Ouwe Bet Singer
ORIENT TRAVEL
moessQn
Je kon de klontong of de 'Tjina tjita'
(stofjes koopman), zoals we hem ook wel
noemden, al horen komen. Hij maakte
zijn aanwezigheid bekend met een soort
trommeltje dat de vorm had van een
tonnetje overtrokken met een stuk huid.
Aan de zijkanten van het tonnetje zaten
touwtjes vast die knoopjes hadden aan
het einde. Als je het trommeltje op de
juiste wijze tussen je vingers draaide,
maakte het 't geluid waar de klontong
zijn handelsnaam aan te danken had.
De knoopjes sloegen dan tegen de
gespannen huid en zo werd het holle
'kelontong-tong-tong' geluid verkregen.
Ver van een grote stad wonend, was het
een bezoek waar mijn moeder en wij
kinderen, altijd naar uitkeken.
Mijn moeder, om al het moois op haar
gemak te bekijken en misschien wat te
kopen en wij, om het hele schouwspel
gade te slaan, en vooral om te proberen
hetzelfde geluid uit de kleine trommel te
krijgen als de Chinees. De manier waarop
hij zijn waren vervoerde was de maatstaf
van zijn succes. Onze klontong kwam op
de fiets, een grote baal stofjes vast gesjord
op een houten rek op de bagagedrager.
De hele bundel werd er met moeite
afgetild en met een plof op de grond
neergezet, om dan heel uitvoerig ontdaan
te worden van tenminste twee stukken
kain blajoe (ongebleekt katoen), die er
ter bescherming als een envelop omheen
waren gevouwen. Met langzame nauw
keurige bewegingen werden de punten
opengeslagen en altijd bovenaan op de
bundel stofjes lagen wonderlijk mooie
kanten kleedjes, 'dali Sjanghai'.
Dan volgden de servetten en tafelkleden,
damast of linnen, vaak met het open werk
dat Ma zo mooi vond. Daarna kwamen
de tjita-tjita aan de beurt die per el
werden verkocht en die werden gemeten
met de arm vanaf waar je de stof vast
hield tussen je vingers tot waar je schou
der begon. Prachtig glanzende zijde, crêpe
de Chine, organdie, katoen, linnen, wit
en in alle kleuren van de regenboog, effen
of bedrukt met bloemen, grote en kleine,
ruiten, bollen, cirkels, schots en wat al
niet. Een blok stof dat je oog had getrof
fen werd met een zwaai uitgespreid zodat
tenminste een paar meter stof als een
IVW&U:
waterval over de arm van de slimme klon
tong viel die wist dat als je het zo zag, je
wel moest kopen. Er werd natuurlijk ge
kocht, want al dat moois gaf mijn moeder
grote plannen.
Toen op een goede dag kwam er een
(avaan het erf op zwoegen, gebukt onder
een pikolan met aan elke kant een baal
stofjes rustend op een houten rek, en
naast hem fietste prinsheerlijk de klon
tong die kennelijk een treetje hoger was
geklommen op de succesladder en nu
kon laten sjouwen.
Zoals de dag op de nacht volgt, zo volgde
de komst van de djait een visite van de
klontong. Plet was meestal een mannelijke
djait. Die maakte kleren precies op maat
zo van een plaatje. De djait mocht Ma's
ouwe Singer handnaaimachine gebruiken.
Dat was heel wat, want ze was verknocht
aan Ouwe Bet. Overigens niks bijzonders
die Bet, gewoon een stokoud ding van
puur ijzer, geloof ik, en onverwoestbaar.
Elet ding rinkelde als een zak vol zilveren
rijksdaalders als je aan het wieltje draaide.
De djait deed dat zeer snel met de eerste
kootjes van twee vingers, soms zo snel dat
hij de machine kon laten freewheelen.
Ma deed het rustiger aan, maar zij maakte
eenvoudige dingen zoals hempjes en
hansoppen waarbij ze dan tevreden
neuriede.
In de Jappentijd raakte ze tot haar grote
verdriet Ouwe Bet kwijt, laren deed ze het
zonder, maar er kwam een tijd dat ze weer
een Singer bezat. Een andere Bet, precies
zoals de machine die ze had verloren.
Ze gebruikte Bet alweer alleen maar voor
eenvoudige klusjes, de moeilijke stukken
gingen nu naar een andere djait.
Zijn naam was Bar Ali en hij was heel
klein en mager en zag er zeer gedistin
geerd en artistiek uit, met snor, hoed, en
altijd keurig gekleed. Hij rookte 'strootjes',
rokok krètèk dus. Bar Ali had het druk,
want hij speelde ook viool en als violist
verzorgde hij de muziek op feestjes in de
kampong. Dus hij kwam wanneer hij tijd
had en werkte dan op Ouwe Bet aan
allerlei kunststukken, ook alweer wieltje-
draaiend met twee vingers.
Alleen, als je een Bar Ali creatie droeg,
moest je het wel eerst wassen. Ma klaagde
altijd: 'Bar Ali, baju ini bauh klobot'. (Bar
Ali, dit kledingstuk ruikt naar sigaretten
rook). Bar Ali keek dan zeer uit de hoogte
alsof hij zeggen wilde: 'Ini graag of niet,
Njonja'.
Wat voor soort kledij zouden we vandaag
hebben zonder, in dit geval, een Singer
naaimachine? Ik las eens dat zo omstreeks
het midden van de 19de eeuw een zekere
Walter Hunt, een uitvinder, met de eerste
naaimachine voor de dag kwam die hij
demonstreerde op een tentoonstelling
tegen een entree van twaalfeneenhalve
cent per persoon.')
Het was een succes, maar een groter suc
ces was de uitvinding van het spoeltje
voor de machine. Toen verschenen Isaac
Merritt Singer en Elias Howe Jr. op het
toneel. Zij perfectioneerden de naaima
chine nog meer, maar het was Singer die
het meest succes had met de verkoop
ervan en de wereld zijn naaimachine
bracht. Die werd gemaakt in Amerika en
was één van die uitvindingen die heel
democratisch werkte. Kleren werden nu
aan de lopende band gemaakt, vooral
toen er ook nog snijmachines verschenen
die tegelijk door hele blokken stof
sneden. En zo kon een ieder ready-made
ANVR
RETOUR BANGKOK v.a.
RETOUR JAKARTA v.a.
RETOUR BALI v.a.
RETOUR DELHI v.a.
RETOUR AUSTRALIË v.a.
935-
1356-
1559-
1090-
1299-
Singel 486 - 1017 AW AMSTERDAM
Tel. 020 - 623 74 84
Laan van Meerdervoort 291 - DEN HAAG
Tel. 070 - 361 50 78
8
L
!r»«
jsiiiirita
SCR