Meditations from Florida Oost, west, zon, maan en sterren. Ruwet! Mijn vader was planter en wij, mijn jonge re broer en ik, gingen wel eens mee met hem de tuinen in, zoals hij dat noemde. Dit gebeurde meestal in de grote vakan tie en we vonden het leuk, anders hingen we maar een hele maand rond het huis. In die dagen ging je niet ieder jaar ergens naar toe. Het was nog donker als we uit bed getrommeld werden en na een ont bijt met warme havermout, reden we met Pa weg in een oude Ford, vol verwach ting van wat de dag brengen zou. Aangekomen in de eerste tuin moesten we lopen, eigenlijk rennen achter mijn vader aan die met lange benen, lange stappen nam. Hij één stap, wij wel drie, maar we klaagden niet, anders moesten we thuis blijven een volgende keer. De zon was inmiddels opgekomen als hij sprak met zijn mandoer over hoe de tui nen ervoor stonden. Dan begon het mys terie, tenminste zo dacht ik erover. De mandoer vertelde hem dat de tuin lor van hier het niet zo goed deed, en de tuin kulon al evenmin. En mijn vader stapte regelrecht naar lor, het noorden, en daar na naar kulon, het westen, zonder te verdwalen. Hoe wist hij dat nou allemaal? Wij werden ingewijd in het geheim van de vierwindstreken: oost, west, noord, zuid, respectievelijk wètan, kulonlor en kidul in het Javaans; timurbarat, utara en selatan in het Indonesisch. We kregen een lesje over de zon die opkomt in het oosten (altijd!), waar het westen ligt ten opzichte daarvan, en hoe het noorden en zuiden dan ook gemak kelijk te vinden zijn. Met oost en west hadden we geen moeite, veel meer met zuid en noord. Tot we dat ook onder de knie kregen. In de vierde klas van de lagere school kregen we een atlas en zag ik voor het eerst een duidelijke kaart van Java en waar de windstreken lagen ten opzichte van ons eiland en ook waar Malang lag in Oost-Java, dat was belang rijk. Een heleboel werd me duidelijker, zolang ik maar wist waar het noorden was in mijn boek. Als ik wist waar de zon opkwam, dan wist ik ook waar ik was, zo dacht ik tenminste. Aan dit alles werd ik herinnerd toen ik onlangs de maan zag opkomen. Pal oost. Het bracht me terug naar de middag zoveel jaren geleden, toen we op de berg Muria in Midden-Java op jacht waren met Pa. We zaten hoog in een boom (zonder geweer) en we zagen de maan opkomen. Enorm groot rees zij uit het oosten over de horizon, oranje van kleur! Dat kwam door de weerkaatsing van het licht van de ondergaande zon, die al even groot recht tegenover de opkomende maan onderging in het wes ten. Wat een schouwspel. Overdag weet je dus wel zo'n beetje waar je bent, maar hoe weetje waar je bent 's avonds? Gemakkelijk, je kijkt maar naar de sterren zeggen ze, pech gehad als de lucht bewolkt is. Toen op Java, op het zuidelijk halfrond, keken we naar de Noorderster of het Zuiderkruis, tenminste zo werd het ons verteld, maar ook daar had ik wel moeite mee. Om een lang verhaal kort te maken, nu, hier op het noordelijk halfrond verdwaal ik overdag ook al, wattemeer 's avonds zoekend naar het Noorderkruis. Als we ergens naartoe gaan ben ik de navigator. Adoeh! Mijn betere helft heeft een geweldig oriëntatievermogen, dat vermogen is bij mij helaas in z'n groei gestuit. Maar goed, hij moet rijden en ik 'lees de kaart'. Die heb ik intussen opengevouwen op m'n schoot, het noorden boven. We weten allemaal dat meestentijds vrouwen een heel andere methode van kaart lezen erop nahouden dan mannen. Vrouwen gaan naar links, het westen (als ze naar rechts moeten), naar rechts, het oosten (als ze naar links moeten), naar boven, het noorden, of naar beneden, het zuiden. Er ontspint zich het volgende gesprek: 'Waarheen nu, Route 40 West of Oost?' 'Naar links', komt het antwoord. En dan verkeerd. Natuurlijk zijn we wat knapper geworden door de jaren heen, maar ik verdwaal nog altijd heel gemak kelijk als ik eventjes niet oplet. Wij zijn echter niet de enigen die soms niet goed weten waar oost of west is midden op de dag, laat staan midden in de nacht. Er kwam een film uit, jaren geleden gemaakt door een bekende moviemaker, over de uitbarsting van de Krakatau waarvan de titel luidde: Krakatoa, East of Java. Dat moest natuurlijk 'West of Java' zijn. Had die man nou maar gewoon op de kaart gekeken, met het noorden boven, dan had hij meteen gezien dat de Krakatau links van Java ligt en had hij die blunder niet geslagen, oost in plaats van west, voor de hele wereld! Wij zijn zeker niet de enigen die het ver schil bij tijden niet weten tussen oost en west. Maar net zoals de mandoers op Java geven de mensen hier in Amerika de richting aan per windstreek. Als we van Florida naar New York gaan, gaan we up north. Nu moeten we terug, we gaan dan down south. Voor ons hier ligt California out west, en voor mensen aan Amerika's westkust zitten wij back east. Ik vertelde al eens eerder dat men het op het eiland Hawaii heeft over de bergzijde, mauka-side, en de zeezijde, makai-side. Het hangt er wel van af waar jij op dat ogenblik bent op het eiland of dat nu noord of zuid, oost of west is. Al hele maal ruwet, alweer gemakkelijker als je de oceaan kunt zien of de bergen, 's Nachts hebben ze tenminste, net als wij toen, het Zuiderkruis en de Noorder ster. Hier in Florida leefden de oorspron kelijke immigranten, Crackers genaamd, voornamelijk van het land als landbou wers en jagers. Voor hen staat en valt een hele hoop met de stand van de zon, de maan en de sterren. Ze zeggen dat de herten 'feed on the moon', wat betekent dat ze eten als de maan tevoorschijn komt. Ze hebben het over 'moon-rise' en 'moon-down', zoals ze het hebben over 'sun-rise' en 'sun-down'. Maar voor de maan hebben ze nog een speciale uitdrukking. Als er een maancirkel vol tooid is en de maan nergens te bespeu ren valt, zeggen deze mensen dat ze 'de maan onder hun voeten kunnen voe len' en ze noemen dat 'south moon under'. Komt de maan nu weer op dan noemen ze het 'south moon over'. Deze uitdrukking komt nergens anders voor dan hier, zover ik weet. Het is heel apart, vind ik, om de maan onder je voe ten te kunnen voelen. Zeg nou zelf. Zo hebben we dus allemaal onze eigen manier van het vinden van de juiste weg met behulp van een kaart, of zonder kaart met behulp van de zon, de maan en de sterren. Oost, west, noord, zuid, we weten waar we vandaan komen, en we weten waar we zijn, maar weten we waar we naar toe gaan? Juul Lentze 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 9