voor hun onhandig geschutter. Nou is het wel zo dat ik een vetbol altijd aan een dunne tak vastmaak. Met opzet, want daar heeft een kraai geen houvast aan. Probeert hij er tóch op te gaan zitten, dan begint het takje te zwiepen en kan hij met geen mogelijkheid bij de slingerende vetbol komen. Maar hoe intelligent je ook bent en met welk een raffinement je kraai en ook de loef af weet te steken, vroeg of laat kom je er een tegen die slimmer is dan jij. Dat heb ik aan het eind van de winter on dervonden. Ik had net een nieuwe vetbol aan een takje bevestigd, toen ik vanuit een ooghoek zag dat de godfather mij vanaf het dak zat te observeren. 'Je loert maar tot je een ons weegt, smeerlap. Van die vetbol krijg je toch niks te pakken', dacht ik. Zat ik er helemaal naast, want nauwe lijks had ik mijn hielen gelicht of hij dook op die vetbol af. Wat toen gebeurde, grenst aan het onwaar schijnlijke. De lummel greep de bol vast, duikelde door zijn gewicht achterover, maar liet zich daar niet door ontmoedigen en begon als een wildeman met zijn grote snavel te hakken. Voordat ik voldoende van mijn verbazing was bekomen om in te grijpen, was het over. Het takje brak af en het hele zooitje stortte ter aarde. Leek wel een dooie kalong wat daar toen onder de hazelaar lag, net zo zwart en stil. Maar niet voor lang, want plotseling kwam er beweging in. Eerst een beetje weifelach tig, toen wat meer kordaat. En ja hoor, het dier kwam overeind. Zijn dikke kop schud dend als een aangeslagen bokser, maakte hij eerst een paar onzekere pasjes, nam toen een kort zigzag-aanloopje en kwam na enig gehuppel en gefladder van de grond. De vetbol voerde hij mee zoals een ooie vaar dat pleegt te doen met een pasgebo ren baby. Het ging ook nog maar net goed. Als een overbeladen vrachtvliegtuig over het grind ronkend, miste hij het dwarsschot van de schutting op een haar, ramde bijna een hoekpaal van onze car port en haalde in een geweldige krachts explosie het platte dak van het garagecom plex iets verderop. Met vetbol en al. Op zulke momenten voel je het gemis van een katapult, maar ben je even goed ge neigd om je petje af te nemen voor zo'n doorzetter. Ik vond het bijna jammer voor hem dat zijn roofvlucht was opgemerkt door zijn maten, en het in een mum van tijd één grote bende was op dat platte dak. Net mensen, als ze zich op een feestje bij een gratis lopend buffet verdringen om hun borden vol te laden. De laatste tijd krijgen we wat minder vaak kraaien op bezoek. Meestal zitten ze op de daken van nabijgelegen huizen en beperken zich tot het loeren naar onze tuin en slijpen van hun messen. Dat komt omdat een stelletje eksters de voederplank na woeste strijd heeft weten te veroveren. En die maffiosi kunnen er wat van. Lijkt soms wel Ameri ka, in de tijd van de drooglegging. jack Poirrié Omdat vader Officier van Gezondheid was, zijn we vaak overgeplaatst. Geboren in 1919 in Batavia moest ik na een half jaar mee naar Celebes, eerst naar Makassar en toen naar Mamoedjoe. Daar stonden maar drie Europese huizen en de kroko dillen liepen ervoor langs. Mijn broer is daar geboren, het gehucht staat op geen enkele kaart. Toen weer terug naar (ava, Magelang en Djokja. En omdat vader overal chef Hos pitaal was, dus een beetje belangrijk, werden hij en moeder altijd op feesten uit genodigd. Mijn broer en ik vonden dat maar niks, erg ongezellig. Maar er werd altijd een lekkere bonbon voor ons bewaard. Onze ouders vonden er eigenlijk ook niet veel aan, de saaie dansen van die kleine danseresjes, en alles bleef zo stijf, ze konden niet gezellig met kennissen praten, want, zoals u kunt zien op de foto, zaten ze in het midden, links de Soesoe- hoenan en rechts van hem de Gouverneur. De foto is uit 1924, enigszins verkleurd, maar ik ben nog steeds blij, dat hij be waard is gebleven. Met heimwee heb ik alle Indische foto's weer eens bekeken. Vóór de Tweede We reldoorlog zijn we voorgoed naar Neder land gegaan. Nooit meer teruggeweest. Terlaloe jajang. Hoewel, als ik nu op de tv de metropolen Jakarta en Surabaya zie, dan denk ik dat ik er lang niet meer zo gelukkig zou zijn als toen froeher! A. Sicherer-Frijlinh 42ste jaargang nummer 3 september 1997 25

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 25