Vroeger in Malang (i) Mijn vader is als tweede luitenant naar Indië gegaan in 1921. Hij was toen 22 jaar oud en mijn moeder 33! Na de geboorte van mijn oudste zuster Sjoukje (1922, overleden in 1966) is hij de dienst uitgegaan. Terug in Nederland haalde hij in een jaar zijn M.O. Wis- en Natuurkunde. Weer naar Indië als leraar bij het Christelijk Onderwijs. Hij werd reserve- officier en was gestationeerd, eerst op het Fort Menarie (Madoera) en later als commandant op het Fort Piring (Madoera). Ik heb hele goede herinne ringen aan mijn vader. Later in Nederland is hij erg veranderd, echt 'Hollands' geworden. Hij overleed in 1986. Mijn moeder (overleden 1958) heb ik eigenlijk pas in het kamp leren waar deren - ze was heel streng - èn bewon deren. Zoals zij de hele kamptijd heeft doorstaan, grenst aan het ongelooflijke. Ze was zeer gelovig en kerks. H.T. Op een dag was er grote consternatie in de straat. Meneer Schooneman had zijn been gebroken! Hij was 'in kennelijke staat' met de auto tegen een boom gereden. De chauffeur had niet mogen rijden, wilde hij zelf doen... Een paar maal in de week kwam dokter Maas hem opzoeken, die bezoekjes duur den altijd lang. Ik ging dan een praatje Djember, 1933 Mijn eerste echte herinneringen beginnen in Djember (residentie Besoeki, Oost- Java). Dat was in 1933, toen was ik vijf jaar. Daarvoor herinner ik me alleen maar vaag iets over Nederland. De familie moet kennelijk in 1932 in Nederland zijn geweest, want mijn vader had om de zes jaar verlof. Toen ik tien was, in 1938, heb ik heel bewust het verlof meegemaakt. Terug naar Indië, Djember. Wij woonden in het Draaierspark tegenover een hout zagerij. Naast ons was, dacht ik, nog maar Batavia, Bandoeng, Semarang, Soerabaja, Malang. Prachtige fotoboeken die vertel len over de geschiedenis van de steden en de mensen die de steden maakten. Maar wie die steden gekend heeft, ziet de foto's als illustraties van eigen herinneringen. Zo zal het Henny Themmen-van Rosma len bij het lezen van het Malang-boek vergaan zijn. Zij schreef lang geleden over haar jeugd, voornamelijk in Malang. Het rustige, eenvoudige leven van Pieter en Dina van Rosmalen met hun drie dochters Sjoukje, Truus en Henny. Nostalgie? Welnee, gewoon een terugblik. Henny trouwde later met vlieger Henk Themmen. één huis. Daar woonde de familie Van Wijnen. Keesje van Wijnen was een roodharige pestkop, die niets liever deed dan zijn buurmeisjes zo pesten dat die gillend naar moeders holden. De familie Van Rosmalen voor Huize fan, Wilhelminastraat 10 op 30 september 1936: Sjoukje, Papa, Henny, Truus en Mama. Het park dankte zijn naam aan de familie Draaiers, die volgens mij eigenaar was van alle huizen daar. Naast ons woonden twee jonge 'joffers', die Akela bij de kabouters waren. De naam weet ik niet meer. Mijn vader heeft eens voor hen ter gelegenheid van een kabouterdag een hele grote rode paddestoel gemaakt met witte stippen. Die stond voor in de tuin, dat zie ik nu nog voor me. Apetrots was ik op mijn vader! Schuin aan de overkant woonde de heer Schooneman (Schooleman?). Die droeg altijd een jas toetoep, volgens mij had hij een Indische vrouw. Dat concludeer ik uit het feit dat er altijd lekkere koekjes en snoepjes waren en dat ze als een schim op de achtergrond aanwezig was. Ze trad wel op als het nodig was, bijvoorbeeld als de heer des huizes teveel pait op had of bier tjap Koentji. Ze hadden een auto, voor ons een teken dat ze heel erg rijk waren. We gingen weieens met hem mee een tochtje maken, heel leuk, want hij zong de meest wonder lijke liedjes, althans voor ons. maken met de chauffeur van dokter Maas, een hele aardige Indonesiër. We zaten samen op de treeplank honderduit te praten. Maar ik was als de dood voor de dokter en dus was het de kunst op tijd weg te zijn als hij weer vertrok. De sopir waarschuwde mij altijd op tijd. 'Non, non, toean dokter datang' en dan was ik al weg. En roti en roti en roti dat is brood En mati en mati en mati dat is dood In de Pepersteeg staat een huisje leeg Haarlemmerolie, Haarlemmerolie Henny van Rosmalen met Freija voor Huize Keesje in Poedjon, 1936/1937. 33 41ste jaargang nummer 11 mei 1997

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 37