In het voetspoor van Victor Ido van de Wall (ii) moessQn speuren. In Ballintijn's biografie is een reproductie van een oude prent van de drie woonplaatsen van Rumphius, name lijk Larike, Hila en Amboina. Daaruit blijkt dat fort 'Rotterdam' evenals het blokhuis 'Amsterdam' een vierkante vorm had, echter zonder aparte stenen borstwe ring zoals bij het laatstgenoemde blok huis, waarvan de resten nog aanwezig zijn. Het had een bezetting van dertig soldaten onder een sergeant toen Rumphius op Larike woonde. Hoevelen onder de heden daagse Nederlanders zouden ooit van Rumphius hebben gehoord? Een man niet alleen met een onstilbare dorst naar ken nis van de tropische natuur, maar vooral een man die ondanks zware tegenslagen blijk gaf van een onverzettelijke geest kracht. Hij werd met blindheid geslagen. Hij ver liest zijn vrouw en dochter tijdens een zware aardbeving. Een brand vernietigt ten en de bewindhebbers der machtige Verenigde Oost-Indische Compagnie. Dari Ne-dèr-laaaan? Het wordt tijd om verder te gaan. Wij nemen hartelijk afscheid van de toekang dagang en de sergeant en stappen in een ons vrijwillig ter beschikking gestelde grote lippa-lippa om naar de Paula terug te varen. Twee katjongs peddelen ons naar boord. Een bontgekleurde menigte doet ons uitgeleide op het strand. Na aan boord geklauterd te zijn wordt het anker gelicht en de motor aangezet. Larike wuift ons vaarwel. Dit bezoek zal ik niet gauw vergeten. Dicht onder de idyllische zuidwest-kust van Hitoe varen wij nu noordwaarts. De dicht begroeide hellingen van de steile heuvels dalen af tot de zee in een grillige kustlijn die tekenen van menselijke bewo ning vertonen. Daar herkennen wij ook de kegelvormige kruinen van kruidnagelbo men. Watervogels scheren vlak boven de traag aanrollende golven en hoog boven ons cirkelen majestueus twee grote roof vogels. Af en toe brengen speels dartelende bruinvissen het water in heftige beroering zijn boeken, manuscripten, tekeningen en collecties. De eerste zes delen van zijn Kruydboeck gaan tenonder met een VOC- schip. Toch weet hij al deze tegenslagen te boven te komen met steun van zijn zoon, die volgens zijn aanwijzingen de tekenin gen opnieuw vervaardigde die verloren waren gegaan. Hij was een bescheiden man, die ver uitsteeg boven zijn tijdgeno- met hun glimmende lijven en rugvinnen. Langs de kustlijn loopt een pad dat met de kijker goed is te zien. Een gele, naald- vormige rots vormt een markant herken ningspunt. Zou dat het 'suikerbroodje' kunnen zijn dat Van de Wall beschrijft? We zien kleine negorijen, soms met een mini-missigit. Hier en daar staan Binong- ko-huizen op hun palen. I.P.L. Bouwman woonde op Ambon waar zijn vader kapitein was bij het KNIL. Samen met oude schoolvriend Tjoan Kho, diens vrouw Marie en )ohn en Kasbi maakte hij een reis in het voetspoor, of liever gezegd in het kielzog, van Dr. V.I. van de Wall, de schrijver van het in 1928 verschenen De Nederlandse Oudheden in de Molukken. Voor de stoep en toegangsdeur van het huis zijn nog de fundamenten van een langwerpig bakstenen muurtje in de plat getreden grond te zien, het graf van de heer Barber. Ik laat de steen op het graf rechtop zetten en maak er een foto van. Robert Barber ruste in vrede... Aan het strand gekomen, dat hier niet ver vandaan ligt, stuiten wij vlak naast de riviermond op een paar zware, bemoste muren temidden van hutten en pisangbo men, de overblijfselen van het blokhuis 'Rotterdam'. Het zou teveel tijd vergen om na te gaan, hoe dit blokhuis oorspronke lijk was geconstrueerd. Een oudere inwoner, die ons trots vertelt een ex-KNIL-sergeant te zijn - Tjoan kent hem vanzelfsprekend - leidt ons rond. Zijn woning is tegen het oude kruithuis aangebouwd, zo weet hij te vertellen. Door de overal aanwezige weelderige begroeiing is het te donker om hier uit de hand opnamen te maken en wie denkt er nu aan in dit land van zon een flitsappa- raat op een tocht als deze mee te nemen? Bij deze oude benteng - ik laat niet na de vele belangstellenden er op te wijzen dat het hier om de oude VOC-benteng 'Rotter dam' gaat en niet om een Portugese - liggen twee zwaar verroeste kanonnen en op het stenenstrand nog eens twee, rood bruin gebladderd door roest en zeewater. Natuurlijk worden er vele foto's gemaakt. Practisch het gehele dorp lijkt nu uitgelo pen te zijn. Voor die mensen is zo'n bezoek natuurlijk een gebeurtenis van de eerste orde en ik vraag mij in stilte af hoe lang geleden hier voor het laatst een orang Belanda is geweest. Evenals op Hila zou ik graag wat langer hebben willen blijven om wat rond te 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 16