PLANTEN UIT DE TROPEN
Amherstia Nobilis
Amherstia Nobilis Orchideebloem, prijs van Birma, Tohia
(in Indonesië en Birma),
familie: Ceasalpniaceae Christusdoornachtige
DOOR NETTY SELDER
30
Samen met de flamboyant is de
Amherstia Nobilis edel) één van de
fraaiste bomen uit de tropen. Beiden
behoren tot dezelfde familie, maar de
Amherstia wordt minder groot dan de
flamboyant. Ze behoort tot de middelma
tig hoge bomen die vijftien tot achttien
meter hoog kunnen worden en is oor
spronkelijk afkomstig uit Zuid-Peru. De
Amherstia werd in 1824 ontdekt door dr.
Nathaniel Wallich, de toenmalige direc
teur van de Botanische tuin van Calcutta
in India.
In de teakbossen van Birma vond Wallich
de mooie bloemen van een hem onbe
kende boom en noemde haar Amherstia,
naar de vrouw van de Engelse gouver
neur-generaal van Birma dr. William Pitt
Amherst. Diens vrouw, gravin Sara Am
herst verzette veel werk voor de planten
tuin en verzamelde van 1823 tot 1828
planten. Een halve eeuw later, in 1865,
werd de Amherstia gevonden in een
kloostertuin nabij Martaban in de buurt
van de Yanzallin rivier. Martaban ligt in
Thailand aan de Golf van Martaban. De
Amherstia komt echter zelden in het wild
voor. In 1927 werd een Amherstia door
R N. Parker in de buurt van Mergui, een
eiland bij Thailand, in het wild gevonden.
De glimmende bladeren zijn groot en
samengesteld (een blad dat uit meerdere
bladeren bestaat
en aan één blad
steel zit). Jonge
bladeren hangen
in bundels bij
elkaar en zijn
roodpaars
gekleurd. Het lij
ken net bundels
zakdoeken. Je ziet dit wel vaker bij tropi
sche bomen, zoals bijvoorbeeld ook bij
de Maniltoa grandiflora, de
Zakdoekenboom. Later spreiden de bla
deren zich en worden groen. De afgeval
len jonge bundels worden als offerande
gebruikt in boeddhistische tempels. De
circa negentig centimeter lange piramide
vormige bloemtrossen komen uit de
oksels van de bladeren tevoorschijn en
tellen twintig tot dertig bloemen. De bloe
men zijn twintig centimeter lang en twaalf
centimeter breed. Ze staan aan rode ste
len waaraan twee rode schutbladeren zit
ten. De bloemen bestaan uit vier rode
kelkblaadjes en drie rode opvallende
kroonbladeren die alle drie een gele vlek
hebben. Het middelste kroonblad is het
grootst. Deze drie kroonbladeren hebben
iets weg van een vlinder. De bloemen zijn
reukloos en lijken op orchideeën.
Verborgen onder de buis van de helmbla
deren zitten nog twee kleine, rode kroon-
blaadjes. Van de tien meeldraden zijn er
vijf lange en vier zeer korte die tussen de
vijf lange meeldraden staan. De tiende
meeldraad is kort en staat alleen. De
negen andere meeldraden
zijn tot een buis met
elkaar vergroeid. De bloe
men worden net als de
jonge bladeren voor cere
monieën gebruikt. De rode
steel met de twee rode
schutbladeren blijven aan
de tros hangen nadat de
verwelkte bloem is afge
vallen.
De bomen verlangen een
hoge luchtvochtigheid en
komen het best tot hun
recht als ze alleen staan,
bijvoorbeeld in grote tui
nen en parken.
Als ik me niet vergis staat
in de plantentuin van
Bogor, als je voor het
theehuis staat, een mooie
Amherstia aan de linkerkant beneden,
halverwege het grote gazon.
De bomen staan het hele jaar in bloei,
maar bloeien het uitbundigst van decem
ber tot maart. Toch klopt dit niet hele
maal, want in de maand juli heb ik haar
rijker zien bloeien als in december.
Het vruchtbeginsel groeit uit tot een platte
brede roodbruine peul. Ofschoon de
Amherstia zelden zaden krijgt, wordt ze
toch vermeerderd door de verspreiding
van zaad.
Geraadpleegde bronnen:
L. Bruggeman, Indisch Tuinboek\
S.R. Kottogoda, Flowers of Sri Lanka
Marcha Maradjo, Tanaman Lias.
afb. links: bloeiwijze van de Amherstia
afb. rechts: bloem onder, zaaddoos linksbo
ven en meeldraden rechtsboven
afb. midden: zo hangen de bladeren naar
beneden als ze jong zijn