Humor achter prikkeldraad November \L_ I v i l K moessQn Samen met mijn Indische vriendin ben ik op zoek naar ervaringen van mensen die voor, in of pal na hun internering toch kans zagen om met humor bepaalde verschrikkin gen te overleven of op te lossen. Aan de ellende, ziekten, gruwelijk heden, martelpartijen is al ruim schoots aandacht geschonken. Maar soms kan men in de zwartste tijd van zijn leven - doordat een lotgenoot een gekke opmerking plaatst - die ellende relativeren. En brengt een lach even uitkomst en soms ook weer moed om verder te gaan. Om te voorkomen dat er misver standen ontstaan over deze oproep, volgen hieronder enkele voorbeel den. Kamer met uitzicht Mijn inmiddels overleden vader vertelde mij eens over een voorval toen hij als krijgsgevangene aan boord van een trans portschip was. Hij had net als iedereen een chronisch slaapgebrek. Na de zoveel ste nacht geen oog dicht te hebben ge daan, werd het hem te gortig. Met de stank van de - op het dek en over lotgeno ten - gemorste inhoud van overvolle po's (lees: etenspannetjes die op bevel van de japanners voor een tweeledig doel moes ten worden gebruikt) nog in zijn neus, besloot hij het volgende. 'Harry, hou je kop alsjeblieft tegenover de anderen, maar Met regen worden de straten bespat November is triest 4 November is nat. Esther Manuel ik ga morgenochtend na het appel naar de hut van de Japanse commandant.' 'Wat heb je daar in godsnaam te zoeken?' 'Ik móet echt een keer kunnen slapen. Al is het maar een kwartier. Ik ben kapot. En daar is het tenminste rustig!' Zijn boe zemvriend keek hem bezorgd aan, maar wist dat mijn vader niet van dit onzalige idee was af te brengen. De ochtend brak aan. Mijn vader sloop de hut van de commandant in en verschool zich onder zijn bed. De sprei hing ver over de matras heen en gaf beschutting. Het idee dat de komende uren niemand het vertrek zou binnenkomen, werd alras de grond in geboord. Totaal onverwacht betrad een aantal Ja panners luidruchtig het vertrek en nam uitgerekend plaats boven op het bed. Hij stierf duizend doden, omdat het niet uitge sloten zou zijn dat misschien één van de Japanners in de kolong zou kijken. Het was tenslotte voor niemand echt veilig aan boord. Het lukte hem doodstil te blijven ondanks het feit dat hij uitkeek op een aantal om zwachtelde benen - wat een onderdeel was van het Japanse uniform - die stevig voor hem op de grond waren gepoot en af en toe heen en weer zwaaiden. Angstwekkend dichtbij het lichaam van mijn vader. Hij overleefde dit. Toen hij zich later uit geput bij zijn kameraad voegde, kreeg die tranen in zijn ogen van het lachen. 'Sode ju, bofte jij even? Een lekker tukje doen en dan nog wel vanuit een heel luxe positie. Liggend in een riante 'kamer met uitzicht'. Koetoe boesoek couture De baljurk werd kort voor het uitbreken van de oorlog met Japan door de moeder gemaakt voor haar dochter. Zij was geïn spireerd door Ladies Home journal, een Amerikaans maandblad, waarin voorbeel den stonden van avondjurken gemaakt van katoen of linnen. Hoogst modern. De oorlog brak uit: geen feesten meer, maar kampen. De baljurk werd meege sleept van het ene naar het andere kamp. Misschien moesten er veel topjes en short jes van worden gemaakt als het lang ging duren. Maar zie, zij overleefden het met onder andere de jurk. Enige maanden later in Australië. Een stra lend echtpaar, twee weken getrouwd. Zij in 'de baljurk' gekleed compleet met mooie katja piring (gardenia) corsage, hij in een prachtig uniform, genietend van oesters en champagne. Veelbetekenend naar elkaar glimlachend, want onder al dit moois verborgen in de plooien en zomen van de jurk duizenden vlekjes van de koetoe boesoek, die er in de kampen had den rondgesnuffeld! Met of zonder verdoving Mijn ouweheer kreeg een afschuwelijke kiespijn. Kon al dagen en nachten niet slapen. Hij klampte aan boord één van de medegevangenen aan - een tandarts die nauwelijks aandacht voor zijn probleem had. Bovendien zagen zijn werktuigen er niet bijster vertrouwenwekkend uit. Ook hier had corrosie zijn werk gedaan. Echter, mijn vader kon dit alles niets sche len. Als hij maar van die ondragelijke pijn werd bevrijd. Toen de tandarts twee dagen later eindelijk enige belangstelling toonde en aanstalten maakte hem te helpen, werd zeer kortaf de vraag gesteld: 'Wat wil je: met of zonder verdoving?' Mijn vader koos voor het eerste. 'Hé Don, help eens een handje. Deze meneer wil verdoofd worden.' De voor die tijd ongelooflijk bre de man, die nog over enige biceps beschikte, kwam naderbij, zei: 'Komt voor de bakker' en richtte zich vervolgens tot een andere medegevangene. 'Hé Jim, pak je even de andere arm vast?' De aange sprokene greep mijn vader bij zijn uiterst schriel geworden rechterarm. 'Zo, en nu even de kiezen op elkaar.' Don haalde uit en mijn vader was verdoofd. Met een kei harde vuistslag op zijn rechterwang waar achter zich de hevige kiespijn verschool... De ganzenhoedster Ze was nauwelijks zes jaar oud toen de Japanse kampcommandant haar de taak van ganzenhoedster had opgelegd. Ze kreeg de supervisie over acht ganzen. Met die functie was zij bepaald niet blij. Elke morgen stond ze zuchtend op. 'Adoeh, moet ik straks weer op die rot ganzen passen en eten geven. Waarom luisteren die beesten nooit naar mij? Ik vind het vreselijk dat ik straks dat stink- hok in moet!' Haar moeder keek haar be rispend aan. 'Tsja kind, iedereen hier heeft zijn plicht. Dus jij ook. Doe nou maar je best en sluit de deur van het hok goed achter je. Dan kan er niets mis gaan. Als beloning heb ik straks een theelepel suiker voor je, lekker toch?' Bij deze mededeling klaarde het gezicht van het meiske op. Suiker? Dat was pas echt een tractatie! 'Ajoh, Desi, hier wat voer.' Haar kleine hand stak diep in de versleten emmer en strooide even later de korrels op de grond. 'En jullie: Kootje, Gakgak, Zus, wacht nou even ja. Niet zo dringen. Ik kan niet ieder- 10 n H i tl.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 10