l i Nasi met paprika 31 ten. De bloemen staan aan het eind van de stengels of komen uit de bladoksels te voorschijn. Ze staan alleen of in een enkel trosje, zijn tweeslachtig, bezitten vijf tot acht kelkblaadjes en vijf tot acht kroonblaadjes. Het dikke, onderstandige vruchtbeginsel heeft talrijke vergroeide vruchtbladen. De bloemblaadjes zijn gekreukt en de bloem bezit twintig meeldraden. De ronde vruchtjes zijn zo groot als een appel (vijf tot twaalf centimeter doorsnee) en hebben een dikke, harde leerachtige schil. De kleur kan wit, geelgroen, rood bruin of donkerpaars zijn. Dat ligt aan de soort. Oudere vruchten worden bruin. Boven op de vrucht zit een kroontje, een overblijfsel van de kelkkroonblaadjes. De vruchten zitten vol zaden die ingebed zit ten tussen het roseachtige of geelwitte, geleiachtige vruchtvlees. Men eet het vruchtvlees samen met de zaden. De smaak is geurig en zoet. De zeshokkige vrucht is openspringend. Door de harde schil blijven de vruchten lange tijd goed, dus uitermate geschikt om uitgevoerd te worden. In Nederland zijn ze van juli tot maart te koop, onder andere afkomstig uit Israël, Zuid-Afrika, Italië en Spanje. Als men de vruchten eet; oppassen voor knoeien op de kleding. Het sap en de gekneusde schil geven hardnekkige vlek ken. Het gemakkelijkst is het de vrucht te halveren en de inhoud er uit te lepelen. De granaatappel is één van de meest gebruikte geneeskrachtige planten. In China wordt van plantdelen een medicijn gemaakt tegen tuberculose. In West-Azië was de plant 300 jaar geleden al een be kend middel tegen ingewandswormen. Vanaf de negentiende eeuw werd de plant in Europa toegepast tegen lint worm. Men trekt thee van de geurloze, bittere wortelbast en de schors. Dit mid del wordt ook gebruikt tegen chronische diarree. Ook wordt er van de vruchtschil- len thee getrokken. De vruchtschil bevat zesentwintig procent looistof en dertig procent slijm. Voorzichtigheid is hier geboden, want het kan maagklachten veroorzaken! Een gorgeldrankje gemaakt van in water gekookte bloemen, helpt tegen tand vleesontsteking. Drankjes tegen dysente rie maakt men van fijngemaakte vruch ten, honing en heet water. Dit drankje helpt ook tegen koorts, hoest en braken. Van ongegist sap maakt men grenadine. Van de vruchten kan men marmelade maken. Campari, een alcoholische drank, heeft zijn kleur en bitterheid te danken aan de granaatappel. In het Midden Oosten wordt de granaat appel in verschillende gerechten ver werkt. In Iran gebruikt men hem in stoof schotels. De gedroogde zaden worden als garnering op zoete gerechten ge strooid. Op Bali is de granaatappel niet zo geliefd voor consumptie, wel voor het maken van medicijn. Het sap en de schil van de vruchten wordt gebruikt als verfstof voor oosterse tapijten. Voor het looien van leer en het verven van tassen wordt de bast van de boom gebruikt. In Nederland is vooral de Punica grana- tum nana bekend als kamer- en orange- rieplant. Het is een dwergsoort die plus minus vijfendertig centimeter hoog wordt. Deze 'nana' is erg geschikt om er een bonsaiboompje van te kweken. De plant kan rijkelijk bloeien en heeft weinig last van schadelijke insecten. Tijdens groei en bloei veel water, veel warmte en om de twee weken mest geven. De planten dragen kleine, groene blaadjes, in de zomer oranje, klokvormige bloemen met tere verfrommelde bloemblaadjes. De gele, eetbare vruchtjes hebben twee klokhuizen boven elkaar en zijn plusmi nus vier centimeter groot. De vruchtjes niet afplukken, ze vallen er vanzelf af. Buiten worden de bloemen bestoven door de wind en verschillende insecten. Binnen in huis kan men met behulp van een penseeltje de bloemen bestuiven. In de zomermaanden, vanaf half mei, kan de plant op het terras of balkon staan. Blijft de plant binnen, zorg dan voor vol doende frisse lucht. Zet de plant voor een zonnig raam en houdt de plant gelijkma tig vochtig met lauwwarm water. In de wintermaanden koel zetten, ongeveer zeven graden Celcius - ze kan haar blad verliezen of de bladeren worden geel - en weinig water geven. In het vroege voor jaar de plant snoeien en eventueel ver potten in leemachtige grond, bijvoorbeeld bladaarde, scherp zand, leem of klei en gedroogde koemest. Bladerloze stekken (met hieltjes) van zeven centimeter kun nen in een glas water wortels krijgen. Zaaien kan in het voorjaar. Jonge planten enkele keren toppen, om bossige planten te krijgen. Ze bloeien pas in het tweede jaar. Literatuur: Ole Host Tropische planten en groenten Dr. Dharba Chinese geneeskrachtige planten Oom Gijs en tante Mien. Poenkie noem de hij haar. Ze zijn er niet meer. Na het overlijden van tante, vis ik een fotoalbum uit de container. Ik sla de vergeelde bladzijden om, zie deze foto en voel me een voy eur. Een gluurder over de schutting van de tijd. Oom Gijs en tante Mien zijn al kilometers diep weggezonken in de oce aan van tijd die hun Insulinde steeds meer bedekt en dit fotoalbum is als een stuk wrakhout boven komen drijven. Een vertraagde echo van een jeugd en een kracht die al aan het wegebben waren voor ik geboren werd. Oom Gijs en tante Mien waren bejaard. Grijs gerimpelde mensjes die met beve rige handen over je bol aaiden als je op een verjaardag net aan een stuk ayam \t IJ zat te kluiven, terwijl iedereen aan het roken en aan het praten was. Wie waren ze? Waarover hebben ze gedroomd? Ik weet het niet. Mijn vocabulaire gaat niet verder dan trassi en katjang. Ik ben vijfentwintig en mijn geest is doordrenkt met het evangelie, de krant, en de schrij vers van mijn tijd. Ik weet niets van het parallelle heelal waar Indië zich afspeelt, in haar laatste groeven. Mijn moeder is een goede repatriant geweest. Ze kookt aardappelen en haar enige misser is geweest dat ze zei dat we onze vieze kakkies moesten vegen. Pas bij het zien van een etiket op een fles ketjap, begreep ik dat 'kakkie' geen Nederlands woord is. Mijn moeder die, nu ze ouder wordt, steeds gemakkelijker terugglijdt naar de herinneringen van een meisje dat met blote kakkies over de hete ijzeren brug rende, in een wereld vol wonderen waar uit ze moest vertrekken zonder te weten wie Soekarno nu eigenlijk was. Mijn Indische wortels zijn zo lang en dun geworden, dat ze het niet nog een gene ratie zullen houden. Alleen de nasi zal het overleven. Met stukjes paprika. Sam Gerrits

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 31