Twee schooljaren op de KW III
in Batavia (1937-1939)
Enige tijd geleden
verscheen er in Moesson
een foto van mijn oude
HBS, de Koning Willem III
school in Batavia, waar ik
hijna zestig jaar geleden
twee schooljaren afwerkte:
de tweede klas (ik was toen
zestien) en de derde klas.
In augustus 1939 ging ik
naar Holland voor verdere
studie.
Wat een foto soms ineens kan losmaken.
Ik zag die twee schooljaren weer helemaal
voor me: mijn klasgenoten, de streken die
we uithaalden en de leraren, die ieder
voor zich hun best deden ons wat nuttigs
bij te brengen. Op die leeftijd ervaar je
dat niet altijd positief, maar dat hoort nu
eenmaal bij je leeftijd. We waren nog niet
zo bezig met onze toekomst en het belang
van zo'n papiertje voor je latere carrière.
En zó is het gekomen dat ik - toen ik die
foto zag - tegen mezelf zei: schrijf je bele
venissen nou eens op; het is leuk, mis
schien doe je er anderen ook een plezier
mee, de nu oude jongens en meisjes, die
ook op de KW III hebben gezeten. En zo
ben ik dus maar begonnen te schrijven.
Veel namen van leraren weet ik niet meer,
maar van hun lessen kan ik me nog wel
het een en ander herinneren. Neem het
vak Engels. Het boek, dat wij moesten
doorworstelen heette Graded English en
stond vol met plaatjes met begeleidende
tekst a la de aap-noot-mies methode voor
beginnende stumpertjes op de HBS.
Er kwam o.a. een plaatje in voor van een
kat die iets zat op te eten. De begeleiden
de tekst was:
This is a cat.
What is the cat doing?
She is eating.
What is she eating?
She is eating something.
Mijn goede vriend Lucien Entzinger ver
anderde de laatste regel in 'She is eating
kepiting'. En daar hadden we toch een lol
j over, sloegen op eikaars schouders en
gierden het uit. Waar je je toen al niet
druk over maakte.
Aan de gymnastiekles heb ik ook een
aantal prachtige herinneringen overge
houden. We hadden in die tijd les van
meneer Smit. Hij had altijd van die
mooie colbertjasjes aan met opgevulde
schouders, zodat hij er imposant uitzag
als een soort Tarzan. Een aardige man.
Hij is later nog medicijnen gaan studeren.
We hadden rekstokoefeningen en moes-
Op de foto van links naar rechts,
achterste rij: Wim Möller, Lucien
Entzinger, Maurits Tan Sioe Lee,
Herman Filon, Eddy de Roo, meneer
Taekens, Bonno van Dijken, Rudi
Yarman, André Tuybens, Wim
Mertens, Jan Schenk, Albert
Langenberg, Koos Malikoeswari.
Voorste rij Sri Kartodamodjo, Tine
Razoux Schultz, Gerda Pieters,
Henny Marchalinus (achter), Viola
Witmer (voor), Maud Did, Jaap de
Lange, Ange Noordhoorn, Hetty
Haighton, Paul Stephan.
ten om de beurt opspringen tot in hand
stand en dan gestrekt 360° voorover-
draaien tot weer in handstand. Ik herin
ner me dat we allemaal speciale groene
gymbroekjes aan hadden met een verti
cale witte streep links en rechts. Een van
de jongens was aan de beurt, maar met
zijn rekstokoefening ging het een beetje
mis. Hij had een iets te wijde gymbroek
aan en dat ding draaide zich vast om de
stok. Aan het einde was het dus 'krak'; de
broek zat als een worstvel om de stok
heen en onze klasgenoot stond daar voor
ons in zijn blote tida ada. We lagen
dubbel.
Er was een andere jongen die er in onze
ogen vermakelijk bijliep als hij moest
hardlopen. Hij had een beetje last van
meisjesborstjes en die dingen wipten bij
het hardlopen zo op en neer, dat hij al
gauw de bijnaam kreeg de man met de
wapperende t... Tja, wij jongens onder
elkaar wisten dat soms heel raak te
zeggen.
Het vak Duits kregen wij van meneer
Huizinga, een zwaar gebouwde man met
gemillimeterd haar en altijd voor de klas
met een jas toetoep. Hij had er de wind
goed onder. Als je stuntelig was in Duits
kon hij wel eens uit zijn slof schieten.
Hij had de pik op bepaalde jongens;
Tan Sioe Lee was er een van, een goed
moedige Chinese jongen, die geen draad
kwaad deed maar bepaald geen licht was
in de klas. Als Lee dan weer eens mis
kleunde, dan was het 'Lee, lelijke Lee,
Leetjebo!' en dan liep Huizinga naar hem
toe en tikte de as van zijn sigaar af op
zijn hoofd. Wij hadden er natuurlijk lol
over, maar ergens hadden wij er toch een
gevoel bij dat die man dat niet kon
maken. Maar ja... Huizinga was zo'n
bulderbak.
Wiskunde kregen wij van meneer Van den
Hoven van Genderen. Hij had de bijnaam
'de badjing'. Van opzij gezien had zijn
hoofd bepaald iets van een eekhoornkop-
41ste jaargang nummer 4 oktober 1996
41
I