te missen. Nog nooit had ik zo naar iemand uitgekeken als naar Abdulkadir Alhawah. Ik hoopte maar dat Amir mee zou komen. Heel laat pas kwam Kadir Radio zonder zijn zoon. Hij verontschuldigde zich voor het late uur. De demonstraties bij de andere klanten waren enigszins uit de hand gelopen. Hij had het over uitzendin gen die laat in de avond, zelfs tot diep in de nacht plaatsvonden. Het had iets met het tijdsverschil te maken tussen Europa en Java. Ook waren de verre zenders 's nachts veel beter te beluisteren. Vader verplaatste de radio van het buffet in de tussenkamer naar een klein tafeltje op de voorgalerij, waar Kadir twee koperen dra den in de achterkant van het toestel plug de. Eén voor de antenne- en een andere voor de aardeverbinding. Vader legde uit dat hij voortaan hier in de open voorgale rij naar de radio wilde luisteren. Niet alleen om de benauwde, omsloten ruimte tussen de tussenkamer te vermijden (hij vertelde mij in vertrouwen, dat hij eigen lijk moeite had met de klonjogeur van de gast), maar ook om ons kinderen niet te hinderen bij het slapen, mocht het appa raat in de nachtelijke uren lawaai maken. Eindelijk werd de radio aangezet. Het venster werd direct verlicht door een ling groen op. Toen een zender werd gevonden, gamelanmuziek, werd het licht intenser. 'Mata koetjing', zei Kadir Radio. 'Het is een kathodelamp. Hoe meer die lamp oplicht hoe juister de afstemming op het station. Dat is een controle voor jezelf.' Direct daarna werden de tonen weer weggedraaid. Het oog werd donker, tot dat een andere zender werd gevonden en leek zich inderdaad als een echte kat te gedragen. Af en toe kwamen er afgrijselijke gelui den uit alsof je op de staart van een kat trapte. 'Andjing meksiko', volgens Kadir Radio. Zouden de honden in Mexico op zo'n manier blaffen, vroeg ik me af? Minutenlang ging de wijzer met veel gekraak en gekrijs heen en weer. Hij vond nergens rust. Muziek werd afgewis seld met spraak. Ondertussen gaf Kadir Radio vader aanwijzingen van het hoe en waarom van de ontvanger. De middelste knop diende om van band te wisselen, van korte- naar lange- of middengolf. Iedere zender had zijn eigen plaats in de ether, vertelde hij. Het was voor het eerst dat ik de naam ether hoorde, net als de kathodebuis. Ik heb morgen op school heel wat te vertel len, dacht ik bij mij zelf. Want die namen gelig schijnsel. Een enorm gekraak kwam uit het kastje alsof een berg kiezels werd vermalen. Kadir draaide aan de linker- knop om het geluid af te zwakken en met een van de knoppen aan de rechterkant verplaatste hij de wijzer. Het gekraak ver anderde in een hoesten. Een klein, rond venstertje naast de wijzerplaat, dat ik nog niet eerder had opgemerkt, lichtte plotse- waren door de jongens niet ter sprake gebracht. Door de warmte die het apparaat afgaf, begon ik de geur van politoer en bakeliet sterker te ruiken. De middelste knop werd met het begelei dend gekraak gedraaid naar de band voor de korte golven. 'Hier zitten de zenders uit Europa en Masr (Egypte). Je kunt aan het geluid horen dat ze van heel ver komen. Een geluid dat aanzwelt en weer wegebt tot dat ze zowat onhoorbaar worden om daarna weer terug te komen. Erg verve lend, maar er is niets aan te doen. Ze noemen dat in het Engels 'fading'. Dat heb je met die korte gelombangs.' Er werd een Arabische zender hoorbaar. Vaders gezicht klaarde op. Hij keek mij trots en verheugd aan en hief zijn hand op alsof hij wilde zeggen: 'Stop. Niet weg draaien.' 'Al Kahirah (Cairo)' zei Kadir. Vader knikte zonder antwoord te geven, aandachtig luisterend naar wat werd gezegd. Af en toe leek het net alsof iemand anders tegelijkertijd in een ande re taal probeerde te praten. Met een lich te aanraking van de knop werd hij van die zender weggedraaid. Het leek mij een urenlange toespraak die ik niet kon vol gen, maar die de beide mannen belang rijk scheen. Ze gingen direct na de uit zending over politiek praten, iets wat mij verveelde. Ik werd naar bed gestuurd met de mede deling dat het lang en laat genoeg was geworden. Vanuit mijn bed kon ik door de geopende vensters van onze slaapkamer alles volgen. Het was juist alsof de gelui den van ver kwamen. Ik kan niet zeggen hoe lang het bezoek van die avond is gebleven. Het leek alsof ik de hele nacht de radio, het gedempte gesprek samen met het getjirp van de krekels en het gehuil van de uilen in mijn slaap had ge hoord. De volgende ochtend bij het naar school gaan zag ik de radio weer op het buffet staan, doods en koud. Zelfs het katten- oog bleef blind. Ook de stoelen in de voorgalerij stonden als onaangeroerd weer in de rij alsof de gebeurtenis van gisteravond niet had plaats gevonden. Op school sprak ik over het kattenoog, fading en ether. Sommige jongens zei den, dat het kattenoog in een radio niet kon bestaan, dat het belachelijk was en dat ik enkel stond op te scheppen. Gelukkig waren er echter weer anderen die mij bijvielen. Zo'n ding hadden zij ook in hun apparaat. Trouwens Amir kon de ongelovigen helemaal overtuigen. 'Goed, Neas kan gelijk hebben, maar onze radio heeft toch een mooiere vorm. Rechtopstaand, met een vloeiende, half ronde boog d'r bovenop, en niet zo maar een ordinair rechthoekig kistje.' Daar kon ik helaas niets tegen inbren gen. Eigenlijk was ik ook een beetje teleurgesteld over hoe onze radio er uit zag. Hij leek niet op de radio in de adver tenties. Ik troostte mij maar met de bewering van Amir dat de moderne wereldontvangers er tegenwoordig allemaal zo uitzagen. Sinds de eerste demonstratie kwam Kadir Radio gedurende een week elke Aloon aloon te Solo Foto: Reggie Moltzer 36

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 36