Padvinders in
Djambi
Jan Huygen van
Linschoten wilde 'de
weerelt besien'
Op de foto ziet u de laagste klassen van
de enige Nederlandse Lagere School in
Djambi (Sumatra), in het schooljaar
1937-1938. Deze klassen hadden een ka-
boutergroep van negen meisjes en een
welpengroep van zes jongens. Deze groe
pen was de eer ten beurt gevallen de pad-
vindersvlag van Lord Baden Powell enige
dagen in hun midden te hebben. Deze
vlag ging de hele wereld rond!
Op de bovenste foto haalt Oehoe Wegener
met haar kabouters de vlag op uit de ha
ven van Djambi, waar een hekwieler (ra
derboot) de vlag had afgeleverd. U ziet op
de foto van voor naar achteren (de kabou
ters per paar): Oehoe Wegener, Kitty Ley-
hart en oudste meisje Tissot van Patot,
Annie Hondius en Letty Bosman, Mollie
Thielsch en Beppie jongste meisje Tissot
van Patot en helemaal achteraan Maud
Op de onderste foto is nog diezelfde
avond een kampvuur aangelegd ter ere
van de vlag. Daarbij waren ook de welpen
present met hun akela. Van de welpen zijn
niet alle namen meer bekend, alleen (van
links naar rechts): Martin Herm, Moetie
en Bertie van Garling.
Wie herkent zichzelf of anderen op deze
twee foto's? Reacties graag naar: Mevrouw
J. Thielsch, Melis Stokelaan 1026, 2541
ED Den Haag, tel. 070 - 321 09 36.
Hij was amper zestien jaar toen hij toegaf
aan de lokroep van de zee. Alles wat hij
onderweg zag noteerde hij. Achteraf be
zien is de spectaculaire expansie van de
Nederlandse handel in de 17e eeuw in
oorsprong te danken aan de opmerkings
gave en de nieuwsgierigheid van Jan Huy
gen van Linschoten (1562-1611). Hij wil
de 'de weerelt besien' opdat hij goede
verhalen zou kunnen vertellen 'als men
out is'. Zijn reisverslag van 400 jaar gele
den bleek een schot in de roos.
Jan Huygen van Linschoten leefde ruim
vier eeuwen geleden. Hij hoorde als jonge
Enkhuizer over verre reizen en verrassende
ontdekkingen van vreemde landen door
Portugees en Spanjaard. Hij was zestien
jaar toen hij naar Portugal vertrok en daar
in dienst trad van de aartsbisschop van
Goa. De jongeman reisde als secretaris
mee naar India. Daar bleef hij zeven jaar
en sprak in die periode met veel mensen
over handel en reizen in Azië.
Terug in Nederland schreef hij zijn reisver
slag met goed bruikbare zeil- en handel-
tips, het Itinerario, dat in 1596 voor het
eerst verscheen.
Enkhuizen had toen nog geen deel aan de
welvaart die - volgens de verhalen - de be
woners van Spanje ten deel was gevallen.
De Spanjaarden financierden de oorlog
tegen de Lage Landen met zilver uit de
Zuidamerikaanse mijnen. Toen Spanje
Portugal in bezit nam, waren Nederlandse
schippers, die in Lissabon onder meer spe
cerijen uit het Verre Oosten ophaalden,
niet meer veilig voor de lange arm van de
Spaanse politiek. Schepen werden in be
slag genomen, handelslieden uit het noor
den lastig gevallen.
Het Itinerario, was een schot in de roos.
Het reisverslag kwam precies op tijd om
zelf schepen naar de Oost te kunnen stu
ren. Het boek werd heel goed verkocht.
De Nederlander die het reizen als een
noodzakelijk kwaad beschouwde, had wel
een paar stuivers over voor reisverslagen
die zijn fantasie prikkelden, vooral die
van de handelslieden.
Eind zestiende eeuw vond de Eerste Schip-
reis naar Java plaats en het Itinerario was
vanzelfsprekend aan boord bij comman
dant Schouten. De reis was het begin van
een economische en maritieme expansie
zoals die niet eerder in de wereld had
plaatsgevonden.
41ste jaargang nummer 8 februari 1997
43
Bron: Noordhollands dagblad (MS)