Onderwijzeres in Makassar (slot)
moessQn
'Na de Eerste Wereldoorlog was
het moeilijk om een baan te krij
gen in Holland. We waren dus
blij toen de hele Postschool in
Leiden naar Indië werd uitge
zonden.
Mijn man Chris was van de
laatste lichting, dus kregen we de
buitenbezittingen en zwierven we
per KPM-boot van de ene plaats
naar de andere. Zo kwamen we in
Makassar terecht, waar we acht
heerlijke jaren doorbrachten.
Ik gaf daar les op een Hollands
Inlandse School, waar ik veel
geleerd heb.
De collega's waren aardig. Ik zet
u geen koloniale uitzuigers of
schurken voor, maar het alle
daagse geploeter van een onder
wijzeres, met al haar wel en wee.'
Aldus wijlen mevrouw Dien de
Raadt-Prange. Haar herinneringen
aan deze tijd vindt u terug in een
korte serie, waarvan dit de laatste
aflevering is.
Na de paasvakantie komt Francien weer in
actie. Ze wil alles zo hebben als op haar
modelschool in Batavia. Ze zet handwer
ken op het rooster. Beun vertelt ernstig dat
hij om materiaal zal vragen, maar ze koopt
alvast witgoed en begint met de derde klas
een stekenlap. De jongens leren weven.
Dat gaat als een lopend vuurtje door de
school. Ella heeft haar handen vol aan de
vijfde klas en ik heb al handenarbeid op
het rooster ingelast en denk er niet over
om nog meer werk op me te nemen.
Het is echter niet voorbeschikt dat deze
overdaad aan leerkrachten zal voortduren.
Na een jaar wordt Ella overgeplaatst en
Francien vertelt dat ze denkt binnenkort te
trouwen, ze is al lang verloofd. Ze straalt.
Zo begint na de vakantie weer een periode
van klassen samenvoegen; ik geef les in de
derde van Francien en in de vierde klas,
waar mijn eerste vroegere klas komt, met
dogkar Ali en Sereati en al die jongetjes
die zo groot geworden zijn. Er zijn wel
acht meisjes; ze tonen me hun stekenlap
en kijken me hoopvol aan.
Nu heb ik geleerd meneer Beun niet par
does een probleem voor te leggen, het
examen voor de Mulo nadert en ik zoek
naar een omweggetje in de vorm van me
vrouw Beun. Na schooltijd fiets ik langs
het Mierennest en zoek haar op. Het is
een hartelijk vrouwtje, klein en pittig, en
vol over haar kinderen in Holland. Nee,
dit zijn geen blijvers voor Indië, de wor
tels zitten te diep. Ik begin zo over Fran
cien en dat ik ook wel handwerkles wil
geven, het is zo goed voor deze kinderen...
Als ik er een paar dagen later over begin,
is Beun voorbereid.
Hij zegt zorgelijk: 'U hebt geen aanteke
ning voor handwerken, u krijgt er dus niet
voor betaald, beseft u dat?' 'Ja, de kinde
ren nemen zelf materiaal mee, het zal heel
eenvoudig blijven.'
Als hij maar goed vindt, dat eens in de
week de meisjes van de derde klas mogen
blijven en de meisjes van de vijfde mogen
meedoen, maar dat ik geen raad weet met
de jongens. Of hij dat kan organiseren.
En daar krijg ik alle meisjes op les. Dolge
zellig! Ik krijg alle schoolnieuwtjes te ho
ren en ze komen los over thuis. Tijdens al
dat gebabbel maken we een keurige zoom
in een vierkante lap zijde, veertig cent, en
we strijken er een bloemetje op van een
Weldonpatroon. Dit pronkstuk komt over
de glazen deksel van het elektrisch licht te
hangen. Lampekappen zijn er in de mees
te woningen niet. Ook maken we een
kleedje waar ze een bloem uit een boek
op tekenen. Tegen het eind van het jaar
maken alle moeders een effen jurk die we
versieren met band, waarbij ik fungeer als
politieagent om nog één vlak zonder
bloemen te krijgen, zo tekenlustig zijn ze.
Het heeft helaas maar een jaar geduurd.
Een tijdje later krijgen we bericht dat er
een nieuwe leerkracht onderweg is. Een
nieuwe juffrouw, groot en dik en heel aar
dig. Beun vindt dit na Francientje niks 'en
dan die naam' moppert hij 'wie heet er nu
Belladonna'.
Haar dubbele achternaam is te moeilijk
voor de kinderen, dus heet ze juffrouw
Bella. Telkens begint Beun er over 'Weet ik
wel dat Belladonna iets is om je ogen mee
in te druppelen?' Ik vraag Bella naar haar
naam en ze vertelt me dat haar zusjes óók
zulke mooie namen hebben, haar vader
heeft die uit romans, die leest hij zo graag.
'Romans', knalt Beun, net of romans iets
oneerbaars zijn, maar als hij hoort dat
Belladonna ook mooi meisje betekent,
hoor ik er niets meer over.
Bella vindt de handwerkles leuk en ze laat
de jongens dat uur fluiten snijden. Ze
houdt van zingen en laat dan de fluiten
meedoen.
Lang is Bella niet gebleven. Na een half
jaar vraagt ze overplaatsing aan en gaat
weer terug naar Java. Wij vinden Makassar
een leuke plaats, maar naderhand heb ik
begrepen dat voor wie geboren en getogen
is op Java, Celebes een verbanningsoord is.
In het sanatorium zwemmen vissen
Als ik terugdenk aan de aubade in de stads
tuin van Soerabaja - prinses Juliana is ge
boren en alle scholen hebben hetzelfde
ingestudeerd - dan heeft het me niet ge
deerd, dat ik, terwijl we vlaggetjes zwaaien
onder leiding van meneer Ploem, de helft
van de hoogdravende woorden niet be-
grijp-
Wat denkt u van: 'Komt knapen en meis
jes, verheft nu in koor.' en 'De grond die
uw wieg heeft gedragen...'
Voor mij is het in ieder geval duidelijk dat
de wieg op de grond staat en niet op een
tafel.
Ik kies voor de vierde klas uit de oude ge
trouwe bundel van Kun je nog zingen, zing
dan mee, wat begrijpelijke liedjes uit.
'Een karretje dat op de zandweg reed', is
een geliefd lied en we maken er een teke
ning bij. Ze kiezen ook 'Een scheepje in
de haven landt' ofschoon de jonge kwant
met zijn buidels, wel uitgelegd, maar niet
begrepen wordt. Ze schrijven het als lesje
over en kunnen het thuis dan nog eens
zingen, want de boekjes blijven veilig in
de klas.
Na de Poeasa krijg ik er de vijfde klas bij,
want meneer Beun moet lesgeven in de
examenklas. 'Laat ze zelf maar kiezen, de
eenvoudige deunen liggen hen het beste',
raadt hij mij aan. Zo daveren over het erf:
'Wij willen Holland hou...wen, en 'ferme,
ferme jongens, stoere knapen', dat is tradi
tie op school, dat zingt hun familie ook al
en op feesten van Europeanen wordt het
ook gezongen. Tot hun spijt staat nergens
'En dat we toffe jongens zijn...' Soms zakt
de eerste stem, maar ze doen tenminste
goed mee.
De H.l.S. heeft geen Ot en Sien, maar wel
loes en Roes, alleraardigste boekjes met
leuke plaatjes. In de hogere klassen zijn
de taal- en stijlboekjes niet zo geslaagd;
het zijn nieuwe, door een inspecteur ont
worpen. Lesjes met veel kennen en kun
nen, liggen en leggen; ze leren het uit het
hoofd.
36