PLANTEN UIT DE TROPEN
Cantharanthus Roseus
Vinca Rosea - Lochnera Rosea
Indische maagdepalm, soldatenbloem
DOOR NETTY SELDER
Tapak dara (Indonesië algemeen), Kembang sari cina (Java), Tembaga bureum (Sunda).
Kembang Sendatoe als kamerplant
De Indische maagdepalm is een wilde
Indische plant uit de tropische regenwou
den en groeide oorspronkelijk alleen in
Brazilië en Madagaskar. Nu is ze in alle
tropische gebieden een geliefde sierplant
waar ze veel gekweekt wordt voor in tui
nen en parken, in perken en in borders.
Het is een mooi opgerichte vaste plant
van dertig tot tachtig centimeter hoog.
De plant draagt het hele jaar door bloe
men. Ze stelt weinig eisen aan de bodem,
maar heeft een voorkeur voor vulkanisch
gesteente.
De naam Cantharanthus roseus is afge
leid van de Griekse woorden Katharos
zuiver, Enthos bloem en Roseus rose
rood. De plant staat ook bekend onder de
naam Vinca rosea en Lochnera rosea.
De Fransen brachten de Indische
Maagdepalm in 1950 naar Parijs, waar
vandaan ze zeven jaar later naar
Engeland gebracht werd. Nu is de maag
depalm alom bekend als kamerplant in
Europa.
Er zijn verschillende soorten. Het struikje
is sterk vertakt, de stengels zijn rond.
De kortgesteelde bladeren staan tegen
over elkaar, zijn omgekeerd eirond, glan
zend groen met lichte nerven, zes centi
meter lang en drie centimeter breed.
De vijf centimeter grote bloemen, meestal
een paar bij elkaar, komen uit de bladok
sels tevoorschijn en hebben evenals de
bladeren korte steeltjes. Ze bezitten vijf
met elkaar vergroeide bloemblaadjes.
De kleuren zijn rose met donkerrode har
tjes, witte bloemen met gele of donkerro
de hartjes en helemaal witte bloemen.
Verder nog lila getinte bloemen.
De bloemen hebben vijf meeldraden en
twee vruchtbladen. Het rechtopstaande
kokervruchtje bevat veel zwarte zaadjes.
Mieren slepen de zaden overal naar toe
en zorgen zo voor de verspreiding van de
planten. Doorzaaien, stekken en scheu
ren van de plant zijn deze planten
gemakkelijk te vermeerderen. De enigs
zins giftige planten - ze hebben een wei
nig wit melksap - bevatten stoffen met
een narcotische werking. Ze bezitten
zestig verschillende alcaloïden, waarvan
sommige als genezing bij kanker (tumo
ren en leukemie) worden gebruikt. Sinds
1960 zijn deze alcaloïden in de handel
verkrijgbaar. Een aftreksel van de blade
ren wordt gebruikt voor genezing van
brandwonden, zweren, verse wonden en
koorts. Gedroogde bladeren tegen long
ontsteking, hoge bloeddruk en dysenterie
en trillende handen. De witte bloemen
tegen bloedarmoede. De wortels worden
gebruikt bij astma en bronchitis.
Bij kramp in de benen worden de benen
bedekt met bladeren van de plant.
De Indische Maagdepalm is in het voor
jaar op de markt en in bloemenwinkels te
koop. Hier wordt ze meestal als éénjarig
beschouwd. Ze bloeien van voorjaar tot
herfst. In de kamer verlangt de plant een
hoge temperatuur en luchtvochtigheid.
De aarde moet vochtig gehouden worden
en de bladeren moeten iedere dag
besproeid worden. Om de veertien dagen
mest geven. Ze moeten veel licht heb
ben, maar moeten wel beschermd wor
den tegen felle zon. In de zomermaanden
kan ze op een beschutte warme plaats in
de tuin staan. In september moeten de
planten weer naar binnen. De zaden die
aan de plant zitten kunnen in het voorjaar
gezaaid worden. De zaden zitten in recht
opstaande peulen die in de oksels van de
bladeren zitten. De oude plant snoeien en
op een niet te warme plaats voor het
raam zetten.
In het voorjaar kan de oude plant weer
gaan bloeien. Ik vind het moeilijk ze over
te houden; meestal kwijnen ze langzaam
weg. De zaden kunnen in april en mei
gezaaid worden op een warme onder
grond. Zet de jonge plantjes bij elkaar, in
één potje met bloemaarde, scherp zand
en oude koemest. Top de plantjes een
paar keer om bossige plantjes te verkrij
gen.
Kembang Sendatoe, de wilde soort uit
Tanzania
Literatuur;
Tanaman Obat Tradisional
Indisch tuinboek
Geneeskrachtige planten van Suriname
30