Indië was alles. Alles waren deze oude bouwwerken bekend. De interesse ervoor ontbrak toen echter. Het is dus onjuist, zoals vaak wordt gedaan, om te spreken van de 'ontdek king' van deze tempels door Europese ambtenaren tijdens het Britse Tussenbestuur. De interesse van Raffles voor de historie en cultuur van Java leidde tot de bestude ring en onderzoek van de tempels uit de Hindoeïstische periode. Engelse en Nederlandse ingenieurs en tekenaars onderzochten de archeologische plaatsen en Javaanse experts op het gebied van historie en literatuur werden te hulp geroepen om de inscripties te ontcijferen. De uitgebreide collecties van archeologi sche tekeningen, betrekking hebbend op Indonesië, die zich in Engeland bevinden, vinden hun oorsprong in de korte periode van het Britse bestuur over Java. In het hoofdstuk archeologische tekeningen vindt men tekeningen van de Borobudur, de tempels van het Diëng-plateau, Mendut, Candi Sewu, Candi Singosari en andere tempels, naast afbeeldingen van Hindoeïstische godheden, de inscriptie van Koning Erlangga en de bekende Batu Tulis bij Bogor. Dat ook aandacht werd geschonken aan de post-Hindoestische, Islamitische periode blijkt uit de tekening van het graf van de Islam-prediker Malik Ibrahim in Grisee bij Surabaya. Het tweede hoofstuk 'scenes of daily life' bevat tekeningen van straat- en dorpstaferelen, landschappen en portret ten. De tekeningen van de warung Kopi (plate 23) en de boer met zijn ossekar (plate 21) hebben iets tijdloos, en laten beelden zien van het dagelijks leven op Java, die weinig verschillen met twee eeuwen geleden. Andere afbeeldingen, zoals van de Javaanse regent, die het glas heft met een Europeaan (plate 29) of van de Javaanse officieren (plate 27) ver plaatsen de lezer, onder meer door de kleding van de geportretteerden, in de sfeer van het begin van de 19e eeuw. Het angklung-orkest (plate 25) de ronggeng- danseressen (plate 26) en het hanenge vecht (plate 24) geven een levendig beeld van bekende volksvermaken. In het derde en laatste hoofdstuk zijn bij zonder mooie tekeningen opgenomen van dieren en planten: de Javaanse fazant (plate 33), de Sumatraanse duif (plate 34), Mynah vogel in een rambutan- boom (plate 35), eekhoorns (plate 37), musang (plate 38), dwergherten (plate 39) en de tapir (plate 40), die in 1816 door de Engelse resident van Bengkulu (West-Sumatra) als geschenk voor het dierenpark van de Gouverneur-Generaal in Calcutta werd gezonden. Naast zijn belangstelling voor historie en cultuur van Java, had Raffles ook grote interesse voor natuurlijke historie. De British Library dankt aan hem en zijn naaste medewerker, Dr. Thomas Horsfield, een grote collectie tekeningen op natuurhistorisch gebied. Early Views of Indonesia is een mooi uit gevoerd boek, waaraan veel lees- en vooral kijkplezier is te beleven. Het is geïllustreerd met talrijke kleuren- en zwart-wit reproducties van de tekeningen. De prijs van het boek, waarin een biblio grafie en annotaties zijn opgenomen, is 74,10. Ch. Manders Wat het Indisch-zijn nu precies betekent, beschreef Jill Stolk met een mild ironi sche pen in haar eerste drie boeken. Na Scherven van smaragd, Onder de blauwe sarong en Kleurverschil, was De zwijgen de vader 1992) een indringend 'docudra ma' over de diepgaande uitwerking van het Oostindisch kampsyndroom op de naoorlogse generatie. In het nieuwste boek van de schrijfster klinkt de oprechte toon waarop zij de stilte rondom het oorlogsleed verbrak, opnieuw door. Ditmaal is het woord aan Indische mensen van de eerste generatie, die tot nu toe tot zwijgen vervielen. In Indië was alles. Alles staan onthullende interviews centraal over tempo doeloe, de Japanse bezetting, de Bersiap en het vertrek naar en verblijf in Nederland. Maar wie denkt met zakelijke vraaggesprekken te doen te hebben, komt bedrogen uit. De verhalen zijn niet louter informatief, ze overstijgen de journalistiek: wat opvalt is de grote betrokkenheid waarmee de interviews zijn vastgelegd. De auteur weet zich als geen ander in de oud-lndiëgangers in te leven. Ze bekijkt hun levens met een vergroot glas om maar niets te missen van wat zij beschrijven aan persoonlijke herinnerin gen, scherven van iets wat nooit meer heel wordt. De authentieke, op zichzelf staande levensgeschiedenissen uit Indië was alles. Alles laten zich lezen als een meeslepende 'documentaire roman', waarin niet alleen de eerste generatie Indische Nederlanders, maar ook de schrijfster zelf langzaam maar zeker tot leven komt. Naarmate het boek vordert is zij steeds duidelijker aanwezig. Zo ver wijst Stolk in het vierde hoofdstuk ('De man met het eiland op zijn rug') ver schillende keren naar zichzelf en is ze ten slotte in het laatste, cursief gedrukte gedeelte van de roman op een recht streekse manier aan het woord. Dit kan in verband worden gebracht met haar niet aflatende betrokkenheid bij het onder werp. Door zich te verdiepen in de verha len van ouderen heeft Stolk niet alleen het Indische, maar ook haar eigen ouders en daarmee zichzelf beter leren kennen. Pas nadat ze hun generatiegenoten uit voerig had gesproken, zag ze in dat zij geen toevallig in Den Haag neergestre ken eenlingen waren, maar tot een Indische gemeenschap behoorden. Het is alsof Stolk in Indië was alles. Alles op zoek is naar tastbare details, onuitwisba re herinneringen die de bewijsstukken vormen van het feit dat haar ouders ooit in Indië in een bepaald maatschappelijk bestel hebben geleefd. Wat de auteur aan het eind van het boek terugkijkend op de vraaggesprekken ziet, is vooral de angst van de eerste genera tie: 'Ik kijk middenin de angst van de Indo. De vooroorlogse angst, te weten voor dis criminatie, de angst voor de Japanner tij dens de oorlog, de angst voor de Indonesiërs, de republikeinen, de pe-lop- pors, tijdens de Bersiap, na de oorlog'. Het is het overweldigende gevoel van beklemming dat Stolk op messcherpe wijze onder woorden weet te brengen; het is de spanning die haar aandrijft. Zij wil begrijpen wat de eerste generatie heeft overmeesterd. Het afsluitende hoofdstuk getiteld 'Meer weten dan je moeder', plaatst de inter views in een historisch kader en slaat een brug tussen heden, verleden en toe komst. De schrijfster richt zich hierin tot haar kinderen, die de derde generatie vertegenwoordigen. Zij vertelt hun in vogelvlucht de geschiedenis van de Indische Nederlanders. De cirkel is hier mee gesloten en tevens een indrukwek kend boek: helder gestructureerd, door dacht gecomponeerd en geschreven in een levendige stijl. Met haar laatste werk heeft Jill Stolk de brokstukken van het Indisch verleden opgedolven en zonder luidruchtig zelfbe klag in kaart gebracht. Het land van haar ouders bestaat niet meer: 'Indië was voorbij. Leven in Indië. Indië was alles, alles.' Esther Manuel Indië was alles. Alles door Jill Stolk Van Stockum/Bonneville: 191 pag. (paperback), prijs: 29,90 78

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 78