BRIEVEN
De inhoud van ingezonden brieven valt
buiten de verantwoordelijkheid van de
redactie.
The street where I live...
Herinneringen aan Soerabaja
Japanners voor postkantoren
De Dutch Club (1)
Daar krijgen wij, onze generatie, toch
even een veeg uit de pan
(Moesson 15 mei 1996, pagina 2).
Adoeh, het is een ware wanhoopskreet
van Vivian. Hoe heeft onze generatie het
zover laten komen dat haar generatie
zegt, zoals ze bij de voorplaat schrijft:
Geboren in Batavia - Gestorven in Den
Haag? En niks er tussen in. Als lezers en
makers van Moesson kunnen we dit hiaat
vullen. Nu nog. Schrijf. Nooit denken dat
je leven toch maar een oninteressant
klein stukje is in het grote geheel. Het
grote geheel bestaat immers alleen maar
uit kleine stukjes. Wij zijn zo ontzettend
rijk aan herinneringen die ons hebben
gemaakt tot wat we vandaag de dag zijn.
Maar zoals Vivian, de stem van de jonge
re generatie zegt, waarom moet het alle
maal alleen verleden tijd zijn. Ze willen
horen wat die verleden tijd van ons heeft
gemaakt vandaag en hoe dat gebeurde
na Indië. Schrijf.
Eerlijk gezegd mis ik de generatie vóór
de mijne in Moesson, de generatie van
Harriet Marsman. Ze hebben ons nog
zoveel te vertellen dat straks met hen
verdwijnt, en ja, dat zijn herinneringen
van toen vroeger, verleden tijd, maar het
zijn niet alleen maar 'heimwee verhaal
tjes' voortgesproten uit herinneringen,
absoluut niet, want we vinden er het
heden in terug en waarom reppen we
daar dan niet over? Dus niet alleen
'geboren in Batavia, gestorven in Den
Haag' en toen al.
We zullen ons best doen, I am sure, om
Vivian's generatie zich minder 'bekaaid'
te laten voelen. Ze heeft gelijk, van herin
neringen kan je niet leven, echter herin
neringen vormen je leven en nemen er
een zeer grote plaats in. Als ik Vivian
goed begrijp maant ze ons aan ervoor op
te passen dat herinneringen aan één
bepaald tijdperk in ons leven de rest van
dat leven niet moeten overschaduwen.
Wat wij schrijven voor Moesson bepaalt
de inhoud van Moesson. Neem er een
abonnement op als u dat nog niet heeft.
Doe mee. Het is ons blad. Het heeft ons
zo hard nodig, niet alleen de eerste en
tweede generaties, maar vooral ook de
4
volgende. Schrijven, veel schrijven, en
blijven schrijven - niet bang zijn dat u niet
voor een literair wonder wordt aangezien
- schrijven over vandaag en over mor
gen, maar ook over tempoe doeloe die
ons tenslotte heeft gevormd tot wat we
vandaag zijn.
Juul Lentze, Ocala (VS)
Genoten heb ik van dit verhaal Moesson
15 april 1996, pagina 35-38), maar het
geen de verteller schrijft over het verschil
tussen de huizen in Soerabaja en
Batavia is naar mijn mening niet hele
maal juist. Geboren en getogen in
Batavia herinner ik me altijd in huizen
met eternit plafonds te hebben
gewoond; in ieder geval niet met bilik pla
fonds en voor zover ik weet waren alle
zogenaamde Europese huizen voorzien
van gladde plafonds.
Ook kende Batavia naast de deleman
ook de sado. Als negenjarige ben ik een
jaar lang met de sado naar school
gegaan. En mijn oma kwam regelmatig
bij ons per sado: die was in verband met
haar niet geringe omvang voor haar com
fortabeler. Tevens herinner ik me uit mijn
vroegste jeugd nog de 'ebro', een soort
tentwagen waar je met meer dan twee
personen in kon. De ebro was echter
omstreeks 1930 geheel verdwenen. Later
moest ook de sado het veld ruimen voor
de amco en demmo. Delemans hebben
het langer uitgehouden, ik meen tot de
betja's het vervoer overnamen.
H. Schönherr, Rijswijk
Stonden er Japanse militairen op wacht
voor de postkantoren? Een groep filate
listen die zich speciaal bezig houden met
de periode waarin Japan Nederlands-
Indië bezet hield, vraagt zich af wat er
juist is van het verhaal dat in die periode
de postkantoren bewaakt werden door
Japanse militairen.
Zelf leefde ik, totdat ik in september 1943
het kamp inging, in Batavia/Jakarta. In
die periode heb ik nooit militairen op
wacht zien staan bij de postkantoren,
maar dat zegt niet dat het in andere
plaatsen ook niet voorkwam. Van
Makassar is bekend dat er een postkan
toor was waarvoor een militaire wacht
aanwezig was, maar: in hetzelfde
gebouw waren ook burelen van de mili
taire overheid. Het kan dus zijn dat die
militair daar stond vanwege het laatste.
Ik zou het bijzonder op prijs stellen wan
neer mensen die tijdens de Japanse
bezetting in (verschillende) plaatsen,
gedurende bepaalde tijden 'vrij' leefden,
mij willen vertellen hoe het in dit opzicht
bij hen gesteld was. Dat behoeft niet een
lang verhaal te worden (mag wel natuur
lijk), maar kan ook met een kort berichtje
worden afgedaan, in de geest van: ik
woonde van... tot... in... Daar was altijd/
wel eens/ nooit (doorhalen wat niet juist
is) een wacht geposteerd voor het post
kantoor. Graag naam en adres ook opge
ven, voor het geval uw mededeling tot
vragen leidt. U begrijpt dat de informatie
belangrijker wordt naarmate er meer
mensen uit diverse plaatsen aan deze
oproep gehoor geven en mij gegevens
toe sturen. Bij voorbaat mijn hartelijke
dank, ook namens mijn medeverzame
laars.
M. van der Ploeg
Fruinlaan 2, 2313 ER Leiden
tel. 071 - 514 60 90
Om te beginnen geloof ik dat de heer
Visker het met Australië waarschijnlijk bij
het rechte eind heeft. De architectuur
doet mij aan de 'blanke' commonwealth
denken (ik heb dertig jaar in Canada
gewoond) en de auto (een Bentley?)
staat links geparkeerd.
Als die meneer een looppas aan 't uitvoe
ren is, zal het nog vrij vroeg zijn. De twee
dames links zien eruit alsof ze aan koffie
toe zijn, dus schat ik dat het ongeveer
8.00 uur is, misschien 8.30 uur. Dan
schijnt de zon uit Oost-Noord-Oost en de
vlag, in aanmerking nemende dat hij er
als 2x2 uitziet inplaats van 2x4, is onder
hevig aan een wind uit ongeveer NNO
ten oosten. Bingo! Oostkust van
Australië, want de passaat komt uit oos
telijke richtingen, nietwaar?
Canberra dus, of eventueel Sidney, want
er moeten genoeg Nederlanders wonen,
met genoeg poen, om zo'n riant gebouw
aan te houden. Ongeveer het jaar 1950.
Maar gaat u voor alle zekerheid bij Netty
Selder te rade - die weet vast waar die
beplanting voorkomt. En u kunt ook Tilly
Breeman vragen hoe een Australische
brievenbus er uitziet. Tja, en een of
ander energiebedrijf weet vast wel waar
dat soort palen voorkomt - ze zullen niet
in de eerste plaats voor telefoondraden
zijn maar voor het hoogspanningsnet.
Ik zit er met mijn gespeculeer natuurlijk
subiet naast, maar het was leuk om mee
te spelen.
J.L. Rudelsheim, Leiden