Hari Raja aan het hof van Asahan Op een postkantoor in de buitengewesten moessQn Hari Raja aan het hof van de sultan van Asahan in vroeger tijden, zoals mijn moe der het mij heeft verteld. Alle familieleden kwamen dan in Tanjoengbalai bijeen om daar Hari Raja samen te vieren. Om vier uur 's morgens werd het paleis gewekt door mannen, die uit de Koran reciteer den en daarbij op de poesaka-trommen sloegen. Deze muzikanten hadden het beheer over de heilige trommen en flui ten, die in de Nobat werden bewaard en die door niemand anders mochten wor den bespeeld. Nog in hun nachtkleding begroetten zij allen eerst de sultan en vroegen hem om vergiffenis: minta maaf, minta izin. Vandaag zegt men: maaf zahir batin. Geheel hiërarchisch werd er onderling gegroet van laag naar hoog, van jong naar oud door middel van een tjium tangan, een soort handkus, waarbij je de rechter hand die je wordt toegestoken via je neus naar je voorhoofd brengt. Na het man- dieën gingen alle Tengkoe's naar de mos kee. Oude familiewapens, zoals krissen, speren en zwaarden, die als poesaka werden beschouwd en oude adatkostuums van de familie werden in een processie meegenomen naar de moskee. De hofkleding van Asahan was zwarte zijde of satijn met goud of zilverbrokaat. Ook donkerpaars of donkerblauw werden gedragen, maar niet op dergelijke dagen. Mijn moeder vond het een prachtig ge zicht, ondanks de sombere kleur, maar het brokaat maakte het een rijk geheel, met al de sieraden en juwelen die de vrouwen droegen. Daarna was het de beurt van het volk dat zich al had verzameld op de aloen-aloen voor het paleis. Een kleurig geheel van alle soorten felle kleuren van hun bajoe Melajoe (bajoe koeroeng) en de kabaja's van de vrouwen. In vrolijke stemming, maar toch eerbiedig en vooral beschaafd stond men te wachten om hun sultan om vergiffenis te vragen en om hem te felici teren. Een voor een, treedt men voor de sultan, voor wie dat een hele zware zit is. Met name de oudere Maleiers kwamen schuifelend naar voren, waarbij ze om de paar schuiven een sembah maakten om na de begroeting weer op die wijze achteruit te schuiven. Toeankoe Saiboen zat echt niet gerieflijk op de pelaminan soort troon van kussens en kain betaboer/song- ket). De kussens waren voorzien van pla ten zilver in de vorm van bloemen, heel kunstig gemaakt, maar hard en ongemak kelijk voor de sultan. Het moet een mooi gezicht zijn geweest. Geweest, want na de sociale revolutie in 1946 is de Hari Raja verdwenen en ik heb het zelf nooit zo mogen meemaken. M.A. Mansoer Wederom laten we een foto zien, waar we nauwelijks iets van weten. De tekst op de achterzijde vermeldt slechts 'het personeel van de staf op een postkantoor in de buitengewesten'. Daar moeten we het mee doen, maar het is wel een fraai plaatje. 22

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 22