moessQn Een keer ging dat mis, dat weet ik nog heel goed. Ineens hoorde ik een bulder stem: 'Zo, zo, wat doe jij daar?' Versteend was ik van schrik. En die dappere kerels een lol... Truus en ik zaten bij de nonnen op school Truus bij zuster Katinka en ik in de eerste klas bij een 'gewone' juffrouw, waar ik de naam niet meer van weet. Een hele lieve Indische juffrouw, die altijd werd ge plaagd door Keesje van Wijnen. Ik heb dat ding was zo bot als ik weet niet wat. De kebon liet de slang liggen op het gras veld. Ik mocht er van hem niet aankomen, omdat hij giftig was. Ik heb de slang toen met twee stokjes op een van de traptreden naar het platje (er was een soort kolong onder het huis, vandaar die treden) gelegd en ben om de hoek in ons kisthuis gaan zitten wachten op de dingen die komen gingen. Mijn moeder had bezoek! Ik hoorde ze De verjaardag van Sjoukje van Rosmalen aan de Merbaboeweg 19 in 1936 nog een klassefoto van dat jaar. Toen ik nog heel klein was ging ik samen met een aantal kinderen uit de buurt in een dogcar naar school. Een belevenis! Met diezelfde dogcar gingen mijn moeder, een buurvrouw en ik eens naar de 'stad'. Ik had de dogcar mogen bestellen, het was mijn dogcar; ik mocht dus voorin naast de koetsier, trots als een aap was ik en laat me dat paard nu toch een serie winden laten... Ik schaamde me dood tegenover mijn moeder. Mijn paardje had dat niet mogen doen! Truus en ik speelden veel samen, van alles en nog wat. Blikjes aan een touw en dan had je telefoon; twee kisten op elkaar en dan had je een huis. Truus was veel dap perder dan ik. We hadden vaak slangen in de tuin, die kwamen van de houtzagerij, die tegenover ons huis stond, naar onze tuin. Eens heeft de kebon er een dood geslagen met mijn vaders officierssabel. Duurde lang, want "INGET MATI" "AD PATRES" Fa. Johs. Ouwejan Zn. rolschaatsen van vijftig cent. Fiber wieltjes. Een heerlijk huis om in en om te spelen. Grote tuin. Grote eetkamer, annex voorkamer. Toen we vertrokken uit Djember nodigden mijn ouders alle nonnen van de lagere school uit om ons te komen opzoeken. Nu, dat hebben ze geweten! Op een dag kwamen er twee taxi's voorrijden met weet ik hoeveel nonnen erin. Ze hebben alle maal bij ons gegeten. Mijn vader ontwierp altijd zelf de meubels van ons huis en liet die dan maken door een Chinese meubelmaker. Zo ook in Malang; hij had alles zo ontworpen dat alle tafels, bureaus et cetera - als we veel mensen te eten kregen - aan elkaar kon den worden geschoven en je één hele grote tafel kreeg. Tegenover ons huis lag het Merbaboepark waar je heerlijk in kon spelen. Daar woon de ook de familie Dedecker. Om de hoek had je de Goentoerweg, daar woonden de dames Ubbens, verderop stond de R.K. kerk en daar weer om de hoek stond de Neutrale Lagere School, waar ik na het verlof van 1938 op school ben geweest. Als je de Goentoerweg verder uitreed, kwam je op de Idjenboulevard met het raceterrein. Mijn moeder kocht een auto voor mijn vader. Een Whippet-Six, met zelfstarter. Wat hebben we daar vaak tochten mee gemaakt! Hoofdzakelijk naar Poedjon. Onderweg stoppen bij de pantjoran, vlak bij Songgoriti om de radiator bij te vullen. Huize jan aan de Wilhelminastraat 10 in 1971. Voor achterop de auto, op zo'n uitklap baar bagagerek, had mijn vader een kist ontworpen, overtrokken met lakleer, waarin borden, glazen, eten en drinken voor onze tochten werd meegenomen. Ik weet nog dat we naar het Tenggergebergte gingen, net zover als de Whippet ons kon brengen. Dan eerst kelapa-moeda drinken bij de kepala van de desa, een tandoe hu ren voor Truus en voor mij en dan maar lopen, de bergen in. afscheid nemen: 'Nu Dien, tot ziens dan maar weer, dag...' Grote gil: 'Een slang, een slang, kebon!' Gelukt dus! Mijn ouders hadden een kennis, Wim Bendien. Hij had een tabaksonderneming en een auto! Met hem hebben we vaak tochten gemaakt. Naar Kalisat, het zwembad Tasnan, Klakah. Meer namen weet ik niet. In 1934 verhuisden wij naar Malang. Sjoukje moest in een koel klimaat wonen en Malang was een heerlijk koel bergstadje. Een paradijsje op aarde, volgens mijn vader. Daar hebben we gewoond tot 1938, toen gingen we met verlof en bij terugkomst in 1939 werd mijn vader weer in Malang geplaatst tot 1941, toen moest hij naar Bandoeng. Onze huizen in Malang Het eerste huis waarin wij woonden noemde mijn vader 'ons glazen paleisje', Merbaboeweg 19. Een groot huis met een platje in de vorm van het ondereind van een hockeystick. Allemaal glas-in-lood ramen. Op dat platje heb ik leren rolschaatsen op 34 Begrafenis- en Crematie- Onderneming Opgericht 1924 ROUWKAMERS EN ONTVANGKAMERS AIRCONDITIONED Kantoren: Frederik Hendriklaan 7 - Den Haag Tel. 070 - 355 64 27 (drie lijnen)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 38