lijkt op de Griekse letter omega: een o die
van onder open is en links en rechts in
een horizontaal streepje eindigt. Kleine
mamuli's worden meestal als oorhangers
gedragen. De grotere exemplaren beves
tigt men aan de hoofddoek of kleding of
als hanger om de hals. Bij deze laatste
zien we dat de open o-vorm vaak tot een
royale ruitvorm is verbreed, die aan de
punten met kleine gouden bolletjes is
versierd. Op de brede basis zijn aan
weerszijden zorgvuldig uitgewerkte
vogels, dieren of mensfiguren aange
bracht. Deze fraaie mamuli's zijn juweel
tjes van goudsmeedkunst en worden
overigens ook nu nog steeds gemaakt.
Goud speelt verder een belangrijke rol bij
huwelijken. Een huwelijk is bij deze
volken nooit een privé aangelegenheid
tussen twee individuen, man en vrouw
alleen. Altijd gaat het hier om een ver
bintenis tussen twee verwantengroepen,
de bruidgevers en de bruidnemers, die
door het huwelijk in een vaste relatie tot
elkaar komen te staan. Als beide groepen
tot een accoord zijn gekomen, wordt dit
bevestigd door een wederzijdse geschen-
kenruil. Dit ritueel, dat aan strenge regels
is gebonden, vormt een essentieel onder
deel binnen een gesloten systeem van een
aantal verwantengroepen, waarbij twee
soorten goederen via huwelijken binnen
de gemeenschap in tegengestelde richting
circuleren. De groep der
bruidgevers schenkt
hierbij in principe
'koele' vrouwelijke
goederen: weefsels.
De groep der bruidne
mers beantwoordt dit
met een tegengeschenk
van 'warme' mannelijke
goederen: metaal, zoals
wapens en gouden
sieraden. Een dergelijk
huwelijkssysteem func
tioneert nog steeds in
verschillende oud-
Indonesische culturen.
Een mooi voorbeeld
leveren de Batakvolken
van Noord-Sumatra, al
heeft ook hier evenals
elders trouwens, de
moderne tijd nieuwe inhoud aan oude
gebruiken gegeven. De mannelijke goe
deren heten bij de Toba-Batak nog steeds
piso (mes), de vrouwelijke goederen ulos
(geweven doek). Steeds vaker echter
worden de traditionele goederen vervan
gen door huisraad en keukengerei uit de
toko, aangevuld met een bedrag in geld.
Gouden voorwerpen en ikatdoeken zijn
echter absoluut onmisbaar en vormen
face is aangebracht. Al deze voor ons
nogal ongewone, verrassende vormen,
afkomstig van de 'vergeten eilanden', zijn
heel lang voor het Westen verborgen
gebleven, al wist men wel van het bestaan
ervan af. Doordat ook dit deel van Oost-
Indonesië meer in de belangstelling komt
en geleidelijk aan toegankelijker wordt,
zijn deze voorwerpen nu ook tot in
Nederland doorgedrongen.
Overigens zijn dergelijke gouden schijven
ook bekend van de Kleine Soenda-
eilanden zoals Flores, Sumba en Timor,
waar zij eveneens tot de waardigheids
tekens van de lokale radja's en hun
familie behoren. In dit deel van Oost-
Indonesië zijn over de eilanden verspreid
nog een aantal andere gouden siervoor
werpen in zwang, die deel uitmaken van
het traditionele erfgoed van vorstelijke
families. Hoewel ze van streek tot streek
en van eiland tot eiland in detail verschil
len, is er toch een verwantschap in
vormentaal aan te wijzen, wat op een
gemeenschappelijke oorsprong duidt.
Door hun merkwaardige vormgeving
doen ze ons soms aan abstracte kunstob
jecten denken.
Op Sumba worden deze heilige voorwer
pen marapu genoemd. Hiertoe behoren
onder andere de marangga, een gouden
borstsieraad, dat het beste beschreven kan
worden als twee platte driehoeken met de
Mas Bulan, Leti (Molukken), 19de eeuw.
toppen aan elkaar, uit één goudplaat
vervaardigd en vervolgens met de toppen
als draaipunt zodanig over elkaar heen
geschoven, dat er in het midden een
platte lus ontstaat. Verder de lamba, een
platte gouden voorhoofdsplaat met reliëf
versiering, in de vorm van opwaarts
gebogen karbouwenhorens. En dan is er
nog de prachtige mamuli, een gouden
hanger die in zijn basisvorm enigszins
nog steeds de basis van de geschenkenruil.
Maar ook een andere interessante ver
schuiving heeft zich hier voorgedaan.
Zo zijn bij de Karo-Batak de bekende
grote oorsieraden padung-padungtwee
grote spiraalmotieven uit dik massief
zilverdraad ineengedraad, in onbruik
geraakt. Daarentegen hebben andere
imponerende sieraden van verguld zilver
of suasa de laatste tientallen jaren een
Marangga, Sumba, 10lh' eeuw.
grote vlucht genomen. Eigen traditionele
motieven, gecombineerd met Toba-
Batakse elementen, hebben tot een
nieuwe vormgeving geleid. Een Karo-
Batakse bruid en bruidegom zijn tegen
woordig als teken van hun welstand,
rijkelijk met goud uitgedost. Opvallend
zijn hierbij de gouden sierstukken, die
samen met halfronde gouden tussenstuk
jes aan een rood koord tot een soort
guirlande zijn geregen en om de hoofd
doek worden gedrapeerd. In de motieven
zijn duidelijk dubbele karbouwenhorens
(setali layang-layang) of puntige huisda
ken setali rumah-rumah) te herkennen.
Om de hals draagt het paar een even
opvallende guirlande, waaraan een grote
borstversiering in bootvorm of halve
maan, met franje van gouden blaadjes, is
bevestigd bura-buraDe bruid draagt
hierbij gouden oorhangers, die nog het
meest aan een grote afhangende bloem
doen denken.
In dit beknopte artikel over Indonesisch
goud konden slechts enkele facetten van
deze uitgebreide en veelzijdige materie
worden belicht. Aan de hand van enkele
sprekende voorbeelden is getracht in
grote lijnen een idee te geven van de
specifieke functie en plaats, die gouden
voorwerpen in het structurele verband
van de totale cultuur hebben gehad en tot
op zekere hoogte nog hebben.
Het afgelopen jaar zijn er twee tentoon
stellingen geweest over het goud van
Indonesië. Ten eerste: 'Power and Gold'
in het Museum voor Volkenkunde te
Rotterdam. Het betrof hier een bruikleen
41ste jaargang nummer 4 oktober 1996
27