Goud editations Een bezoek aan oma Wiederhold vonden wij altijd heel prettig. Ze had een groot huis op Gadang in Malang met een grote tuin. Ik kan het me zo goed herinneren omdat ze een beo had die heel goed pra ten kon. 'Toembas areng ndoro?' (Heeft u houtskool nodig) vroeg hij, en oma den kend dat ze het tegen de arangverkoper had in plaats van tegen haar knappe beo antwoordde dan: 'Orah, man' (neen man). Geweldig, vond ik. Poppie Holz, oma's kleindochter woonde er ook. Ze was een teenager, waar wij als tien- en achtjarigen tegenop keken. Met de komst van de oor log hielden de bezoeken op. Oma, Poppie en de beo verdwenen uit ons leven, laren later, nu was ik zelf een teenager, zaten we opgesloten in het Marinekamp. Elke ochtend deed dokter Croes de ronde met zijn assistent Tom Flohr, een serieuze jongeman. Als je geen ernstige gezond heidsklachten had kon je bij Tom terecht en zo had ik op een kwade dag een vrese lijke keelpijn. Tom keek weinig belangstel lend in m'n keel en zei met nog minder medegevoel: 'Gorgelen maar met zout'; er was immers geen medicijn. Hij wel, dacht ik. Die kleine episode bleef me altijd bij. Nog eens vele jaren later - de teenager was inmiddels gepensioneerd - bezochten we familie in Bradenton, Florida en daar, ik kon het bijna niet geloven, ontmoette ik de serieuze jongeman uit het Marinekamp, grijsharig maar duidelijk herkenbaar, en zijn vrouw Poppie Holz! Deze ontmoeting leidde tot de dag dat wij aanwezig konden zijn op de gouden brui loft van Poppie en Tom Flohr. Tom kwam uit Semarang en kwam in 1939 in Malang wonen. In de Japanse tijd zat hij in Kesilir en Tjimahi gevangen en in de Bersiaptijd in het Marinekamp. Daar leer de hij Poppie kennen die verpleegster was en hij verloor op slag z'n hart. Nu was Tom behalve assistent van dokter Croes, ook assistent van de tandarts, dokter Dankmeyer, die in het Sawahan Ziekenhuis praktijk had, dus ging hij dan begeleid door een pemuda naar Sawahan. Poppie kreeg op een gegeven moment haar bordje eten niet meer in het kamp en vroeg Sawahan Ziekenhuis aan waar ze voortaan verpleegde en waar ze Tom al leen nog maar uit de verte kon toewuiven. Tom, niet van gisteren, zorgde ervoor dat ze op hetzelfde transport evacueerden toen de tijd daarvoor aanbrak. Poppie reisde met een tante en Tom alleen. En zo kwamen ze in Semarang via Djokja en reisden met een LST (Amerikaans lan dingsvaartuig) naar Batavia, hij op het dek, zij in het ruim. In Batavia aangekomen vond Tom werk bij de Nefis. Onze ernsti ge jongeman liet er geen gras over groeien en trouwde Poppie op 9 januari 1947. Daarmee begon de lange levensreis van Poppie en Tom Flohr. Na een kort verblijf in Biak (Nieuw-Guinea) en jaren in Semarang, vertrokken ze in 1954 naar Holland. Ze hadden nu vier kinderen, Thomas, geboren in Bandoeng en Louise, Marie en Ernst geboren in Semarang. Tom en Poppie Flohr met hun hinderen In Holland kreeg Tom een baan bij de PTT, Poppie was full-time huisvrouw en ze woonden in Geuzenveld. Holland was echter niet bepaald wat Tom van het leven verwachtte en het besluit werd genomen om naar Amerika te emigreren. Zo'n be sluit vergt moed en doorzettingsvermogen, betoel. In 1959 kwamen ze in Alexandria, in deelstaat Virginia terecht. Tom pakte van alles aan, hij had een vrouw en vier kinderen om voor te zorgen! Hij ver sjouwde bakstenen, maar dat duurde niet lang. Na een dag sjouwen wist Tom dat hij naar ander werk moest zoeken en vond een baan bij een drukkerij. Poppie was de spil waar de hele familie om draaide, ze bleef huisvrouw, vooral om haar kinderen te kunnen opvangen na schooltijd. We weten allemaal hoe belangrijk dat is. Toen Tom in de States arriveerde werd hem gezegd dat hij de benen had gekre gen, maar dat hij die benen zelf gebruiken moest om te lopen. Dat heeft hij gedaan en na Alexandria, werkten en woonden de Flohrs nog jaren in Texas. Op het gouden huwelijksfeest sprak Thomas ook namens zijn zusters en broer zijn ouders toe, en het was ontroerend te horen hoe hij het leven van zijn ouders aanhaalde. Hij zei dat hij het grootste respect en bewondering had voor hen. En hij wist niet hoe ze het hadden klaar gespeeld vier kinderen zo'n goed tehuis te geven onder niet altijd rooskleurige om standigheden. Hoe zijn moeder er altijd was voor ze, hoe zijn vader door hard werken ervoor gezorgd had dat het ze aan niets ontbrak, hoeveel ze zich daardoor hadden moeten ontzeggen, en wat een voorbeeld ze voor hen waren. Het is een prestatie. Een ieder die hier in Amerika werkt en woont weet precies hoe moeilijk het leven hier soms kan zijn, zelfs al krijg je er veel voor terug. Poppie en Tom stuur den ook nog alle vier kinderen naar college. Thomas, z'n broer en zusters, met elk hun eigen kinde ren nu, waarderen dat ten volle, en zijn hun ouders heel dankbaar voor wat ze hen, voor al door hun voor beeld, meegaven voor het leven. Thomas is de enige van de vier die een Indisch meisje trouw de en ze wonen in Alabama, Louise, Marie en Ernst hebben Amerikaanse echtgenoten en wonen in Texas. Poppie en Tom hebben tien Amerikaans- Indische kleinkinderen. Nu wonen ze in Florida, genieten van hun welverdiende pensioen en reizen veel... naar Texas en Alabama. Is dit maar een gewoon feest? Zijn er niet meerdere mensen die hun 50ste huwe lijksfeest vieren? Tuurlijk wel, maar voor mij was dit wel iets waar ik even bij stil moest staan. Wat weten wij van wat de toekomst ons brengen zal? Ik zie Poppie Holz de teenager, ik zie Tom de assistent van dokter Croes, het lijkt zo kort gele den. In een flits zijn er meer dan vijftig jaren voorbij, zo maar voor je 't weet, en dan zie ik Poppie en Tom Flohr en hun kinderen: Thomas, Louise, Marie en Ernst. Wie had dat ooit gedacht? Wie had dat ooit kunnen weten? Vijftig jaar. Goud. Wat kan een mens zich nog meer wensen? Juul Lentze 41ste jaargang nummer 11 mei 1997 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 11