem te interneren op het eiland Nusa Kembangan. Hij weet inmid dels dat Haris Bin Suhaemi hem bij de politie heeft aangegeven als iemand die illegale bendes zou steunen. Deze Haris Bin Suhaemi zou later getuigen in het proces tegen Jungschlager. Weer een dag later, op vijftien mei 1954, wordt Rath zelf verhoord, door dezelfde inspecteur als de eerste keer, inspecteur Enduh. Enduh wil nu weten of Rath tien duizend rupiah aan een illegale bende heeft afgedragen. Daarnaast begint hij weer over de Westerling-actie. Rath ont kent alle beschuldigingen, ook dat hij iets van de NIGO af zou weten. Maar twee andere arrestanten, Hofman en Baden, hebben Rath inmiddels als lid van de NIGO genoemd, volgens Enduh. Omdat Rath blijft ontkennen loopt het gesprek op niets uit en twee dagen later is hij samen met Duysings terug in Bogor. Op dertien juli - hij zit inmiddels ruim een halfjaar gevangen - ziet Rath voor het eerst weer zijn vrouw en kinderen, voor een half uur tje. Een paar keer moet Rath op de binnen plaats van het politiekampement met ongeveer dertien anderen op een rij gaan staan. De eerste keer begrijpen ze niet direct waarom. Dan zien ze vanuit een gebouwtje twee Indonesiërs naar ze kij ken. Door het open raam zien ze ook enkele politiemensen staan. Ze horen ze fluisterend vragen stellen en zien de twee vervolgens nee schudden. Het is de bedoeling dat ze herkend worden. Rath hoort hoe er één, een Soendanees, 'nteu aja' zegt ('er is niemand bij'). Niemand wordt herkend ondanks aandringen van de inspecteurs. De sfeer buiten de gevangenis was inmiddels goed verziekt. Vooral de Indo europeanen lijden onder anti-Nederland- se stemming. Die voelen zich bedreigd, de meeste Schmidt-arrestanten waren tenslotte Indo-europeanen. Velen hielden het voor gezien en vertrokken uit Indonesië. Ook de vrouw van Rath wil met de kinderen naar Nederland. Begin december bezoekt ze met haar kinderen de gevangenis. Nog korter dit keer. Een maand later, in januari 1955, als Rath inmiddels een jaar vast zit, krijgt hij voor de derde en voorlopig laatste keer zijn gezin even te zien. Die staat op het punt om naar Nederland te vertrekken. Het eerste deel van dit verhaal verscheen in het maartnummer van Moesson (pagi na 37). Volgende maand volgt het derde en laatste deel. Op de foto mijn broer Fred voor de Globe-bioscoop aan de Pintoe Besi. In die tijd werden levensgrote aanplakreclames gemaakt, in dit geval voor de film Kismet, die onlangs nog op de Duitse televisie te zien was. De Globe, de aan Kreket gelegen Cinema Palace en Kramat-bioscoop hadden twee kassa's. Aan de vooringang kon je kaartjes kopen voor de 1e klas, loge A en B en balkon. Aan de zij-ingang was een kassa voor de 2e en 3e klas (klas Kambing). Hierin zat het venijn, want de 3e klas was alleen voor 'inlanders' bestemd. Kwam je dus als indo toelèn, indo kampong of indo kesasar een kaartje klas kambing kopen, dan werd je steevast geweigerd. Deze kassabeheerders hadden een onfeilbaar genetisch determinatievermogen. Maar.... daar hadden wij een foetje op gevonden. Wie niet sterk zijn, moet slim is! Voor de bioscoop stonden altijd verkopers van katjang, kweh poetoeh, kweh pant- jong, tjendol en dergelijke. Deze lieten we dan vlak voor het begin van de film voor ons de kaartjes kopen, om dan als de voorfilm begonnen was in het donker binnen te glippen. Op een lange houten bank, helemaal tegen het doek aan, zaten we een stij ve nek te krijgen. Hadden we zelfs voor de klas kambing geen geld genoeg (zakgeld was een begrip die ons angstvallig werd onthouden) dan was er naast Cinema Palace een gedèk-bioscoop waar op een goor vlekkerig doek door een projectieap paraat op een houten stellage westerns uit de jaren twintig werden vertoond. Heb je die films gezien, dan heb je alle Amerikaanse films gezien. Achtervolgingen te paard (nu per auto); zesentachtig keer geschoten, één indiaan dood (nu één mafia-ban- diet); kapot gereden postkoetsen (nu auto's); de held wordt nooit geraakt (nu nog steeds niet). Het enige verschil is dat je dat vroeger voor vijf cent zag. Wah doeh seg, al soveel geschreve. Volhende keer lagi. OED Ons reservefonds voor moeilijke dagen! Moesson wil geen subsidie. Het wil voortbestaan alleen als u dat wilt. Met uw steun poekoelen wij teroes! Hiernaast laten wij onder hartelijke dankzegging aan alle schenkers, de verantwoording volgen van de giften die zijn binnengekomen voor het reservefonds voor Moesson over april 1996. J.G. van Beeck 25,-; W. Boverhof 100,-; M S. Eybersen 50,-; Mw. M.M. Gaudreau-v. Alphen 10,-; Dr. J.H.C Hilgers 115,-; W H Hogestijn 100,-; J.F. Holzapffel 100,-; Conny Ketting 100,-; Drs. C F. Knoedler 50,-; L.W. Koekebakker-Heyting 50,-; Mw. J.C. Lemaire-Manuel 25,-; Mw. v.d. Meer Mohr-Sieverts 15,-; NN 5,-; M. Pronk 50,-; Mw. H. Schonherr 10,-; Mej. L.S.J. v.d. Veer 25,-; Mw. A.M.L. Verhagen 100,-; Mej. H M. Vrijburg 100,-; Hr. en Mw. Zuidema 25,-. Totaal in april 1996 1055,-.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 29