Claudia van den Broek:
]Ik ben een Indo
Na Dave Bos en Esther Hartsinck is Claudia
de derde jongere waarmee ik een gesprek
heb. Het is donderdagochtend als ik in
Rijswijk aanbel. Claudia woont samen met
haar Hollandse vriend Arnd in een flat.
Op de bovenste etage.
Aan de voorkant hebben ze een fraai terras
gevuld met rotan tuinstoelen en aarden
potten met planten. Aan de achterzijde
heeft Arnd een rieten afdak gebouwd.
Net als ze in Portugal hadden toen ze daar
op vakantie waren.
De huiskamer verraadt de verzamelwoede
van Claudia, waarbij oude foto- en schil
derijlijsten de boventoon voeren.
Oude lijsten, die ze vult met nieuwe foto's...
Geen sudah, laat maar
Claudia begint haar verhaal terwijl ze
koffie en zelfgemaakte taart serveert.
Mijn vader komt uit Jakarta en mijn moe
der uit Malang. Vader is op zijn dertigste
naar Nederland gekomen. Hij voelde zich
toen erg verantwoordelijk voor het gezin
waar hij uitkwam. Zijn twee oudere broers
waren in de oorlog opgeroepen en gede
porteerd naar Birma om aan de beruchte
spoorlijn te werken. Toen ze na de oorlog
terugkwamen is de ene aan malaria over
leden en bleek de andere geestelijk schade
te hebben opgelopen. Zijn moeder heeft
altijd in angst gezeten of hij ook zou wor
den opgeroepen. Niet alleen omdat het
haar derde zoon was, maar ook omdat hij
een ziekte had.
Mijn vader komt bijna nooit buiten.
Eigenlijk hetzelfde als zijn vader. Hie is de
laatste zeven jaar van zijn leven - nadat
zijn vrouw was gestorven - ook niet meer
buiten geweest. Je zou denken als je zo'n
voorbeeld hebt gehad, probeer je het
anders te doen. Maar ik zie nu precies
hetzelfde met mijn vader gebeuren.
Overigens heb ik al deze dingen van an
deren gehoord. Zelfheeft hij me nooit iets
verteld. Ook niet als ik erover doorvroeg.
Het gekke is dat mijn vader wel tegenover
derden verhaalt over vroeger. Ook vertelt
hij tegen anderen dat hij trots is op zijn
kinderen. Maar nooit rechtstreeks.
Misschien dat al die dingen ertoe hebben
geleid dat hij nu zo is; een zwijgende
vader en een voorbeeldig ambtenaar.
Net als de vader uit het boek van Jill Stolk.
Mijn moeder is het tegenovergestelde. Die
praat juist veel en is bovendien ontzettend
eigenwijs. Ze heeft haar vader verloren
toen ze twaalf was. Door de oorlog.
Het gezin werd daardoor stuurloos.
Mijn ouders hebben een echt Indisch
huwelijk. Vader regelt de financiën.
Moeder heeft daar geen weet van. Hij is
ook erg egoïstisch. Ze mag zonder hem
weg, onder voorwaarde dat ze op het af
gesproken tijdstip thuis is. Als ze niet op
tijd thuis is, dan gaat hij iedereen bellen.
Toch is mijn moeder zonder hem op
vakantie geweest. Met een tante. Dat vond
hij wel goed. Zelf ging hij niet mee. Toen
ik vroeg naar het waarom zei hij: 'Ik heb
het hier goed.' En dat was het.
Als er in het gezin iets fout gaat, dan is
het altijd de schuld van mijn moeder.
Soms denk ik wel eens: 'Was mijn moeder
maar met een Hollandse man getrouwd,
dan was het allemaal anders geweest.' Ik
weet dat een groot deel van het gedrag van
mijn vader met zijn voorgeschiedenis
heeft te maken. Veel van die dingen
komen namelijk in zijn familie voor.
Aan de andere kant zijn het ook typisch
dingen die je bij veel Indische vaders ziet.
Ik hou wel van mijn vader. Maar ik kan
hem ook haten. Als hij bijvoorbeeld
vraagt wanneer ik weer wegga terwijl ik
net binnen ben. Hij kan zich niet uiten.
Mijn moeder slaat ook geen arm om je
heen. Dat komt ook omdat het hen niet is
geleerd. Bovendien tonen Indische men
sen hun emotie niet. Het blijft oppervlak
kig. Ze zijn ook niet lijfelijk. Geen echte
zoen op je wang, maar zo'n veegje. Ik ben
wel erg lijfelijk. Arnd ook.
Mijn vader is wel heel trouw. Je kan altijd
bij hem terecht, tenminste als het om
geldzaken gaat. Dat vind ik ook zo'n
typisch Indische eigenschap. In materieel
opzicht kan ik altijd bij hem aankloppen.
Daar ben ik hem ook dankbaar voor.
Anders had ik mijn studiereis naar Indo
nesië nooit kunnen maken. Maar daar
gaat het niet alleen om in het leven. Ik wil
andere, immateriële dingen. Belangstelling
en warmte. Ik woon nu vijf jaar in deze
flat. Mijn vader is hier nog nooit geweest.
Misschien komt het omdat ik niet ge
trouwd ben maar samenwoon. Bij mijn
zussen is hij wel op bezoek geweest.
Niet vaak, maar toch. Als ik dat mijn
zussen voorhou, dan vergoelijken ze dat:
'Vader heeft een stoma en heeft suiker
ziekte. Dat is te moeilijk voor hem.' Ook
typisch Indisch. De waarheid niet onder
ogen willen zien.
Toen mijn moeder van mij in verwachting
bleek, kon de geplande aanschaf van een
stofzuiger niet doorgaan. Nou ja, als het
dan maar een jongetje was. Dat zou leuk
41ste jaargang nummer 5 november 1996
31