ding van een virusziekte vaak veel tijd
kost zijn vooral heel kleine kinderen en
oude mensen (dodelijke) slachtoffers van
het virus, ook al zou de virusinfectie niet
van zo'n ernstige aard zijn.
Zoals gezegd tegen het virus moet het
lichaam bijna altijd zelf opboksen en dat
lukt alleen maar wanneer het lichaam
over voldoende mogelijkheden beschikt
om anti-stoffen te maken en dat nu schiet
vaak sterk tekort bij jonge kinderen en
oude mensen. Het is er nog niet of het is
er niet meer. Onze immuniteit, ons
immuun-stelsel is het werk van onze
witte bloedlichaampjes, de lymfocyten.
Resultaat van huidig onderzoek is dat de
lymfocyten zijn onder te verdelen -
behalve qua vorm en grootte - ook wat
betreft hun functie in het immuum-sys-
teem van ons. Het zijn vooral de zoge
naamde T-lymfosyten, die ons immuun
systeem dragen.
Hoe dat onderzoek is gedaan en welke
resultaten daarvan te verwachten zijn, laat
ik hier in het midden, te lang, te veel, te
moeilijk.
Wat wel van groot belang is, dat is het feit
dat door dat onderzoek naar de functies
van de leucocyten, de onderzoekers op
het spoor zijn gekomen van de zoge
naamde auto-immuniteit. Hiermee wordt
bedoeld, er wordt mee aangegeven, dat
op een of andere wijze de door de lymfo
cyten gemaakte/georganiseerde immuni
teit, inplaats van zich te keren tegen de
vreemde en ziekmakende cellen in het
lichaam van ons, de cellen van het eigen
lichaam worden vernietigd.
Deze ontsporing - daar lijken bewijzen
voor te zijn - is het gevolg van een wissel
werking tussen agens/het virus (ziekma
kende stof), de antistof (ons immuun
systeem) en de cellen van het eigen
lichaam. Ziektes op die wijze ontstaan,
worden auto-immuunziektes genoemd.
Reumatoide arthritis (reuma); verschei
dene vormen van spierziektes w.o.
myosites en de amyotrofe lateraalsclerose;
hersenziektes w.o. de multipele sclerose,
zijn auto-immuunziektes. Weinig weten
wij er nog van en er is (dus ook) geen
therapie voor!
Geen therapie mogelijkheden, wil in dit
geval (de auto-immuunziektes) zoveel
zeggen, dat van de kant van de farmacie
en van de kant van de medici er geen of
weinig belangstelling voor is. De (betrek
kelijke) zeldzaamheid van de a.i.-ziektes
is daar de reden voor. Het is toch nog
altijd zo, dat de macht van het (grote)
getal, de winstfactor bepaald.
Ziek worden en ziek zijn, zonder de
mogelijkheid van therapie, betekent ziek
blijven. Chronisch ziek ben je dan gewor
den: in je mogelijkheden beperkt, hulp
behoevend, altijd op bed gelegen, in de
rolstoel of gesteund en op krukken.
Het vergif van het virus werkt heel lang
na. In een aantal gevallen is het gif snel
dodelijk, maar in de meeste gevallen
maakt het je leven kapot en een kapot
leven is een aaneenschakeling van lange,
heel lange, eenzame periodes in de tijd.
Besmetting met het virus van de beta-
hepatitis, in de meeste gevallen verkregen
via een bloedtransfusie van besmet bloed
of AIDS of besmetting met een van de
zeer besmettelijke en gevaarlijke virussen
uit Afrika en je bent total-loss. Niemand
en niets kan je meer helpen.
Zuinig, zuinig, zuinig op je gezondheid
en dus op al dat geluk wat het leven je
dan nog te bieden heeft. Met een variant
op een oud Romeins gezegde zou je kun
nen stellen: Ik leef, dus ik ben (gezond).
Laten we verder de oude Romeinen maar
voor wat zij zijn geweest, aanvankelijk
een sterk en zeer gezond volk, toen kwam
de aftakeling door een teveel van het
goede.
Het is maar wat je onder het goede
verstaat, onder die omstandigheden leven
wij nu in dit deel van de wereld, wat
West-Europa wordt genoemd. Alles kan,
alles mag en alles is te koop.
Who's buying? ledereen! Het geld is er
altijd. Er is voor gewerkt en gespaard, het
is geleend geld of de duiten zijn gestolen,
ook kan het gekregen geld zijn van de
steun.
Wij in West-Europa leven in het rijkste
deel van de wereld. Amerika (de U.S.A.)
en )apan zijn een goede tweede en derde
en met al dat geld is onze gezondheid
niet te koop. Het kan immers niet
gekocht worden! Er moet hard gewerkt
voor worden om gezond te worden, om
gezond te zijn en gezond te blijven.
Echter is er meer dan genoeg geld om
andere zaken te regelen, te onderhouden
en om aan andere zaken te verspillen!
Ons ministerie van Gezondheid heeft
geen geld (meer) voor wetenschappelijk
onderzoek, voor nieuwe en betere maar
duurdere medicijn, voor zeer technische
en hoog technologische recent ontwik
kelde operaties. Al die zaken, goed voor
onze gezondheid en levensreddend, maar
no money, pas d'argent, kein Geld: In
zulke situaties heffen de Spanjaarden het
glas en wensen elkaar: Para no roncar les
muertes; opdat wij de doden niet horen
snurken.
Veel van die doden hoefden niet dood,
maar zij zijn wel doodbezuinigd.
Hier heffen wij heel gewoon het glas en
wensen elkaar gezondheid toe en wij ho
pen, dat zulks voor een ieder van ons z'n
deel mag zijn. Enkel de wens en enkel het
grote verlangen en geen offers er voor
willen brengen en er geen moeite voor
doen en (veel) minder geld voor de
moeite van onderzoek en behandeling
van ziekten, maar wel lange vakanties,
waar altijd wel geld voor is! dat kan ons
nog eens parten spelen.
Alles wat van ver gehaald wordt is goed,
lekker en fijn, dat wordt beweerd. Toch is
er ook een andere kant: Lepra is weer
gesignaleerd in West-Europa, virulente en
zeer besmettelijke ziekten uit Afrika, waar
nauwelijks iets van bekend is en waar
geen medicijn voor is. Tuberculose bloeit
weer als was het nu de jaren twintig en
dertig. Griezelige en onbekende parasie
ten nemen wij mee terug van onze
vakanties!
Wij collecteren voor het Koningin Wilhel-
mina Fonds, dat geld geeft aan het onder
zoek naar kanker, wij collecteren voor het
Prins Bernhard Fonds, dat geld beschik
baar stelt voor onderzoek naar o.a. spier
ziekten en hersenziekten. Wij bedelen om
geld voor onze gezondheid en mogen
voor die bedelarij de namen gebruiken
van ons vorstenhuis. Maar het blijft
vragen en bedelen, terwijl het politiek en
maatschappelijk een zaak is van de
regering, van elke en iedere regering!
En toch... en toch hebben wij er met ons
allen schuld aan, een collectieve schuld,
heet dat in het jargon van nu. Teveel tijd,
teveel geld, gulzigheid en luiheid.
Wie, kan je je afvragen, heeft het ooit
verzonnen en het is daarna een eigen
leven gaan leiden, dat het zo typisch
Indisch is om moeilijkheden uit de weg
te gaan met de opmerking: Soedah, laat
maar!
Soedah, laat maar tot dood, als zij zo
denken, ik ook!, denk ik wel eens hier in
dit deel van de wereld van de blonde en
blanke, blauwogige Vikingen.
Mensen, zoals u en ik zijn mensen, die de
mensen anders wensen, maar dat zal wel
altijd een wens blijven. Blijven hopen en
wensen en bidden, het verlangen naar
betere en gezondere en vredige tijden is
tijdloos. Er moet altijd wel wat te wensen
overblijven, maar laten wij het dan
anders en beter doen, wanneer we het
ooit doen.
liet grote Verlangen, laat het geen Utopie
blijven, geef het helse lijden, geef het
virus dus nooit de kans.
Dan nog twee zaken: Eerstens kunt u mij
op mijn woord geloven, ik weet er alles
van, gezond zijn en gezond blijven, maar
vooral na ziekte weer gezond worden: It's
a hell of a job. Het andere is, dat afscheid
nemen zo definitief is, daarom dus:
Tot de volgende keer!
41ste jaargang nummer 4 oktober 1996
33