POIRRIÉ'S
PERIKELEN
Roeskas 7000
moessQn
7 ooo
^,15 -jéisje
7000
Galerie Buitenzorg
yr
Als kind had ik al een heilig respect voor
de zee. Ik kan mij nog goed herinneren
dat we op de reis die we voor de oorlog
op de lohan van Oldenbarnevelt naar
Holland maakten een paar keer zwaar
weer hadden. Kon je zien hoe in de verte
passerende vrachtschepen zóver achter de
hoge golven verdwenen dat alleen maar
de masten en een klein stukje van de pijp
er bovenuit staken. Dacht je bij jezelf: die
komen nooit meer boven water. En als de
boeg van het eigen schip diep in een golf-
dal dook, de enorme schroeven gedeelte
lijk in het luchtledige rondmaalden en het
hele schip trilde en bonkte, dacht je: was
ik maar thuis gebleven. In de Golf van
Biscaye spookte het toen ook behoorlijk.
Alleen een enkele Jan Stavast waagde zich
op het dek en alle andere passagiers hiel
den zich met grijsgroene gezichten buiten
schot. Dat zijn van die momenten dat je
beseft hoe machtig de zee is en hoe nietig
je zelf bent.
Die paar keren dat we zwaar weer hadden,
hebben soengoeh mati heel erg tot mijn
verbeelding gesproken, maar wat me toch
het meest aansprak waren de vernielingen
die voor ons vertrek door een storm aan
de badplaats Oleh Leh bij Kotaradja wa
ren aangericht. Het gebouw was flink
beschadigd en het ter bescherming tegen
haaien geplaatste hekwerk was zo toegeta
keld dat er een school walvissen door naar
©I -■"$}- arts crafts M
yc uit Indonesië en China
winkel - galerie fip
raf beeldentuin
Molenstraat 45, 2513 BJ Den Haag
informatie: 070 - 345 51 64
binnen kon. De zee was trouwens nóg
niet rustig en deed de stoombarkas die
ons naar Sabang zou brengen rare caprio
len maken. Het met koffers en al vanaf de
houten pier aan boord gaan ging dan ook
gepaard met de nodige hoofdbrekens.
Diep onder de indruk waren we toen van
de macht die van de aanrollende hoge
golven uitging. En een beetje bang ook,
natuurlijk.
Een paar jaar geleden hadden we het twij
felachtige genoegen om een storm aan de
Costa Brava mee te maken. Op het strand
staande, kon je de grond voelen trillen als
de metershoge golven met het gedreun
van bominslagen op het strand tot schuim
sloegen. Was een geweldige ervaring, maar
voor zo'n natuuruitspatting kom je natuur
lijk niet naar Spanje. Vorig jaar, in Blanes,
was het weer prijs, al hadden we toen
alleen maar met de gevolgen
van twee voorjaarsstormen te
maken. Die waren niet mis:
een gedeelte van het strand
was verdwenen, de strand-
douches lagen plat, stukken
borstwering van de promena
de waren weggeslagen, de
promenade zelf was bescha
digd en van de aangelegde
grasperken was weinig over.
Pepe, de nachtportier van ons
hotel, vertelde wat er was
gebeurd. In geuren en kleuren
en met handen en voeten,
want hij spreekt geen woord
buiten de deur en ons Spaans
is nog steeds om te huilen.
Huizenhoog waren de golven
geweest, wees Pepe met ver
boven zijn hoofd uitgestoken
arm aan. En tot op de stoep
van het hotel had het zeezand
gelegen. Wel niet huizenhoog,
maar toch hoog genoeg om
tot aan de enkels in weg te zakken, zei
Pepe. Hij zette zijn woorden kracht bij
door met opgetrokken broekspijpen en op
zijn tenen lopend een rondje te maken.
Hij had ook geen goed woord over voor
de maatregelen die de plaatselijke over
heid na de storm had genomen.
Die waren helemaal loco, zei hij en wees
nadrukkelijk naar zijn voorhoofd. Wat
was er dan gebeurd, vroegen wij nieuws
gierig. Pepe snoof en vertelde dat men na
de eerste storm van pakweg eind januari
een flinke lading zand op het strand had
aangebracht en verder de boel de boel had
gelaten. Gevolg was dat ongeveer een
maand later bij de tweede storm al het
lapwerk over de promenade werd gegooid
en men opnieuw puin kon ruimen. Leek
nergens op. Maar dat hadden we zelf
natuurlijk al gezien, dacht Pepe. Wat de
overheid wèl had moeten doen, vertelde
hij niet, maar daarvoor is hij ook nacht
portier tevens kleinlandbouwer en geen
waterbouwkundige. Wat we begin mei te
zien kregen, was inderdaad niet erg leuk.
Het zag er allemaal intens droevig uit.
Vooral omdat het miezerde en vrij veel
zaken hun deuren nog niet hadden
geopend. Gelukkig was het een goedkope
tiendaagse vakantie en hadden we een
leuk groepje. Toen we er begin september
terugkwamen voor een wat langere
vakantie, was het alweer een stuk beter.
Weliswaar was het strand voor ons hotel
nog steeds kleiner dan het was geweest,
maar de stranddouches stonden er weer,
de met roodwit lint gemarkeerde perken
hadden weer wat gras en de voornaamste
beschadigingen waren gerepareerd. Op z'n
Spaans, maar het zag er toch redelijk goed
uit. Tot halverwege onze vakantie, want
toen konden we aanschouwen hoe een
anderhalve dag aanhoudende storm weer
wat van het strand afhakte en de strand
douches ontwortelde.
Lange gezichten bij de vakantiegasten,
maar gelukkig klaarde het daarna een
beetje op. Pepe's gezicht bleef echter op
onweer staan, 's Avonds, toen ik gewoon
tegetrouw aan de balie een praatje met
hem kwam maken, klaagde hij zijn nood.
Er was dit jaar veel te veel water gevallen
v»>r zijn tomatos en patatas, vertelde hij
en deed met veel armgezwaai het neerval
len van de regen na. Maar dat niet alleen,
er waren ook veel te veel Roeskas op de
Costa Brava neergestreken. Niet minder
dan 7000 waren er in het hoogseizoen op
10