Bruintje Beer SiAPuuj, SeMixm ook al is er geen sprake van een feest. De ellende kwam ook na die datum. En de bevrijding bleef uit.' Een duidelijk antwoord Hans Füglistahler tenslotte: 'Verschillende organisaties hebben een front gevormd tegen de uitspraak van de minister president. Zij roepen iedereen op om zich middels vlagvertoon eveneens uit te spre ken. De Stille Omgang van Hengelo op 14 augustus is daar een duidelijk ant woord op!' Niet minder duidelijk was het besluit van verscheidene Nederlandse en Nederlands-Indische organisaties om eendrachtig bij de Nederlandse regering aan te dringen op het besluit om jaarlijks op 15 augustus van alle overheidsgebou wen te vlaggen ter herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog voor het gehele Koninkrijk der Nederlanden door de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945. De organisaties die hiertoe hun krachten bundelden waren: Indisch Platform (IP), Stichting Herdenking 15 augustus 1945, Bond Ex-geïnterneerden en Gerepatrieerden van Overzee (BEGO), Stichting Japanse Ereschulden (JES), Vereniging Indische Nederlanders (VIN), Vrije Indische Partij (VIP), Ouderen Partij Unie 55-plus (Unie 55+) en Nationale Federatieve Raad voormalig Verzet Neder land (NFR-WN.) In 1995 vaardigde de minister-president ter gelegenheid van het 50ste bevrijdingsjaar een eenmalige vlaginstructie uit voor 14 en 15 augustus. Geweigerd werd om deze instructie op nieuw uit te vaardigen. Het op 8 februari 1996 door genoemde organisaties bij de regering ingediende verzoek om op dit besluit terug te komen, werd afgewezen. Weer terug bij af, maar in Hengelo laat men het hoofd niet hangen. Niet van zins om af te wijken van de ingeslagen weg, blijft het Comité Stille Omgang de zoge naamde bevrijding en de voor tallozen daaruit voortvloeiende ellende ge- en herdenkingen zoals zij dat zinnig acht: met waardigheid. Wat (totnogtoe) van de regering niet kan worden gezegd. lach Poirrié 'Wat heeft u een leuk speldje', zei de vrouw tegenover mij. We zaten in de sneltrein Meppel-Amsterdam. 'Dat is Bruintje Beer'. Ik knikte. 'Het verbaast me dat u Bruintje Beer herkent mevrouw. De meeste Hollanders kennen alleen maar de Bloemenkinderen uit hun jeugd, The Flower Fairies'. Mijn moeder liet me niet graag alleen, maar deze avond ging ze uit. Haar beste bolletjesjapon had ze aangetrokken. Ze kuste me en zei: 'De baboe past op. Ze komt zo.' De klamboe viel dicht. Ik hoorde haar de kamer uitlopen. Ze zei wat op gedempte toon tegen baboe Tjoetji. Deze gleed naderbij en schoof de klamboe terzijde. Ze ging op het bed zitten. Ze glimlachte. Ik had mijn Bruintje Beer-boeken naast me liggen en een doos kleurpotloden. Al vlug begon ik een spelletje. Baboe moest raden waar Bruintje Beer was. Ik knoeide met een paars potlood op Wim Das en vroeg: 'Dimana Bruintje, boe?' Gedwee wees ze op de bekraste figuur. 'Mis', juichte ik en kliederde opnieuw. 'Dimana?', vroeg ik enthousiast. Ze wees naast het gekras op Wim Das. 'Fout!', kraaide ik. Bruintje Beer had ik, heel slim, bekrast. Dat ging zo een heel boekje door. Baboe raadde geen enkele keer goed. Deed ze maar zo? Was ze bereid het spelletje mee te spelen en zich dom te houden? Uiteindelijk werd de punt van mijn potlood bot. Misschien had ik er ook geen zin meer in. Mijn ogen vielen toe... Wat de baboe me allemaal voor legenden vertelde, weet ik niet meer. Ik herinner me alleen het veilige gevoel, omdat dit rimpelige oudje dat latah was, op mij paste. Haar zachte stem suste me in slaap. De sinjo ketjil ging al vlug bobo. De dame was uitgestapt. Ik kon eindelijk mijn Engelse krant gaan lezen. In deze tabloid staat Rupert nog steeds als vervolg verhaal. Ik sloeg de krant bij de strip open. Hoe fraai de tekeningen van Cicely Mary Barker ook mogen zijn, mijn Bruintje Beer blijft favoriet. De volgende ochtend werd ik wakker. Ik staarde geschrokken naar mijn Bruintje Beer-boek. Die krassen op de plaatjes! Had ik die gemaakt? Baboe Tjoetji keek ons niet aan. 'Ze gaat weg', zei mijn moeder verbitterd. 'Ze mag niet meer voor Belanda's werken.' Ik huil de. Het oude vrouwtje liep schuifelend van ons weg de kiezelstenen over, het hek door en verdween voor altijd uit mijn leven. Ik sta oog in oog op een steile helling in Bogor met baboe Tjoetji. De ochtendzon schijnt op haar grijze, ge-oliede haar. Het is een onwezenlijk ogenblik. Ik praal met haar. Ze klaagt dat ze oud is, niet meer naar beneden durft de snelweg op. Als ik even later omkijk, staat ze me nog steeds buigend zegeningen toe te wensen. In haar hand twee bankbiljetten van tien duizend rupiah. Ze is mijn baboe Tjoetji niet. Maar ik had het zo graag gewild. 41ste jaargang nummer 11 mei 1997 15 Voor al uw parties en reünies Sophisticated dansmuziek en gitaarballads UITGEBREID DANSREPERTOIRE J.A.(Fons) Phefferkorn Barnsteenhorst 51, 2592 EB Den Haag, tel.: 070 - 347 39 35 of 070 - 354 99 05 Hans Plas

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 15