A.J. Le Mayeur
schilder van licht, kleur en
het pure vrouwelijke
Vorig jaar verscheen bij Picture
Publishers Art Books, in samenwerking
met het veilinghuis Christie's Amster
dam, Jean Le Mayeur de Merprès,
Schilder-Reiziger/P'ainter-Traveller van
de kunsthistorici Jop Ubbens en
Cathinka Huizing. Het fraai uitgevoerde
boek beschrijft het leven en de weiken
van Le Mayeur, Belg van geboorte, die
een groot deel van zijn leven op Bali
heeft gewoond en gewerkt. Een grote
verdienste van de auteurs is dat ze de
lezer kennis laten maken met werk van
Le Mayeur van vóór zijn Balinese perio
de. In het boek zijn 300 afbeeldingen van
het totale oeuvre van Le Mayeur (onge
veer 600 werken) opgenomen.
y
Voor mij was dit prachtige kunst
boek in eerste instantie een plaat
jesboek, waarin het heerlijk blade
ren was. Met veel plezier heb ik
gekeken naar afbeeldingen van schilderij
en die hij maakte in zijn jeugdjaren in
België, tijdens de Eerste Wereldoorlog en
tijdens de jaren dat hij op zoek was naar
inspiratie in allerlei exotische oorden in
Zuid-Europa, India, Afrika (Madagascar),
Polynesië (Tahiti), Turkije, et
cetera. Tot dusver had ik de
schilder voornamelijk geasso
cieerd met het eiland Bali,
waar hij van 1932 tot 1958
woonde. Tijdens een vakantie
op Bali heb ik in Sanur het
oude woonhuis van Le Mayeur,
dat als museum is ingericht,
bezocht. Ik herinner mij dat het
huis op dat moment niet echt
een grote indruk op mij maak
te. Er hing een wat bedompte
atmosfeer en het interieur en
de schilderijen bleven mij niet
lang bij. Had ik het boek vóór
dit bezoek gelezen, dan was
de sfeer van het huis waar
schijnlijk beter tot mij doorge
drongen. Hier woonde Le
Mayeur met zijn Balinese
vrouw Ni Pollok - wellicht één
van de beroemdste schildersmo
dellen van Indonesië - vlak bij
het strand, zodat hij van zijn huis zo de
zee in kon lopen. Het was zijn gewoonte
om elke morgen met Pollok een uurtje te
gaan zwemmen. Van die gewoonte was
hij niet af te brengen. Kwamen er mensen
op bezoek, dan liet hij ze rustig even
Vrouwen in en rond een vijver
rijen van Marseille afgebeeld.
Bij het lezen van het boek stoorde ik mij
soms aan de overvloedige details. Met
alle respect voor de wens van de auteurs
om een doorwrocht chronologisch over
zicht te willen geven van het leven en het
werk van Le Mayeur, een opsomming
van details bevordert de helderheid van
de tekst niet.
Ook het veelvuldige gebruik van woorden
als 'waarschijnlijk', 'is niet bekend', 'is
onduidelijk', 'is niette achterhalen' wekt
verwarring in de hand. Sterker nog, het
roept een lichte irritatie op. De schrijvers
bedienen zich te veel van slagen-om-de-
arm, alsof ze bang zijn zich
inhoudelijk een buil te vallen of
onwaarheden te verkondigen.
Uiteraard wil geen enkele
auteur de waarheid geweld
aandoen, maar mijn persoonlij
ke mening is dat een dergelijk
voorzichtig en omzichtig taal
gebruik de kern van de zaak
afzwakt. Een voorbeeld (op
pag. 53): 'Waarschijnlijk is de
schilder (na Madagascar, red.)
eerst teruggekeerd naar
Europa voordat hij zich weer
inscheepte voor een volgende
reis.' (naar Djibouti, red.) Deze
informatie voegt voor mij
inhoudelijk niets toe aan zijn
verblijf in Madagascar en
Djibouti, het zegt verder niets
over zijn werk uit die tijd. Ik
kan een zucht van verlichting
niet onderdrukken wanneer er
staat: 'Het is zeker dat Le
Mayeur zich tussen 1920 en 1921 naar
Noord-Afrika heeft begeven' (pag. 39).
Maar even goed hadden de auteurs zich
hier kunnen bedienen van een nóg stelli
ger taalgebruik: 'Le Mayeur vertoefde tus
sen 1920 en 1921 in Noord-Afrika' - zón-
wachten totdat zijn zwemritueel was afge
lopen. In en om dit huis in Sanur heeft Le
Mayeur met niet aflatende ijver geprodu
ceerd. 'Alles is te schilderen in dit kleine
domein dat ik voor mezelf heb gescha
pen', zei hij zelf hierover (pag. 120).
Het deel over Bali was voor mij nog het
meest in evenwicht en overzichtelijk in
twee periodes onderscheiden. Ik kan me
voorstellen dat deze aaneengesloten
periode voor de auteurs gemakkelijker te
registreren was dan de periode daarvoor,
waarin hij veel op reis was en diverse
bestemmingen als inspiratiebron gebruik-
Olifant voor de Port Rose te Jaipur
te. De schrijvers hebben gekozen voor
een indeling in periodes, maar soms lij
ken de afbeeldingen willekeurig in de
tekst te staan. Bij het stuk over India bij
voorbeeld staan op pag. 90 - terwijl India
nog 'aan de gang is' - ook enkele schilde-
23