Klapperolie voor Kesilir
Galerie Buitenzorg
Harryet Marsman
Te koop gevraagd:
oude Indonesische weefsels,
houtsnijwerken en schilderstuk
ken van goede kwaliteit. Snelle
contante afwikkeling.
B. Driessen, tel. 026 - 443 04
36/fax 026-442 07 17.
SETIAKAWAN
geldleningen
voor 65 plussers
Voor een 65-plusrekening t/m 25.000,-
aflossing 36/60 maanden.
Kwijtschelding bij overlijden.
Dan Setiakawan bellen 013 - 535 0105
dagelijks 09.00 - 23.00 uur
arts crafts
uit Indonesië en China
winkel - galerie
beeldentuin
Molenstr.45 2513 BJ Den Haag
informatie: 070 - 345 51 64
Japan had gewonnen. Krijgs-
en burgergevangenen zaten opgesloten
in kampen en gevangenissen. De bezet
ters waren bezig stadsgedeelten met
gedek en prikkeldraad te omrasteren, om
daar de totok-vrouwen in op te bergen, ze
zo te beschermen tegen de haat van de
inheemse bevolking, heette het.
Voor die veiligheid hadden ook alle
Indische vrouwen alvast tachtig gulden
moeten betalen. En als persoonsbewijs
was daar een blauwe kaart voor uitge
reikt, waar men zich nog vrij op mocht
bewegen. In eigen residentie, zo luidden
tenminste de bepalingen op Probolinggo,
waar wij, de kinderen en ik, ingeschreven
stonden. Bermé, waar wij ons buitenhuis
hadden, ressorteerde onder Probolinggo
en lag hoog in de bergen, zonder open
baar vervoer.
We waren aangewezen op de eigen
wagen. Op een kwade dag werd die
gevorderd. Ik moest hem inleveren bij de
politie in Probolinggo, zo'n 50 km de hel
ling af.
Mijn ouders, achtenzestig en tweeënze
ventig jaar oud, hadden me al eens drin
gend verzocht ons bij hen te voegen op
het kleine familiebezit, een klapperonder
neming in de buurt van Banjoewangi.
Ik weifelde en twijfelde. Zou het voor de
oudjes niet te veel worden, wij met ons
zessen? Mijn drie zusters en een
schoonzuster zouden zich eveneens op
Meneng koempoelen met de zes kinde
ren die ze samen hadden. In een lange
brief, die ons door een vertrouwde
Javaanse 'koerier' was gebracht, schreef
vader: 'Met ons allen zullen we van de
opbrengst van de klappers kunnen leven.
De wedono (districtshoofd) heeft ons ver
zekerd dat wij, als ouden van dagen, wel
op onze plek mogen blijven.' De optimist!
Het gemis van de auto deed de weeg
schaal doorslaan naar Meneng.
We vulden een paar rugzakken met, voor
ieder, een paar verschoningen, een
handdoek en een tandenborstel en trok
ken de deur achter ons dicht. Ik reed de
bergweg af en liet de auto op
Probolinggo, bij de politie, achter.
Hoewel we de residentie zouden verla
ten, liet ik ons niet uitschrijven en ik was
ook niet van plan om me op Banjoewangi
bij de autoriteiten te melden. Dat gaf
maar rompslomp in geval we na enkele
dagen misschien alweer terug zouden
reizen. De engeltjes zouden ons niet in
de steek laten, ook als we niet bleven bij
oma en opa en het grootste gedeelte van
de bergweg te voet zouden moeten afleg
gen. Dan was het toch fijn geweest een
paar dagen weer met en bij elkaar
geweest te zijn. Zoveel ontmoetten wij,
de zusters en ik, elkaar niet. Wij woonden
ver uit mekaar en de afstanden in Indië
waren groot.
We gingen niet weg, we bleven op
Meneng waar het lekker rustig was. Zo
ver uit de stad was er geen Jap te beken
nen. Uit het kamp Kesilir - had ik me laten
vertellen - waren ontsnappingen uitgeslo
ten. Met man en macht waren de Jappen
bezig met het klaar maken voor massale
bewoning. Reeds waren er mannen uit
het Banjoewangische regelrecht naar toe
gebracht en daar was mijn zwager, Ab
Knegt, ook bij. Hoe het Lily, mijn oudste
zuster, ter ore was gekomen, weet ik niet.
Misschien had de wind het haar wel in
het oor geritseld.
Op een dag zei ze: 'Ik ga naar Kesilir, Ab
mag bezoek ontvangen.' Ze pakte de
fiets, reed naar de stad en nam daar een
spoorkaartje naar Rogodjampi. Fiets
mee, want ze moest verder naar
Bentjoeloek, een gehuchtje in de contrei
en.
Daar woonde één Europese familie, het
oudere echtpaar Stock. Daar kreeg ze
onderdak. Met nog een paar andere vrou
wen die blijkbaar eveneens wisten van de
mogelijkheid tot bezoek aan het kamp.
Summier was er dus toch ruchtbaarheid
aan gegeven. De verdere reis naar Kesilir
zou met dogkars geschieden. Die waren
besteld voor vier uur in de morgen, dan
zouden ze moeten vertrekken. Een rit van
vele uren over een abominabele desa-
weg.
Al heel gauw raakte het kamp helemaal
bemand. Grote transporten geïnterneer
den kwamen uit alle delen van Java.
Fluisteringen van de wind gaan nog snel
ler dan het licht. Bovendien blies de Jap,
toen het kamp eenmaal vol was, hoog
van de toren over de nobelheid van hun
Tenno Heika, die de geïnterneerden toch
maar de gelegenheid bood hun familie
eens in de maand te ontvangen.
Al op de tweede bezoekdag braakte de
trein op Rogodjampi een stroom vrouwen
uit, die op Bentjoeloek een onderdak
moest zien te krijgen. Bij de familie Stock
raakte het mudvol.
De bevolking toonde zich goed gezind en
een vriendelijke Chinees sloeg de deur
van een schuur bij zijn rijstpellerij wagen
wijd voor ze open.
Ook de loerah, desahoofd, gaf zijn volle
medewerking, o.a. bij het optrommelen
van dogkars voor de massale tocht naar
Kesilir in de vroege morgen.
Maar, vertelde Lily, er waren toch nog
vrouwen die de nacht onder de blote
hemel hadden moeten doorbrengen.
'Kom op Greet', stelde ik voor, 'wij zitten
hier maar te niksen, laten we proberen
daar wat aan te doen. Die vrouwen moe
ten ook ondergebracht worden en natuur
lijk komen er de volgende keer nog veel
meer. We spannen die vriendelijke loerah
voor ons karretje.'
De volgende dag, met de fietsen op de
trein, naar Rogodjampi.
Een paar uur later werden we door de
loerah prettig ontvangen. De man had
alle begrip voor de moeilijkheden van de
Blanda's. In die begintijd had het volk
zich nog niet tegen ons gekeerd. Het
ongelofelijke gebeurde. Hij wist te
bewerkstelligen dat twee, naast elkaar
gelegen, ruime woningen, door de bewo
ners werden verlaten en aan ons ver
huurd werden voor een tientje per maand
per huis. De loerah beloofde ervoor te
zullen zorgen dat in alle vertrekken, van
muur tot muur, baleh balehs van bamboe
werden aangebracht, waarop de vrouwen
zich zij aan zij zouden kunnen neerleg
gen. Boven een kleine kali, die erachter
40