Keukenprinses moessQn Galerie Buitenzorg Het juli/augustus nummer van onze Moesson had zulke prachtige foto's van Indische gerechten compleet met recep ten. Gemakkelijk en lekker, knappe me neer, Henk Hilbert. Het deed me denken aan de tijd toen kok- ki de scepter zwaaide over haar domein, de keuken, waar niemand wat over te zeggen had, of tenminste niet veel, zelfs Ma niet. In een Indisch huis vond je de keuken zo ongeveer in het midden van soms een hele lange galerij. De keuken behoorde tot de bijgebouwen, die stond niet midden in je woonhuis, drie meter van je slaapkamer vandaan, grenzend aan je woonkamer, zodat je nog dagenlang de trassi en knof look kan ruiken als je die gebruikt hebt. Een keuken in Indië was een plaats waar je als kind in kon verdwijnen en allerlei makanans afbedelen van de kokki zonder dat iemand in huis het wist. We waren er vaak te vinden omdat kokki ons altijd wel wat toestopte en we snoepten van de tempeh goreng, lekker warm en knappend nog, onder kokki's hevig protest 'djangan non, djangan njo, nanti mamma marah!' (niet doen, non, niet doen njo, straks wordt mamma boos). De keuken trok ons aan, er was altijd wat lekkers te vinden al was het aanzien van dit voorname vertrek in de verste verte niet zoals die van de INDONESISCH SPECIALITEITEN RESTAURANT DEWATA A A Beeklaan 269 - Den Haag Tel. 070 - 346 76 97 Jlohtonq Semaian^ arts crafts uit Indonesië en China winkel - galerie beeldentuin Molenstraat 45, 2513 BJ Den Haag informatie: 070 - 345 51 64 keuken die we nu hebben. De muren waren meestal groezelig van het arang stof en het houtvuur maakte de bodem van de pannen zo vies zwart dat kokki's hulpje er altijd op zat te schrobben met een stuk klapperbast en wat as alsof haar leven er vanaf hing. Wij woonden niet in de stad en dat hield in dit geval in dat de keuken zeker niet modern was. Tegen de achter muur stond langs de hele breedte een hol, verhoogd muurtje met gaten erin waar een pan precies op paste. De holte was gevuld met bran dende arang of een hout vuur, een pan werd boven op het gat geplaatst en het koken kon beginnen. De lekkerste gerechten kwamen uit die keuken en we deden de maaltijden die onze keuken prinses, zoals ze werd genoemd, ons elke dag voorzette altijd eer aan. Dat was voor de oorlog. Na de oorlog woonden we in de stad en hadden een keuken waar kokki op een gasfornuis kookte. Ik vond nog geregeld mijn weg naar de keuken en de tempeh goreng, maar nu zei mijn moeder elke keer als ze me zag dat ik toch maar eens moest leren koken en niet eten saja. Die goede raad viel op dovemansoren en toen de dag kwam dat we naar Holland vertrokken, kon ik nog steeds alleen maar eten. Ma werd soms zo djenkel (wanho pig, ongeduldig) dat ze zei: 'Jij moet maar een miljonair trouwen zodat je er een keukenprinses op na kan houden. Kasian straks die man van jou.' Zorgeloos bleef ik met dovemansoren rondlopen, maar in Holland kwam ik wel eens in de keuken een kijkje nemen hoe mijn kamergenote allerlei lekkere gerechten tevoorschijn toverde. Toen trouwde ik en ging naar Amerika maar niet voordat een boek werd aange schaft... een kookboek! Die van de aloude mevrouw Keijner natuurlijk, heel duidelijk getiteld Kookboek voor Hollandse, Chinese en Indonesische gerechten. Het was nu menens, ik moest de keuken in want mijn man was geen miljonair! De eerste dag aten we buiten, maar dat kun je niet elke dag, dus de tweede dag ging ik te rade bij mevrouw Keijner. Had ik maar naar Ma, die ver weg over de oceaan zat, geluisterd. Had ik maar wat geleerd van kokki, onze keukenprinses, die nog verder weg zat over nog meer oceanen. Had ik maar... Wat moest ik nou? Sudah, frikadel pang gang maar op blz. 95 van het kookboek. Meteen al was het mis. Daar stond: 1/2 kattie gemalen rundvlees... Hoeveel is een kattie? En dat '...peper, zout en noot muskaat naar smaak', heel moeilijk. Lang verhaal kort gemaakt, er kwam frikadel op tafel, in een oven gepanggand die ik ook nog nooit eerder had gebruikt en waarvan ik niet wist hoe warm die moest zijn. Maar goed... wat lalap erbij en toen mijn man een beetje bezorgd vroeg: 'wat eten we?', antwoordde ik heel vlot 'blz. 95 van mevrouw Keijner' en vond mezelf heel erg knap. De jaren gingen voorbij. Mijn 'Keijner' is al helemaal beduimeld en je kan goed zien dat het boek veel ge bruikt is. Ma werkte er ook mee en achter in het boek, in haar handschrift, staan allerlei gerechten, in het Hollands en in het Engels, overgeschreven van ergens. Zo zie ik naast brengkessan van haring (in tomatensaus uit blik, yuk!), een recept voor bitterballen gevolgd door Italian meatloaf sauce en de klap op de vuurpijl American serabie'. Die maak je als volgt in Ma's woorden: 'English crumpets opstomen, eten met santen en brown sugar'. Goed hè? Hoopvol, speciaal voor mij, staat achter in het boek: 'trassi shrimp paste; ketoem bar coriander; koenjit turmeric; pala nutmeg', enzovoort, enzovoort. Ze had haar eigen kookboek ook, die van Catenius van der Meijden met '1381 recepten'. Die heb ik nu en ook hier zie ik van alles staan in haar handschrift, van 'pastei vulsel' tot 'barbeque beef toe. De laatste met een uitgeknipt plaatje ervan, en als ik het blad omsla zie ik ineens een krantenknipsel getiteld 'Drie maskers voor gezichtsverzorging'. Die eet je toch niet? Ma leerde me koken en ik pikte wat op hier en daar. Soms probeer ik een Indisch gerecht, zoals nog niet zo lang geleden toen ik een recept vond van Ma voor kwee 22

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 22