Overpeinzingen in
een ziekenhuisbed
Herdenking
jongenskampen
71
Al anderhalve maand lig ik bij te komen
van twee vrij zware operaties in het
Bronovo-Nebo Ziekenhuis te Den Haag
en dat onder de nimmer aflatende en
onvolprezen zorg van de kant der dokto
ren en verplegend personeel. Over de
aard van voornoemde operaties zal ik me
niet uitlaten, enerzijds omdat ik me heel
goed kan voorstellen dat dit de lezer wei
nig zal interesseren en anderzijds omdat
één en ander nog te vers in het geheu
gen ligt.
Al mijmerende gaan mijn gedachten terug
naar het jaar 1934, het jaar waarin onze
zeer gewaardeerde huisarts Dr. Kselik
(een Tsjech van geboorte) mijn ouders
aanraadde de neus-, keel- en oorarts Dr.
Deenstra in Soerabaja te consulteren,
zulks in verband met steeds terugkeren
de keel- en neusongemakken van mij. Na
een grondig onderzoek door laatstge
noemde specialist achtte deze een ope
ratie noodzakelijk en deze kon volgens
hem het beste plaatsvinden in het
Rooms-Katholieke Ziekenhuis aan de
Reynierszboulevard te Soerabaja. Dit zie
kenhuis was toen het beste toegerust
voor een dergelijke ingreep.
Het is al 62 jaar geleden, maar toch staat
me nog helder voor de geest, dat ik,
totaal onvoorbereid, door mijn ouders
naar het R.K.-Ziekenhuis werd gebracht.
Instinctief voelde ik dat datgene, wat mij
die dag te wachten stond, heel onplezie
rig zou zijn. Wij werden door een non-ver
pleegster in een kamertje gelaten, waar
mijn ouders, althans voorlopig, afscheid
van me namen.
'We komen zó terug, Bertus', zei mijn
vader op gedempte toon. Mijn moeder
was kennelijk niet in staat ook maar één
woord uitte brengen en zij vocht zicht
baar tegen haar tranen. Daar zat ik dus,
helemaal alleen in dat kamertje, met als
enig gezelschap glazen vitrines met blin
kende en gemeen ogende instrumenten,
alsmede een verrijdbare brancard. Ik
vocht op mijn beurt tegen een opkomend
gevoel van paniek en dat werd er niet
beter op toen even later maar liefst zes
non-verpleegsters binnenkwamen, waar
van er een mij begon te ontkleden,
althans dat probeerde ze, want als zesja
rige kwam mij deze handelswijze om de
een of andere reden zeer ongepast voor
en mijn verzet daartegen was dan ook
navenant fel. Maar tegen zes potige non
nen had ik als kleine jongen natuurlijk
niets in te brengen en moest uiteindelijk
capituleren.
Dat één en ander niet ging zonder
geschreeuw en gegil, plus nog een serie
scheldwoorden in het Madoerees
(geleerd van de toekangs van de onder
neming Pradjekan) mijnerzijds, behoeft
geen nader betoog. Tenslotte werd mij
een narcose-kap op het gezicht gedrukt
en rook ik een penetrante etherlucht.
Langzaam zakte ik weg in een diepe don
kere put en daarbij hoorde ik een geluid
dat veel weg had van een suangan
(bromvlieg).
Toen ik enige tijd later weer bijkwam, lag
ik alleen in een kamertje in een overigens
gerieflijk ziekenhuisbed. Ik was me
bewust van een felle pijn in de keelholte
en ook een allesoverheersend gevoel van
brandende dorst. Maar de ondergane
narcose was nog zo werkzaam, dat ik
weer wegdoezelde, om na enige minuten
(dat kunnen ook uren zijn geweest) weer
te ontwaken.
Boven mij zag ik het ernstige gezicht van
mijn vader en de betraande ogen van
mijn moeder.
'Drinken' stam,elde ik zachtjes. 'Een beet
je water'. Maar dat was voorlopig uitge
sloten, zo bang als men toen was voor
nabloedingen, waarbij de kans op stikken
in het eigen bloed tamelijk groot was. Pas
uren later kreeg ik ijsblokjes in een glas.
Ik mocht op één blokje tegelijk zuigen en
dan nog heel voorzichtig. Maar gezien die
vreselijke dorst die ik toen had, smaakte
mij dit als nectar.
Na een week werd ik uit het ziekenhuis
ontslagen en nam mijn moeder me mee
naar een tante van mij, die woonde aan
de Palmenlaan te Soerabaja. Daar ble
ven wij nog een week en keerden toen
terug naar Pradjekan, alwaar wij enthou
siast werden ontvangen door mijn zusje,
mijn vader (die vanwege werkzaamheden
na de operatie weer naar de onderne
ming was teruggekeerd), onze
Menadonese huishoudster en de bedien
den. Ze hadden allemaal het nodige lek
kers voor me klaarstaan, maar jammer
genoeg was dit allemaal voorlopig voor
mij taboe, omdat de wonden in mijn keel
holte na die verwijdering van de amande
len eerst helemaal moesten helen. Voor
mij bleef mijn dagelijkse dieet voor enige
tijd beperkt tot beschuiten in melk
geweekt (kwistig bestrooid met suiker),
kippensoep, puré en zo meer van die zie-
kenkost. Op het laatst kwam het me
zogezegd wel de neus uit en ik zegende
de dag dat ik weer vast voedsel mocht
gebruiken.
En nu lig ik dus in het Bronovo-
Ziekenhuis en houd me de hele dag
bezig met het lezen van kranten en boe
ken, het oplossen van puzzels, alsmede
het schrijven van dit artikel. Ik verlang
ook naar mijn appartement en mijn trou
we boxer, die nu is ondergebracht bij mijn
huisarts, maar eerdaags voorlopig naar
de Boxer-boerderij 'Klapperheide' in
Etten-Leur zal worden gebracht. Enfin, ik
hoop maar dat deze toestand niet te lang
zal duren.
A. Poutsma
Evenals voorgaande jaren zal op vrijdag
23 augustus 1996 a s. te 14.30 uur op
het terrein van het Koninklijk Tehuis
voor oud-militairen Bronbeek,
Velperweg 147 te Arnhem de jaarlijkse
Herdenking rondom het gezamenlijk
Jongenskampenmonument worden
gehouden. Deze Herdenking vindt
plaats ter nagedachtenis aan alle jon
gens die tijdens de Tweede
Wereldoorlog in het voormalig
Nederlands-lndië, in de jongens/man
nen-interneringskampen, het leven lie
ten en op de Erevelden in Indonesië
hun laatste rustplaats kregen. Deze
plechtigheid is bedoeld voor oud-kamp-
genoten, familieleden en belang
stellenden.
Vanaf 13.30 uur kan het terrein van
Bronbeek worden betreden. Het pro
gramma vangt om 14.30 uur aan met
een welkomstwoord door Henk
Weiffenbach, voorzitter van de
Commissie Herdenking Jongenskam
pen 1996, gevolgd door het voorlezen
van een fragment uit de memoires van
wijlen pastoor A.J. Vermeulen osc door
Hans Liesker (beiden oud-kampgenoten
Tjimahi-kampen) en een toespraak van
Jim Janssen van Raay (oud-kampge
noot 15e Bat.) getiteld 'De repatriëring
naar Nederland'. Daarna vindt het offi
ciële gedeelte van de plechtigheid
plaats bij het Jongenskampenmonu
ment. Van 16.00-20.00 uur is er gele
genheid voor een samenzijn in en rond
om 'Kumpulan Bronbeek'. Van 16.30 tot
19.00 uur kan men deelnemen aan een
'Indische maaltijd' a 12,50 per per
soon, mits van tevoren besteld.
Inlichingen bijMarc van Nuffelen
(0318-633625) en Frits den Ronden
(070-3274807).