Horen, zien
en schrijven
Namen
Oude mensen,
nieuwe dingen
moessQn
De bestelwagen wil een vracht boeken bij
me afleveren die niet voor mij bestemd is,
maar voor Moesson in Amersfoort.
'Mag ik dan even bij u het kantoor bellen?'
vraagt de chauffeur. Natuurlijk. Ik laat
hem binnen en wijs hem waar de telefoon
is. Hij kijkt me vragend aan. 'Waar is de
telefoon?' Het dringt tot me door dat dat
'spraakmakende' apparaat dat mijn kin
deren tien jaar geleden als nieuwste snufje
voor me kochten om het oude vertrouwde
PTT toestel te vervangen, onherkenbaar
antiquarisch is geworden.
Geduldig wijs ik de bestelman mijn
mooie platte bruine telefoon. Nog steeds
hypermodern vind ik, met de draaischijf
in de hoorn. De man pakt de hoorn op,
kijkt me weer aan. 'Waar zijn de druktoet-
sen?' 'II moet draaien', leg ik uit, 'zo, welk
nummer moet u hebben, dan doe ik het
voor u'. 'Graag, wacht, dan noteer ik
meteen het adres waar de boeken nu naar
toe moeten.'
Dit kan niet waar zijn, denk ik, ik zit fout,
ik word gek of ik ben zo oud dat ik niet
meer op deze planeet thuis hoor.
Ik dicteer hem het adres van Moesson.
'Amersfoort,' zegt de man, 'is dat nu met
een d of een t?' 'Maakt het wat uit tegen
woordig, als u maar weet waar het ligt
toch?' antwoord ik. 'Gelijk heeft u.
Bedankt mevrouw!'
Ik heb even mijn Pietertje op de schoot
genomen en hem verteld wat er, vooral na
dit voorval, aan me knaagt: ik ben te oud
voor deze maatschappij van drukknoppen,
toetsen, codes, digitalen, inter-dit en inter-
dat. Bovendien ben ik zo kippig als een
kip, ik kan rn'n bril niet meer vinden als
ik 'm heb afgezet. En nu deugt mijn
telefoon ook al niet. Maar er is meer, o ja
er is nog veel meer. Van de week vroeg een
vriendin of ik mee wilde naar een groot
feest in Utrecht. Utrecht? Als ze Sebrenica
had gezegd had ik niet minder heftig
geweigerd. Wat doe ik op mijn leeftijd op
een feest?
'Mensen ontmoeten, lekker eten?' pro
beerde ze, 'en weet je wie er optreedt?
Marco Borsato!'
'Dat had je nou net niet moeten zeggen,
kreunde ik, 'die Marco Borsato is een
aardige jongen maar hij kan helemaal niet
zingen. En dan die stomme, stomme,
stomme liedjes...'
'Nou, maar dan wil je zeker wel komen
voor de Blue Diamonds, want die komen
ook!'
'Nu wacht ik alleen nog maar dat je vertelt
dat Wieteke van Dort er ook zal zijn...'
'Neen, die niet,' zegt de vriendin die op
dit moment geen vriendin meer van me is
maar iemand van Outer Limits die ik
terug verwens. Met Marco, met de
Ramona-broertjes en met alles en iedereen
daar in Utrecht.
Als ze vertrokken is na me verteld te heb-
ben dat ik een ouwe chagrijn ben, dringt
het tot me door dat ik in Outer Limits
hoor. Ik ben te oud voor deze wereld.
Of ik doe mee met digitalen, toetsen,
knopjes, codes, leggings en rood haar, of
ik hou me koest met BBB (Bingo, Bridgen,
Bankje zitten) en hou mijn grote bek
dicht.
Op het tafeltje naast mijn oude telefoon
liggen boeken en paperassen die ik nog
j moet lezen, heerlijk nog wat te doen.
Vanavond lekker kijken naar Dad's army,
M.A.S.H. en HUI Street Blues en Oprah, die
ik vanochtend gemist heb door die chauf
feur. Ja ik ben oud en word ouder met
de minuut. Maar van mijn telefoon
blijven ze af.
Lilian Ducelle
P.S. Van de week zag en hoorde ik Robert
Long op tv. De mooiste Nederlandse
zangstem en de énige zingende Neder
lander die woord voor woord te verstaan
j is. Hij was trots op de Neerlandia Visser
prijs die hij net gekregen had.
Voor het eerst na zeven jaar, toen ik die
prijs ook kreeg, voelde ik iets van gedeel-
j de voldoening en viel het leeftijdsverschil
tussen hem en mij weg. Maar het blijft:
oude mensen, de dingen die voorbij gaan...
Dit was het dan, dag!
Het gebeurde in Brits-Indië in de glorie
tijd van het Britse imperium. De gouver
neur, een geliefde en gerespecteerde
functionaris, geeft een receptie.
De militaire band speelt op de achter
grond muziek van Gilbert en Sullivan.
Dames met lange slepen, vele officieren in
scharlaken gala-uniformen, struisveren
waaiers, diamanten en parels, maharadja's
in oogverblindende costuums, statige
bedienden in het wit met grote tulban
den: een perfecte receptie.
De gouverneur kan tevreden zijn; toch
heeft hij een probleem. Niet zo belang
rijk, maar dat hem wel dwarszit: hij kan
geen namen onthouden. Nu is dat niet zo
erg als zijn vrouw of zijn adjudant in de
buurt is. Zij fluisteren hem de namen wel
toe en tot nog toe is alles goed gegaan.
Maar dan gebeurt het: laat op de avond
komt een statige, aristocratische dame de
zaal binnen en hij staat alleen. Zijn vrouw
keuvelt op een tiental meters van hem af
en zijn adjudant is met een dringende
boodschap weggeroepen. De gouverneur
weet dat de dame belangrijk is, vooral
door de positie van haar broer. Maar wie,
o wie is zij?
Als ze voor hem staat en hem begroet,
vertelt hij haar hoe blij hij is, dat ze in de
gelegenheid was te komen en hoe ver
heugd hij is om haar terug te zien.
Hij hoopt dat ze iets zal zeggen waardoor
hij op haar naam kan komen.
In uiterste wanhoop, een verwijtende blik
werpend naar zijn vrouw die hem niet
lijkt te zien, zegt hij: 'En hoe gaat het toch
met uw broer; vervult hij nog steeds
dezelfde positie met genoegen?' Zij kijkt
hem iets verbaasd aan en zegt lakoniek:
'Ik geloof van wel; hij is nog steeds
koning van Engeland.'
C. van Heekeren
*7<x*tte d 1adi±c/ie
<2jze&&<xe6e*i
16
Franko thuis in speciale verpakking
Min. 500 gram 22,50
Min. 700 gram 27,50
Mevr. F.Y. ROBERT-FLAMAND
Kerkuil 36 - 4822 PA Breda
Tel. 076 - 542 16 07
ABN-AMRO rek.nr. 59.43.54.439
Postbank: 3892616