Havanna's
moessQn
Meditations
from
Spaanse invloed aan La Setima in
Ybor City
onze kinderschatten. Ik probeerde eens
een sigaartje te roken achter het kippen
hok. Dat heb ik maar één keer gedaan;
zo lekker als die sigaar rook, zo ziek werd
je ervan. 'De beste sigaren zijn Havanna's,
van Cuba', zei m'n vader altijd. Maar die
waren duur, begrepen we, dus was het
meestal Karei I die in de stopfles zat.
En wisten wij veel waar Cuba lag.
Tegen 1850 exporteerde Cuba al sigaren
over de hele wereld. De tabak die er groei
de was (en is) van uitstekende kwaliteit.
Cubanen van gemengde Spaanse en Afri
kaanse afkomst, maar ook volbloed Span
jaarden komen er vandaan. Gedurende
hun Tienjarige Oorlog (1868-1878)
verzetten zij zich tegen Spanje en trokken
zij bij duizenden naar Key West in Florida.
Velen waren sigarenmakers van beroep,
zowel mannen als vrouwen.
Om de vakbonden te ontlopen en vanwe
ge het gunstige klimaat, bouwde Vicente
Martinez Ybor, een Spanjaard, in 1886 de
grootste sigarenfabriek ter wereld op een
stuk land iets ten oosten van Tampa dat
toen nog maar een moerassig plaatsje was.
De sigarenmakers van Key West volgden.
Er werden meer sigarenfabrieken
opgericht, waar tussen de vijfhonderd en
vierduizend sigarenmakers werkten.
Al gauw groeiden en bloeiden de wijken
met hoofdzakelijk Cubanen, maar later
ook Italianen, Spanjaarden, Joden en
Duitsers. Vicente, de sigaren-fabrikant,
had dat gedeelte van Tampa gemaakt tot
een stadje dat tot heden zijn naam draagt,
Ybor City.
Hoogstens stampte Pa de tabak in zijn
sigaret wat vaster aan door het mondstuk
hard op de nagel van zijn duim te klop
pen. Dan stak hij 'm aan. Maar als hij een
sigaar opstak, ging er een heel ritueel aan
vooraf. Hij nam er één uit een speciale
stopfles (noem je zo'n ding niet een
humidoor?) - een stopfles om uitdroging
te voorkomen, legde hij uit - en hield de
sigaar onder z'n neus om de tabakslucht
op te snuiven.
Vervolgens kwam er een boortje aan te pas,
vaak in de vorm van een tandenstoker, en
heel voorzichtig werd er een gaatje geprikt
in het mondstuk dat pot
dicht zat, of er werd een
stukje afgesneden met een
scherp mesje. Hierna hield
hij een vlammetje onder
het andere eind van de
sigaar en na wat gepuf,
blies Pa de rook uit zonder
geïnhaleerd te hebben.
De heerlijke geur van siga
renrook dreef dan langs
onze neuzen. De as werd
niet afgetipt, oh nee! die moest vanzelf
vallen, ik weet niet waarom. Meestal was
het een Karei I of een Schimmelpenninck,
waar we dan de bandjes en lege kistjes van
kregen. De sigarenbandjes plakten we in
een schrift, de kistjes stopten we vol met
Er woonden wel twintigduizend sigaren
makers in Ybor City, waarvan vierduizend
in Ybor's fabriek werkten.
De sigaren werden met de hand gerold en
de beste waren gemaakt van pure Havanna
tabak.
30