Djaga a moessQn 'Peet, heb je zin om vanavond met mij naar de soos te gaan? Lien belde op om te zeggen dat er weer dansie-dansie is en ook dat de Djangkriks spelen. Je weet dat ik dol ben op hun muziek. Lien en Dolf gaan zelf ook.' De knappe Indischman zag het verlangen van zijn vrouw naar een leuke avond in haar ogen schitteren. 'Ach, ik was toch niet van plan over te werken. Die dossiers kunnen best nog een dag liggen! Maak jij je straks maar mooi, ik ga even de anaks inlichten. Schenk jij dan vast een paitje voor mij in?' Meiti sprong in de houding. 'Aye, aye, Sir. Komt voor de bakker! Is je avondbaadje wel in orde, of moet ik je overhemd nog even strijken?' 'Maak je maar niet druk. Alles hangt nog perfect in de kast, want zoals je je mis schien wel herinnert, zijn wij de vorige keer niet gegaan omdat Paultje toen plot seling ziek werd, weet je nog?' Ach natuur lijk, Meiti herinnerde zich het weer. Alleen moest zij zelf nog even piekeren over wat zij aan zou trekken. Er hingen gelukkig genoeg avondjurken in haar kledingkast. Peet dook de tuin in, waar zijn kroost druk aan het gatlikken was. lna, de oudste, was net aan slag. De broertjes stonden haar aan te moedigen. Ook Paultje die tot nu toe het hoogst had gescoord. Nadat lna het er goed van had afgebracht, riep Peet zijn dochter bij zich. 'Luister, kind. Mam mie en ik gaan vanavond naar de soos, dus jullie zijn alleen thuis. Zoals je weet, is baboe Minah een paar dagen vrij. Dat komt eigenlijk slecht uit, maar je bent al twaalf jaar, dus een heel grote meid. Ik reken erop dat je goed op je broertjes past! Als beloning neem ik dan een taartje voor je mee en dat mag je aan het eind van de avond lekker opsmikkelen. Wij maken het niet al te laat. Afgesproken?' Het meisje knikte ernstig. Natuurlijk kon den haar ouders op haar vertrouwen! 'Neem je dan weer zo'n taartje mee met mocca? Dat vind ik zo lekker.' Haar vader zou ervoor zorgen. 'Meiti, lna zal goed op haar broertjes pas sen, heeft zij beloofd, maar eerlijk gezegd ben ik er niet helemaal gerust op. Tenslotte moet zij op drie van die kleine katjongs letten, misschien is het niet erg verant woord.' Zijn vrouw beaamde dit door met haar hoofd te knikken. Peet nam een trek je van zijn onafscheidelijke sigaret. 'Nou sprak ik vanmorgen toevallig Johan op kantoor. Hij belde mij voor iets.zake lijks. Vanavond moest hij nog wat werk doen, zei hij. En weet je wat hij verder ver telde? Hij heeft sinds een maand een ex- gedetineerde als huisjongen in dienst ge nomen. Iemand die zijn straf voorbeeldig heeft uitgezeten en daarom eerder op vrije voeten is gesteld. )o vindt dat hij als rech ter in ieder geval het goede voorbeeld moet geven, door zo iemand aan een baan te helpen. Hij is dik tevreden over (ozef, zoals die jongeman heet. Jozef is zevenen twintig jaar, dus volwassen. Bovendien spreekt hij zelfs wat Nederlands. Zal ik vragen of wij die knul voor vanavond kun nen lenen? Dan is dat toch een geruster gevoel te weten dat er een djaga anak in huis is, wat vind je?' Meiti keek wat zorgelijk. 'Is dat nu wel een goed idee? Ik bedoel, natuurlijk moet ie mand een nieuwe kans in zijn leven krij gen, maar om je kinderen nu meteen aan zo iemand toe te vertrouwen, kan dat eigenlijk wel?' 'Geen zorgen, schat. Jo weet heus wat hij doet en ik weet zeker dat hij reuze dank baar zal zijn als wij op onze beurt vertrou wen in die jongen stellen. Sociaal gezien doen wij er ook goed werk mee, als voor beeld voor anderen.' Na deze woorden was Meiti gerustgesteld. Haar wederhelft belde zijn vriend, de rechter, en na een kort gesprek was de zaak beklonken. Jozef zou rond half zeven hier zijn. Stipt op de afgesproken tijd klopte Jozef aan. 'Sepada.' Meiti opende nieuwsgierig de deur van de veranda en zag een keurige jongeman staan, gekleed in een wit over hemd met lange mouwen, een das en een gestreken, lange broek met een messcherpe vouw erin. 'Dag, ik kom djaga anak voor vanavond. Ik kom van toean lohan Janssen. U weet wel.' Verrast keek Meiti naar deze verschij ning. Mocht zij nog twijfels hebben, nu wist zij zeker dat zij er goed aan hadden gedaan de ex-gedetineerde voor deze avond te vragen. 'Jongens, kom even kennis maken. Jozef, dit zijn lna, Paultje, Lexje en Bram.' De begroeting was allerhartelijkst. Toen even later de knappe officier in zijn avond baadje en zijn vrouw in een beeldige, ro de, strapless jurk, met briljanten in haar oren wegreden, hoorden zij een luid ge schater vanuit het huis. 'Nou, die vermaken zich wel. Wij zo dadelijk ook. Heb ik je al gezegd dat je er prachtig uitziet? Net een filmster. )e zult zeker de show stelen van avond.' 'Ajoh, )ozef, mag ik nou een rondje op je rug? Paultje en Bram zijn al vier keer ge weest! Nou ben ik toch wel aan de beurt.' 'loo-zef, ik moet naar de kakoes. Kun je mij tjebokken?' 'lo-zefff, waar ben ik nou? )e moet mij zoeken. Wij doen toch verstoppertje?' 'Ha die Jozef, pak mij dan, als je kan. Jij bent aan de beurt voor tikkertje.' 'Jozef, zullen wij touwtje springen, je hebt al zoveel met de jongens gedaan. Nu ben ik aan de beurt hoor. In spin, de bocht gaat in...' 'Nee-hee, joh, we doen touwtje springen, niet touwtje trékken! Paultje, ga weg! Ga wég!' 'Jozef, help dan. Brammetje trekt aan mijn haar. [ozef, Jozef!' lozef, Jozef, JOZEF. De jongen had nog nooit zijn naam zo vaak horen roepen. Het klinkt krankzinnig, maar er kwam die avond tenslotte een moment dat hij er een moord voor over had als hij een uurtje rustig in zijn voormalige cel had kunnen bijkomen. Na een heerlijke avond vol muziek, dans, smakelijke happen en drankjes, maakte het echtpaar zich op om huiswaarts te ke ren. Het beloofde taartje voor lna, dat van het dessertbuffet in een servet was meege nomen, lag op de achterbank. Voor de jongens wat zakjes katjang - tjap kaki tiga - die op de heenweg in een kleine toko voor hen waren gekocht, lagen in het hand schoenenkastje. Toen de motor van de auto afsloeg, stapte Meiti meteen uit. Ze was heel nieuwsgierig hoe zij de boel zou aantreffen. Overal in huis brandde licht. De deur van de veran da was gesloten, maar niet op slot. Heel stil slopen de beide ouders naar binnen. Ze hoorden een zacht gemurmel dat uit een van de kamers kwam. Het slaapvertrek van de jongens - links van de ingang - was donker. Peet duwde de deur voorzichtig open. Paultje lag uitgestrekt over zijn bei de broertjes heen met een tevreden glim lach op zijn gezicht te slapen. Lexje en Bram maakten een spinnend geluid en leken op twee Siamese katers die na een dag dollen volledig waren uitgeteld. Tot zover leek alles in orde. Zonder geluid te maken, liep het echtpaar door naar achteren. Het gemurmel werd nu verstaanbaar. Een dun stemmetje sprak: 'Maar lieverd, wat had ik je nou ge zegd? Je mocht toch nóóit in die kamer komen? Laat mij de sleutel onmiddellijk zien.' Een lange stilte volgde, voordat de stem bibberig en op smekende toon ver volgde: 'Maarr, gelóóf me toch, ik héb niets gedaan. Ik bén niet in het verboden kamertje geweest! Vertrouw mij toch! Alsjeblieft, haal dat mes weg!' Met een angstig voorgevoel versnelde Mei ti geruisloos haar pas. Haar echtgenoot hield zijn adem in. Toen duwden zij sa men de deur die op een kier stond, open. 'Hee, hallo Mam en Pap.' Het klonk stra- 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 14