Malang in Bronbeek
moessQn
pie. Het was zeer de vraag of iedereen wel
zijn ware naam wist. Wij hadden het
alleen maar over de badjing en 'pas op,
daar komt de badjing'.
Ze zijn vaak goed gekozen die bijnamen,
die wij als scholieren aan onze leraren
gaven. Toen ik in Holland verder ging
met de HBS hadden wij een lerares, die
de bijnaam 'Bleke Bet' had: een spichtige
ouwe vrijster met een ouderwets kapsel,
een brilletje en een vel dat nog nooit de
zon had gezien. Eens werd door haar een
jongen de klas uitgestuurd en toen de
rector vroeg wat hij kwam doen, zei hij
dat hij door juffrouw Bet was wegge
stuurd. Hij verkeerde heilig in de veron
derstelling dat zij zo heette. Nou ja, hij
kreeg ongenadig op zijn donder.
De rector moest wel, maar misschien
dacht hij ook wel in stilte dat het een
prachtige bijnaam was.
Terug naar de badjing met zijn algebra
lessen en differentiaal- en integraalreke-
nen. Als er één vak was, waar ik nooit een
snars van heb begrepen, dan was het dat
vak wel. De badjing had steeds de ge
woonte eerst een stuk theorie te geven en
daarna moesten de leerlingen stuk voor
stuk voor de klas komen om een som op
het bord uit te werken. Hij had daarbij de
nare gewoonte om steeds te beginnen
met de jongen, die links vóór zat en dat
was ik. De hele klas had dan lol en ging
allerlei dingen voor zichzelf doen, want
Mertens bracht er nooit een spaan van
terecht en stond maar te klooien met zijn
krijtje bij het bord. Het is zelfs een keer
zó geweest dat de badjing tegen me zei:
'Guus, kom bij het bord'. Guus was mijn
jongere broer, die een klas lager zat en
goed was in wiskunde. En ik was te
beroerd om te zeggen dat ik niet Guus
heette maar Wim.
Een van onze klasgenoten was een soort
wonderkind, die alleen maar negens en
tienen op zijn rapport kreeg. Ik weet nog
hoe hij heette: Jan Schenk. Het was een
puur genot om hem voor de klas sommen
zien te maken met een snelheid, waar ik
overigens beroerd van werd. Wat heb ik
hem benijd. Met zijn talen ging het
evenzo. Toch was het een aardige vent,
die zich er niet op beroemde. Mij werd
later verteld, dat hij de oorlog niet heeft
overleefd.
Op een gegeven moment vonden mijn
ouders en die van Lucien Entzinger, dat
het goed was voor onze algemene ontwik
keling als wij wat meer van de bijbel
afwisten. We moesten dus de godsdienst
lessen maar eens gaan volgen. Die werden
altijd gegeven op het laatste schooluur,
op vrijdag. Lucien en ik hadden er weinig
zin in; we vonden het zonde van onze
vrije tijd, maar we moesten wel hè. Het
liep echter een beetje anders dan wij (en
onze ouders) hadden gedacht. Er zat na
melijk een meisje in de klas, dat smoor
verliefd was op Lucien, zo erg, dat ze het
niet kon laten telkens om te kijken om
hem te zien. We werden er zó door
geobsedeerd, dat we besloten er een
telling van bij te houden. Aan het einde
van het schooljaar kwamen we uit op een
getal boven de 900. Wij hadden het zo
druk met tellen, dat we geen tijd hadden
om naar de bijbellessen te luisteren en we
kwamen dus even dom uit de lessen als
toen we er mee waren begonnen.
Onze leraar Nederlands behandelde met
ons in de derde klas een boek van
Frederik van Eden De kleine Johannes.
Het was voor ons gewoonweg niet te
pruimen; de diepzinnige betekenis inte
resseerde ons allerminst; er zullen er in
de klas ook wel bij geweest zijn, die er
helemaal niets van begrepen. Het was dus
ietwat te hoog gegrepen, maar onze mees
ter was er door begeesterd en misschien
was dat wel de reden, dat we het maar
braaf slikten. Wat waren we braaf in die
tijd - af en toe.
Bij de jaarwisseling werd er natuurlijk in
Batavia een gigantisch vuurwerk afgesto
ken. Dat was altijd voor ons een hoogte
punt in ons leven; vooral die rentengans,
die je in een rol kon kopen (voor een
tientje) en dan kon uitrollen en ophijsen
in een vlaggestok. De school moest er
ook een keer aan geloven. Iemand had
toen in de pauze een moorslag in een WC
gelegd met een tijdlont. Ooit zo'n ding
gezien? Dat waren gigantische mertjons,
omwikkeld met bamboe, die een klap
gaven dat horen en zien je verging.
Niet ongevaarlijk overigens. Het ding ging
af, toen we allen alweer in de klas zaten.
Een donderslag... we schrokken ons lam.
De hele deur van de WC vloog eruit en
kwam enkele meters verder op de grond
terecht; de WC-pot stuk enz. Woest dat de
directeur, meneer Esbach, was. Hij heeft
hemel en aarde bewogen om erachter te
komen wie dat had gedaan, maar bij mijn
weten is de dader nooit opgespoord.
En wij hadden natuurlijk de grootste lol.
Tot slot heb ik nog iets over onze geschie
denisleraar. Die man stonk zo verschrik
kelijk uit zijn mond, dat je bijna flauw
viel als hij naast je stond. Zo maakte ik
eens een stomme fout; hij ging toen vlak
bij mij staan, boog zich voorover en zei
tegen me: 'Mertensssss, dat issss niet goed,
dat moesssst je toch beeeeter weeeten'.
Nou, ik viel bijna uit mijn bank van de
lucht.
Zo gingen voor mij twee schooljaren
voorbij. Een nuttige tijd, een goede tijd.
Niet dat ik overigens die jaren over zou
willen doen. Er is nog een klassefoto in
mijn bezit, waar het hele roemruchtige
stel op staat met onze natuurkundeleraar
meneer Taekens. Waar zijn ze allemaal
gebleven? Ik hoop dat nog bij velen de
foto onder ogen zal komen en zij met
plezier zullen terugdenken aan hun
jeugdjaren op de Koning Willem III
school in Batavia.
W.K.H. Mertens
Op vrijdag 1 november a.s. zal in het Kumpulan-gebouw van het Koninklijk
Militair Tehuis voor Oud-Militairen 'Bronbeek' te Arnhem de feestelijke presenta
tie plaatsvinden van het nieuwste, zesde deel in de Indische Stedenreeks van
Uitgeverij Asia Maior, Malang - Beeld van een stad. Vanaf 15.30 uur (voordien is er
een korte besloten bijeenkomst voor de direct betrokkenen) kunnen belangstel
lenden (vrije toegang) daar kennismaken met de auteur Arthur van Schaik en de
overige medewerkers, en de begeleidende fototentoonstelling over de stad Malang
bekijken. Malang - Beeld van een stad komt dan tevens officieel in de verkoop;
indien gewenst, kunt u uw exemplaar ter plaatse tussen 16.00 en 17.30 uur laten
signeren door de schrijver. Na afloop van de bijeenkomst, om 18.00 uur, serveert
het gezellige Indische restaurant in het Kumpulan-gebouw weer een uitstekend
lavaans buffet - reserveren wordt aangeraden! (026 - 364 92 94).
Het Kumpulan-gebouw vindt u in het fraaie, vrij toegankelijke park bij het
Koninklijk Militair Tehuis, Velperweg 147, Arnhem. Op het terrein is gratis
parkeergelegenheid; vanaf het treinstation Arnhem bereikt u Bronbeek met de
(trolley)buslijnen 1 en 6. (Tussentijdse wijzigingen voorbehouden.)
42