Robert Thomas Praaning
Een geboren Indonesiër van onbezweken loyaliteit
Twee data zijn ons in het geheugen
gegrift: 15 augustus 1945, het vrijwel
geruisloze einde van de oorlog en 17
augustus 1945, de uitroeping van de
Republiek Indonesië. De eerste datum
werd velen pas later bekend en de
consequenties van de tweede datum wer
den we in de loop van 1945 gewaar met
de Bersiap-periode.
Toen steeds duidelijker werd dat de onaf
hankelijke Republiek Indonesië onaf
wendbaar zou worden, moesten vele
Indische Nederlanders een keuze maken.
In Indonesië blijven en warga negara
worden of uit Indonesië vertrekken.
Daarnaast waren er Chinezen en
Indonesiërs, die er om allerlei redenen de
voorkeur aan gaven om hun land te ver
laten. Over de bijzondere levensgeschie
denis van één van hen gaat dit verhaal.
Robert Thomas Praaning werd geboren
in Manondjaja uit een oud adellijk regen
tengeslacht, Prawira Adi Ningrat van
Soekapoera in West-Java. Hij was voor
bestemd om regent van Soekapoera te
worden, maar door zijn studie Indologie in
Leiden zou hij carrière gaan maken in de
Nederlandse Bestuursdienst.
De secretaris van Staat en hoofd van het
departement van Binnenlandse Zaken,
H. van der Wal, schreef in een verklaring
op 6 augustus 1951 dat Praaning niet
slechts doorzijn uiterlijke gedragingen,
doch ook door daden zeer gewichtige
diensten heeft bewezen aan de Neder
landse zaak. Zowel tijdens de oorlog als
in de moeilijke jaren daarna.
Toen de Japanners in maart 1942
Batavia binnentrokken werd Praaning
samen met andere vooraanstaande inge
zetenen van Batavia, opgesloten in de
gevangenis Glodok. Daarna werd hij
geïnterneerd in het Huis van Bewaring
Struiswijk.
De heer Van der Wal schrijft verder dat
Praaning zijn vrijheid onmiddellijk had
kunnen herkrijgen wanneer hij slechts
aan de Japanners te kennen had gege
ven, dat hij de Indonesische nationaliteit
bezat. Hij verkoos dit niet te doen, omdat
hij het zijn plicht achtte het lot te delen
met hen met wie hij zich verbonden voel
de door opvoeding, opleiding en werk.
Zijn superieuren konden hem er echter
van overtuigen, dat hij buiten het kamp
van groter nut kon zijn, om als betrouw
baar ambtenaar op het departement een
oogje in het zeil te houden. Daarom ver
trok hij uit het kamp met de opdracht de
Japanners te proberen te weerhouden
van heilloze hervormingen op elk gebied.
Onmiddellijk na de oorlog brak de natio
nale revolutie uit. De Nederlandse zaak
was echter ook de zijne en hij werd te
werk gesteld bij de afdeling Intelligence
en Loyaliteitsonderzoek, die was belast
met de politieke beveiliging van het mili
taire vliegveld Tjililitan. Het bestrijden van
subversieve activiteiten en de pacificatie
van het omliggende gebied bleek een
netelige taak, die voortdurend levensge
vaar met zich meebracht. De heer Van
der Wal verklaart dat Praaning zich op
voortreffelijke wijze van deze taak heeft
gekweten. Tot ver in de Bataviase
Ommelanden wist hij de Nederlandse
gezagssfeer uit te breiden. Hij betoonde
tact en onverschrokkenheid, werd kort
daarna assistent-resident en bereidde de
terugkeer van het Nederlandse bestuurs
apparaat voor. Deze gevaarlijke taak
werd een eclatant succes, op grond
waarvan hij in augustus 1947 tot burge
meester van Batavia werd benoemd.
Deze functie was geen senicure want
Batavia telde circa 1.200.000 inwoners.
Praaning moest het bestuur voeren zon
der wethouders en zonder gemeente
raad. Met grote toewijding en bekwaam
heid heeft hij dit ambt uitgeoefend. De
reorganisatie van de voormalige residen
tie van Batavia leidde ertoe dat hij in april
1949 werd benoemd tot Resident van
Batavia en Ommelanden, het ressort
waarin hij eerder zulke overtuigende poli-
tiek-bestuurlijke resultaten had bereikt.
Ook na de souvereiniteitsoverdracht is
Praaning met zijn gezin gebleven.
Hoewel zijn positie steeds meer werd uit
gehold, bleef hij op zijn post. Hij legde
zijn functie pas neer, nadat hij herhaalde
lijk gewaarschuwd was, dat zijn leven en
dat van zijn gezin niet meer veilig was als
hij nog langer in Indonesië zou blijven.
Daarom verliet Praaning Indonesië in
1950 en vertrok met zijn gezin naar
Nederland.
Praaning heeft vele onderscheidingen
ontvangen, zo werd hij op 31 augustus
1947 bijvoorbeeld Ridder in de Orde van
Oranje Nassau. De heer Van der Wal
verklaarde dat hij het een 'voorrecht acht
te Tommy Praaning als medewerker te
hebben gehad.' Want zo concludeerde
Van der Wal deze geboren Indonesiër
was 'in houding en gedrag van onbe
zweken loyaliteit.'
Praaning overleed in augustus 1971 in
Haarlem.
Reggy Moltzer
43