PLANTEN UIT DE TROPEN Granaatappel Punica Granatum - Dilima Familie: Punicaceae - Granaatappelfamilie DOOR NETTY SELDER De Granaatappelfamilie bestaat uit één geslacht met twee soorten, namelijk de Punica granatum (verschillende variëtei ten) en de Punica protopunica, een zeld zame plant die alleen te vinden is op het eiland Socrota in de Indische Oceaan. Proto wil zeggen 'oer' of eerste. De gra naatappel is afkomstig uit West-Azië en werd 400 jaar geleden al gekweekt. Deze sier- en gebruiksplanten bestaan uit kleine bomen en struiken van één tot vijf meter hoog. Ze komen voor in sub- en tropische gebieden, gekweekt en in het wild. De wilde planten hebben stekels en zijn uitermate geschikt als haagplant. De lekkerste granaatappels komen uit stre ken waar de zomer droog en warm, en de winter koud is. Dus in Zuidoost-Europa en in het Midden Oosten. De granaatap pel doet het goed in bevloeide gebieden en is zouttolerant. De granaatappel dankt zijn naam aan Plinius de Oude. Plinius leefde aan het begin van onze jaartelling en was een Romeinse schrijver, militair en magistraat. Plinius vond dat de vruchten veel op pro jectielen leken die de Romeinen mee brachten uit Carthago na de Punische oorlogen. Plinius noemde de boom Pomus punica Granaatappel (pomus appel en punica granaat). Granatum betekent ook edelsteen. De stad Granada in Zuid-Spanje is genoemd Granaatappelboompje op Bali naar deze plant. De Arabische naam voor granaatappel is Rumman, genoemd naar de God van donder en storm. In het Midden Oosten is de granaatappel samen met de druif en de vijg een symbool van rijkdom, over vloed en voorspoed. In Griekenland en Egypte wordt de plant als heilig beschouwd; de vele zaden sym boliseren de vruchtbaarheid. In Turkije is het een oud gebruik dat bruidjes de vrucht op de grond gooien. De zaden die uit de gebroken vrucht vallen worden geteld. Zo denkt men het aantal kinderen dat de jonge bruid zal krijgen te kunnen voorspellen. De wijze koning Salomon, koning van de Israëlieten had in zijn tuin veel granaatap pelbomen. Het kroontje boven op de vrucht, gevormd door overblijvende bloemkroonblaadjes, zou model hebben gestaan voor zijn koningskroon. Mohammed, stichter van de islam geloof de in bovennatuurlijke krachten van de plant. Volgens hem kon door het eten van de granaatappel de geest worden gezui verd van afgunst. Op oude kunstvoorwer pen en borduurwerk komen vaak afbeel dingen voor van de bloemen en de vruch ten. Men beweerde dat de vrucht 613 zaden zou bezitten, net zoveel als de Bijbel wet ten kent. Ik telde het zaad van verschil lende granaatappels, maar de aantallen daarvan varieerden van 381 tot 515. Het waren vruchten met een doorsnee van negen centimeter. Granaatappelbomen hebben een schilfe rige bast, lichtbruine takken met korte twijgen. De gaafrandige smalle bladeren zijn lichtgroen en staan dicht opeen tegenoverstaand of half tegenoverstaand. De altijd groene, gladde lancetvormige bladeren zijn kort gesteeld, de jonge blaadjes zijn roodachtig. Wilde struiken hebben veel okselstandige dorens. Er zijn bloemen in verschillende kleuren. Witte bloemen die witte vruchten dragen, dubbele rode bloemen en enkele rode bloemen, beiden met rode vruchten en karmijnrode bloemen met paarse vruch- 30

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 30