De waringin In het midden van de aloon-aloon in een dorp in de Oosthoek van lava, stond een reusachtige waringin, met grillige stam en lianen, als een koning over het volk. Om het plein had je allerlei belangrijke gebouwen, met aan één kant de pendopo van het huis van de regent. Daarnaast de oude school, toen nog een school waar Nederlands werd gesproken, met als hoofd de heer Klootwijk, die naam vergeet je nooit. Aan de andere kant de staats gevangenis, luguber grijs van kleur en aan de noordkant was het controleurshuis, de soos en het pandhuis naast de rivier, die zo nu en dan bandjirde. Er was ook een spoor waarop zo nu en dan suikerriettreintjes voorbijtuften ge durende de oogst en die zelfs Sinterklaas bracht op 5 december. In een hoek van de aloon-aloon waren de tennisbanen en in de andere hoek was een soort voetbalveld, alleen te herkennen aan de doelpalen. Diagonaal over het veld liep een pad. Dit was de weg naar de waringin. Dit pad was uitgediept door de velen die er steeds over liepen. Wanneer op het veld gespeeld werd, moest men rekening houden met rare sprongen van de bal als deze op de uitdieping kaatste. Desondanks hebben er belangrijke wedstrijden plaatsgevonden tussen de elftallen van de school en de suikerfabriek. Op de wegen rond de aloon-aloon reden toen dogkars, grobaks, fietsen en zo nu en dan een Chevrolet, Ford en andere mer ken auto's, zelfs een oude Fiat met zes reservebanden en koplampen vastgemaakt met elastiek op de spatborden. Na de oorlog stikte het van de Toyota-busjes, motorfietsen en scooters. Die aloon-aloon was het centrum van het gebied, belangrijk voor allerlei festiviteiten zoals Koninginnedag en andere nationale feestdagen. Na jaren te zijn weggeweest, vond ik die oude boom terug, nog verder gegroeid met takken, honderden hangende lianen en een dicht dak van bladeren, die de zonnehitte opvingen. Ik moet nog denken aan de Tarzanfilms uit die tijd. Een katjong, die in klas kam- bing zo'n film had gezien, trachtte Tarzan na te doen, maar de liaan brak en 'Tarzan belazer' was ernstig gewond. Onder die boom was het koel en vond je de toekang potong ramboet (kapper) met zijn stoeltje, de es pasra- en tapaiverko- pers en andere handelaren die hun waren trachtten te verkopen. Het was net een mini-pasar met al die tropische vruchten, manalagi manga's, manga goleks, doerian, djamboe enzovoort, enzovoort. Zo nu en dan werd de grond schoongeveegd met een sapoe lidih om al de kretekpeukjes, sirihspuug en andere rommel op te ruimen. In de late middag en avond als de lampoe templek's brandden, kwamen de sate-, roedjak- en petjilverkopers (herinner je je nog tweehonderd sate ajam met lon- tong?). Ook heb ik daar de Chinese trolley zijn bami goreng, basah en mijn favoriete pangsit zien verkopen. Dan had je natuurlijk ook 'boy meets girl', vooral in het donker hoorde je vaak rare geluiden en verdacht geritsel van bladeren. Dat leven onder die boom is nog steeds hetzelfde, niets veranderd. Zo gaat het. Ik zei tegen de boom: 'Ie hebt hier zoveel meegemaakt, vertel me er iets van'. 'Tja, jaren geleden met de Nederlandse bezetting', vertelde de boom, 'hebben we hier grote feesten meegemaakt. Ik denk aan de dag met een militaire taptoe waar verscheidene Ambonese soldaten gewond raakten door hun overenthousiaste optreden. Schijngevechten met geweer en klewang werden te realistisch uitgevoerd. Er was een behendigheidsrace voor chauf feurs, met allerlei obstakels, zoals een wipbrug, het achteruitrijden in een garage en het rijden door een rij met vlaggetjes. )e had ook grote karapan sapiewedstrijden en het volk danste op muziek van een desaband om de kampioen te eren, dat was me wat. 's Nachts lampionnenoptocht en vuur werk, de pasar malam met al de Chinese gok- en eettenten. Ik zal het nooit verge ten. En natuurlijk de lajangangevechten, de vliegers met glastouw, ledereen had z'n eigen recept voor het glaslijm. Het glas 41ste jaargang nummer 5 november 1996 19 r"'-' - V'iVw 1 A -1

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 19